Kolganzenfamilie

Slecht broedjaar Kolgans

Sovon Vogelonderzoek Nederland
26-OKT-2012 - Dit seizoen lijken de Kolganzen met weinig jongen te zijn teruggekeerd uit de arctische broedgebieden. Eerste tellingen in Nederland en aangrenzende delen van Duitsland wijzen op een aandeel van vijf tot tien procent eerstejaars in de populatie. Daarmee zou 2012 tot de vijf slechtste broedseizoenen in de afgelopen vijftig jaar behoren.

Bericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Dit seizoen lijken de Kolganzen met weinig jongen te zijn teruggekeerd uit de arctische broedgebieden. Eerste tellingen in Nederland en aangrenzende delen van Duitsland wijzen op een aandeel van vijf tot tien procent eerstejaars in de populatie. Daarmee zou 2012 tot de vijf slechtste broedseizoenen in de afgelopen vijftig jaar behoren.

Kolganzenfamilie (foto: Kees Koffijberg)Wanneer de arctische ganzen weer in ons land gearriveerd zijn, breekt een drukke tijd aan voor de ganzenliefhebbers. Groepen nauwgezet afzoeken met de telescoop op zoek naar vogels met halsbanden (ringen), bijzondere soorten of families.

Ganzenfamilies blijven namelijk tot diep in de winter bijeen en zijn bij langdurige bestudering van de groepen goed herkenbaar. Zo scharrelen ze gezamenlijk, onder het wakend oog van het mannetje, naar andere eet-, drink- of rustplekken binnen het terrein en nemen ze als familie stelling bij conflicten met andere vogels. Door steekproeven te nemen, waarbinnen alle ganzen binnen een (sub)groep op leeftijd worden gebracht, krijgt de waarnemer een idee of het broedseizoen goed of juist slecht verliep. Dat is iets dat op allerlei locaties in Nederland plaatsvindt, onder coördinatie van Sovon.

Dit seizoen lijken de Kolganzen met weinig jongen te zijn teruggekeerd uit de arctische broedgebieden. Eerste tellingen in Nederland en aangrenzende delen van Duitsland wijzen op een aandeel van vijf tot tien procent eerstejaars in de populatie. Daarmee zou 2012 tot de vijf slechtste broedseizoenen in de afgelopen vijftig jaar behoren.

Vooral sinds 1990 is het aandeel jonge vogels in de populatie, dat een goede maat vormt voor het jaarlijkse broedsucces, gedaald. Tussen 1990 en 2000 kwamen de Kolganzen gemiddeld nog met 27 procent jongen uit de broedgebieden terug. Na 2000 daalde dit naar gemiddeld 17 procent. Van de vier seizoenen met minder dan tien procent jongen vallen er drie in de periode na 2000.

Dergelijk slechte broedseizoenen zullen de jaarlijkse sterfte onder de volwassen vogels niet compenseren, zodat van een verdere groei van de populatie geen sprake zal zijn. Of dat ook leidt tot minder Kolganzen in Nederland de komende winter zal mede afhangen van de wintersituatie. In zachte winters zullen veel vogels in Duitsland blijven, terwijl een periode met strenge vorst extra vogels naar ons land zal brengen. De achtergronden voor het afgenomen broedsucces worden momenteel geanalyseerd in een flyway-project dat Sovon in samenwerking met de Radboud Universiteit en het NIOO uitvoert voor het Faunafonds.

Tekst: Fred Hustings & Kees Koffijberg, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Kees Koffijberg