Waar zijn de voorjaarshaften van de Limburgse beken gebleven?

EIS Kenniscentrum Insecten
1-APR-2018 - De beken die de Zuid- en Midden-Limburgse heuvels doorsnijden, kennen de meest diverse haftenfauna van Nederland. Er is de laatste jaren een aantal interessante vondsten gedaan, sommige soorten daarentegen zijn al heel lang niet meer waargenomen. Het gaat vooral om soorten van het vroege voorjaar. Wie weet zijn ze verdwenen, wie weet zitten ze er nog wel en moeten ze alleen teruggevonden worden.

Bij het monitoren van de biologische waterkwaliteit is de verspreiding van veel haftensoorten goed in kaart gebracht in Limburg. Omdat de inventarisatierondes pas in mei beginnen kan het echter zijn dat sommige soorten over het hoofd worden gezien. Ben je de komende tijd in Limburg? Kijk dan eens bij bruggen en paden in de buurt van beken, wie weet wat voor bijzondere soorten je tegenkomt! Op zonnige dagen in het voorjaar kun je haften zwermend aantreffen. Ze doen dat op luwe plekken boven boswegen of bij bruggen. Ook kun je de wijfjes rustend in de vegetatie aantreffen. De soorten die we in het voorjaar kunnen verwachten zijn alle ongeveer één centimeter in lichaamslengte (exclusief de lange staartdraden en voorpoten).

Gedrongen driestaart, volwassen vrouwtje

Hoe herken je ze en welke soorten kun je verwachten? Haften (soms beter bekend onder de naam eendagsvliegen) zijn tere, vrij slanke insecten met lange staartdraden en vaak lange poten en twee of vier vleugels met duidelijke adering. Eén van de voorjaarssoorten die tot in de jaren 1980 nog vrij algemeen was in Limburg is de gedrongen driestaart (Torleya major). Deze soort lijkt verdwenen te zijn, maar net over de grens komt hij nog vrij algemeen voor. Ze zijn vooral actief in de schemering en ook op lichtbronnen (zoals een nachtvlinderlaken) kun je deze soort verwachten. De vrouwtjes dragen vaak een roodbruin, bol eipakket met zich mee en ze zijn te vinden in april en mei. Volwassen lijken ze veel op de algemene geringde driestaart (Ephemerella ignita) dus goede detailfoto’s en het liefst een verzameld exemplaar zijn aan te raden.

Subimago zigzaghaft met typische vleugeltekening

Een andere typische voorjaarssoort is de vroege driestaart (Habroleptoides confusa). Deze is tot in de jaren 1950 een paar keer gevonden in de Geul en de Gulp en is een soort die overdag op zonnige momenten actief is. Deze is veel slanker dan de vorige soorten en mooi zwartbruin met typische ringen om het achterlijf bij de mannetjes. Ze komen, zoals wel meer haften, vaak af op glanzende, horizontale oppervlakken, bijvoorbeeld het dak van een auto.

Het stroomgebied van de Geul is hét gebied om zeldzame soorten (terug) te vinden. Het bekijken van bruggen (voor rustende exemplaren, zwermende mannetjes of exemplaren die in spinnenwebben terecht zijn gekomen) kan ook later in het jaar interessante vondsten opleveren. Vanaf midden mei heb je kans op de spectaculaire zigzaghaft (Ecdyonurus torrentis, de laatste jaren is deze een aantal keer waargenomen) en de sinds een tiental jaren niet meer waargenomen Rhithrogena semicolorata. Waarnemingen kunnen worden ingevoerd (liefst met foto) op Waarneming.nl. Weet je niet om welke soort het gaat? Voer hem dan in als 'Eendagsvlieg onbekend', dan kijken de kenners ernaar.

Tekst en foto's: Daan Drukker, EIS Kenniscentrum Insecten (leadfoto: vroege driestaart (Habroleptoides confusa))