Gerris lacustris, Schaatsenrijder,

Natuurjournaal 2 juli 2025

Nature Today
2-JUL-2025 - Schaatsenrijders roeien en schrijvertjes draaien op de waterspiegel.

Schaatsenrijders leven in sloot, poel en plas en het is genieten van hun capriolen. Van een afstandje lijkt het of schaatsenrijders vier poten hebben in plaats van zes – zoals het een insect betaamt – maar het voorste paar houden ze gevouwen voor zich. De ellenlange midden- en achterpoten gebruiken ze om razendsnel vooruit te komen. Hun waterafstotende poten en de lage, gelijkmatige verdeling van hun lichaamsgewicht voorkomen – gecombineerd met de oppervlaktespanning van water – dat ze kopje-onder gaan. Het is of ze over een dunne trampoline roeien. Overal waar ze een poot neerzetten drukken ze het watervlies in, maar niet genoeg om de aantrekkingskracht tussen de watermoleculen te verbreken. Die verbindingen zijn het krachtigst in schoon water. Zo zie je aan de aanwezigheid van schaatsenrijders meteen hoe het met de sloot gesteld is.

Schrijvertjes besluipen andere insecten op de waterspiegel

Andere zoetwaterinsecten die je in groepjes kunt tegenkomen zijn schrijvertjes. Het zijn bolle, zwarte, glimmende waterkevers van nog geen centimeter groot, die vooral in stilstaand water leven. Ze bekijken hun wereld haarscherp door wat je als varifocus-ogen zou kunnen zien – een deel voor boven en een deel voor onder water. Helaas zien ze nou net wat minder scherp in de zone waar die twee werelden samenkomen: het wateroppervlak. Hier komen hun antennen van pas. Het deel dat zeer gevoelig is voor golfslag, drijft op het water. Zo houden schrijvertjes prooien en vijanden overal in de smiezen. Ze lijken zelfs gebruik te maken van een soort echolocatie, door al cirkelend zelf golfslag te maken en terugkaatsende golven waar te nemen. Van een afstandje lijken de drukke draaikonten wel een boodschap te schrijven.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Tom Heijnen, Saxifraga