Bouwen aan klimaatbestendige bossen en natuur

Bosgroepen
28-AUG-2019 - Bijna dagelijks horen en lezen we over het veranderende klimaat, CO2-uitstoot, stikstof en de zorgwekkende impact van dat alles op bos en natuur. We zien confronterende beelden van verdroogde natuur, kwijnende bossen, dode bomen, opgedroogde vennen en dieren die het moeilijk hebben. Deze ontwikkelingen zijn al jaren aan de gang, maar er is wel degelijk iets aan te doen.

Bos- en natuurbeheerders kunnen de bossen en natuurgebieden sterker, gezonder en veerkrachtiger maken, en ze zo beter bestand maken tegen klimaatverandering. De Bosgroepen werken daar, samen met leden en collega-organisaties, hard aan mee. Dit doen we met een palet aan maatregelen die we in het dagelijks beheer en via innovatieve projecten en experimenten realiseren.

Arme bodem met dikke strooisellaag

Bodemverbetering

Een robuust, natuurlijk ecosysteem kan alleen goed functioneren op een gezonde bodem. Dit vormt de basis voor gezonde bossen en natuurgebieden. Veel van onze bodems zijn echter verzuurd, te voedselrijk door neerslag van stikstof vanuit de lucht, of missen juist belangrijke nutriënten. De bodem kan hersteld worden door bijvoorbeeld bepaalde mineralen toe te voegen, zoals kalk of steenmeel. Ook helpt het verwijderen van te voedselrijk materiaal in de bovenlaag, waardoor zeldzame planten weer een kans krijgen, en niet meer overwoekerd worden door ongewenste soorten zoals snelgroeiende grassen. Daarnaast is het belangrijk om, bij bosbeheer met zware machines, bodemverdichting zoveel mogelijk te voorkomen.

Kwijnende fijnsparren

Gemengd en toekomstbestendig bos

In het bos kan de beheerder het beste kiezen voor een optimale variatie in boomsoorten. Een gevarieerd bos is doorgaans sterker, mooier en heeft een hogere biodiversiteit. Wanneer er één boomsoort wegvalt of het moeilijk krijgt door plaaginsecten of droogte (zoals recent bijvoorbeeld fijnspar en lariks), is op deze manier niet gelijk het hele bos verloren. Een gemengd bos krijg je door hier tijdens het bosbeheer op aan te sturen en door nieuwe boomsoorten aan te planten. Tegenwoordig is er steeds meer aandacht voor bomen die beter bestand zijn tegen een warmer en droger klimaat. Daarnaast kiezen we voor soorten die rijk en goed verteerbaar strooisel geven. Dat helpt het herstel van de nutriëntenbalans in de bodem, waardoor vocht ook beter vastgehouden wordt. Geschikte struik- en boomsoorten zijn bijvoorbeeld de vuilboom, lijsterbes, ratelpopulier, haagbeuk, esdoorn en de bewezen droogtetolerante wintereik, winterlinde en (boom)hazelaar. Door er in het bos voor te kiezen om gericht hout te oogsten en tegelijk ook continu in te zetten op (gevarieerde) verjonging, werken we aan toekomstbestendige bossen.

Hydrologische maatregelen

Door de huidige langdurige droge periodes zijn er steeds vaker hydrologische (herstel)maatregelen nodig om verdroging van bossen of natuurgebieden tegen te gaan, vaak in afstemming met omliggende landeigenaren, boeren en waterschappen. Dit kan bijvoorbeeld door beekjes en andere watergangen te verondiepen of door afvoerbuizen te verhogen. Een mooi voorbeeld is het project in het brongebied van de Mosbeek. Het doel is hier om het grondwater langer vast te houden en erosie tegen te gaan.

Aanplant van jonge bomen zoals linde en boomhazelaar

Innovatieve projecten en (beheer)experimenten

Via de projecten, experimenten en onderzoeken naar beheer- en herstelmaatregelen, vinden de Bosgroepen zo, samen met leden en natuurpartners, antwoorden op belangrijke en urgente kennisvragen.

Mooie voorbeeldprojecten zijn onder andere het plattelandsontwikkelingsprogramma POP3, eco2eco en Revitalisering laag-productief bos.

Met de opgedane kennis kunnen we stappen zetten die nodig zijn om onze bossen en natuurgebieden ook voor de lange termijn te koesteren en te behouden.

Tekst en foto's: Bosgroepen