Gewone grootoorvleermuis

Reuzenkolonie Grootoren ontdekt in Dikkelvenne

1-OKT-2012 - Vleermuizen halen vaak de media. Doorgaans gaat het om slecht nieuws: gewone soorten worden steeds minder gemeld, zeldzame sterven uit. Al een aantal jaar proberen Natuurpunt en de diverse overheden het tij te keren o.a. door gebouwen vleermuisvriendelijk in te richten. En steeds vaker leidt dit tot succes. Neem nu de Sint-Petruskerk in Dikkelvenne (deelgemeente van Gavere).

Bericht uitgegeven door Vleermuizenwerkgroep Nauur.Boven-Schelde [land] op [publicatiedatum]

Vleermuizen halen vaak de media. Doorgaans gaat het om slecht nieuws: gewone soorten worden steeds minder gemeld, zeldzame sterven uit. Al een aantal jaar proberen Natuurpunt en de diverse overheden het tij te keren o.a. door gebouwen vleermuisvriendelijk in te richten. En steeds vaker leidt dit tot succes. Neem nu de Sint-Petruskerk in Dikkelvenne (deelgemeente van Gavere).

Bij een recent kerkbezoek telde de Vleermuizenwerkgroep van Natuur.Boven-Schelde er 61 Gewone grootoorvleermuizen (Plecotus auritus), meteen de grootste kolonie ooit in Oost-Vlaanderen. De Gewone grootoorvleermuis is een uitgesproken bossoort. Een volwassen exemplaar heeft een vleugelspanwijdte van 24 tot 28 cm en weegt 4,6 tot 11,3 gram. Hun oren zijn bijzonder groot (ruim half zo lang als het lichaam). Ze voeden zich in hoofdzaak met nachtvlinders. Kevers, schietmotten, muggen, vliegen, rupsen, spinnen en pissebedden vullen het menu aan. Eén Gewone grootoor verorbert per nacht 20 à 25 nachtvlinders. Vooral zwangere en zogende vrouwtjes zijn echte veelvraten. Een kolonie van 61 exemplaren hapt dus aardig wat weg. Grootoren vormen vanaf april - mei kraamkolonies waarin vooral vrouwtjes samenhokken. Tussen half juni en begin juli worden de jongen geboren, één per vrouwtje. Na ongeveer zes weken zijn de jonge vleermuizen zelfstandig. Kraamkolonies worden vaak gevormd op grote, warme zolders, dichtbij een geschikt jachtgebied.

Gewone grootoor in de reuzenkolonie van de Sint-Petruskerk in Dikkelvenne (foto: David Galens)
Op dat vlak zit het in de Sint-Petruskerk goed: vlakbij de kerk ligt een kasteelpark waar de vleren kunnen foerageren. Ook voor andere soorten lijkt de combinatie van kerkzolder en foerageergebied ideaal: op de zolder was immers ook een kleinere kolonie Gewone dwergvleermuizen (Pipistrellus pipistrellus) en een groepje Laatvliegers (Eptesicus serotinus) aanwezig. Mogelijk gebruiken deze soorten de kerkzolder al eeuwen als voortplantingsplaats. Het belang van dergelijke locaties mag dan ook niet worden onderschat. Goed nieuws: voor de mensen van de kerkfabriek van de Sint-Petruskerk zijn de vleermuizen welkom. Om hun goede intenties kracht bij te zetten werd meteen ook een schildje van ‘vleermuisvriendelijk object’ aan de kerkmuur opgehangen.

Schildje Vleermuisvriendelijk Object op de muur van de Sint-Petruskerk in Dikkelvenne (foto: David Galens)

Met de ontdekking van deze reuzenkolonie stelt Gavere haar kandidatuur als vleermuizengemeente de luxe. In 2009 werd ook al een kraamkolonie van 41 grootoren gevonden op de zolder van de Sint-Martinuskerk in Vurste, een andere deelgemeente van Gavere. Beide kolonies vormen samen een zwaartepunt van de lokale en zelfs regionale grootoorpopulatie. Natuurpunt dankt beide kerkfabrieken voor hun zeer constructieve samenwerking en zal er nauw op toezien dat ook de omliggende foerageergebieden optimaal worden gevrijwaard. Alleen zo kunnen de Gaverse grootoren een duurzame toekomst tegemoet gaan.

Tekst en foto's: David Galens, Vleermuizenwerkgroep Natuur.Boven-Schelde