Takkelingen. Jonge boomvalken

Van takkeling tot mastling: broedende boomvalken in hoogspanningsmasten

Sovon Vogelonderzoek Nederland
27-AUG-2021 - Boomvalken broeden steeds vaker in hoogspanningsmasten. Mocht je deze prachtige vogel willen zien, dan loont het dus de moeite om in het voorbijgaan eens goed omhoog te kijken. Maar hoe kom je meer te weten over een soort die zo in de hoogte zit? Ik ging op pad met Jacques van der Ploeg, die in zijn vrije tijd het broedsucces van boomvalken in kaart probeert te brengen.

Jacques van der Ploeg speurt met zijn telescoop hoogspanningsmasten af op zoek naar boomvalkenHet is een zonnige dag begin augustus en Jacques en ik rijden met de auto door de Noordoostpolder. Hij kan me al van ver aanwijzen waar we moeten zijn. We gaan de hoogspanningsmasten af, want dat is waar je tegenwoordig moet zijn voor boomvalken. Jacques volgt met Stichting Werkgroep Roofvogels Noordoostpolder al jarenlang boomvalken en is zo steeds meer te weten gekomen over deze bijzondere roofvogel die nog veel geheimen bewaart.

Masten afspeuren

Met de telescoop stappen we bij de eerste mast uit de auto. We zijn op zoek naar tekenen dat het nest bebroed wordt: jongen op of rond het nest óf ouders in de mast. We kijken een tijdje door de telescoop, maar helaas is er niets te zien. Bij de tweede mast hebben we meer succes. Er zit een volwassen vogel bij het nest, waarschijnlijk een vrouwtje. Er is echter geen beweging op het nest zelf waar te nemen en we weten dus niet óf er jongen zijn en hoeveel dat er zouden zijn. Op de derde mast zijn weer geen vogels zichtbaar op het nest, maar wel in de buurt. “Dit blijft er dus een om in de gaten te houden”, zegt Jacques.

Koppeltje boomvalken in hoogspanningsmast door de lens van de telescoop

Kraaiennest

Ik vraag hem hoe hij weet waar hij moet zijn, hij kan toch moeilijk echt álle masten afspeuren? Jacques legt me uit dat boomvalken zelf geen nesten maken en gebruikmaken van lege nesten van andere soorten. “Het helpt om in eerste instantie eerder in het seizoen de kraaiennesten in kaart te brengen. Ik ga dan alle masten af en noteer of er nesten in zitten, onbewoond of bewoond door kraaien. Dan weet ik waar ik later weer moet kijken of er boomvalken zijn. Maar nog belangrijker is dat ik weet waar ze vorig jaar zaten. Het zijn plaatstrouwe vogels. Stel, ze zitten op dezelfde plek als het voorgaande jaar en er zijn geen nesten in die mast, dan kijk ik goed bij de masten eromheen of daar wel nesten in zitten.”

 

Nestsucces

Twee boomvalkjongen van 18 dagen oud op een mastnest. Mast beklommen door professionals met vergunning

Als we bij de vierde mast aankomen, is het raak! in een oud ravennest zien we twee jongen. Verfrommeld, wit, pluizig, donker masker rond de ogen; kenmerken waarmee Jacques ze op leeftijd kan schatten. Deze zijn achttien of negentien dagen oud. Met deze informatie kan dan ook ingeschat worden wanneer ze ongeveer gaan uitvliegen en wanneer het nest dus nog een keer gecontroleerd moet worden om het nestsucces te bepalen. Zo bepaalt Jacques hoeveel jongen er zijn uitgevlogen en kan hij een overzicht maken van alle gelukte en mislukte nesten.

Naarmate de dag vordert, besef ik dat het inventariseren van de boomvalknesten meer is dan simpelweg mastlijnen afrijden. Het vergt kennis van het gedrag van de vogel. Je kunt vanaf de grond niet altijd zien wat er zich bovenop het nest afspeelt, maar bedelroepen, prooioverdrachten of een ouder die een buizerd wegjaagt zeggen genoeg: het nest is nog bewoond.

Jongen ringen

In de avond gaan we boomvalkjongen ringen. We komen aan op het erf van een boerderij en de boer wijst ons hoe we het beste het veld op moeten rijden zodat we zo dicht mogelijk bij de mast kunnen komen. De anderen staan al te wachten: een ringer, iemand die alle gegevens opschrijft en twee klimmers van TenneT. Het is een hele onderneming, want de jongen moeten helemaal uit de hoogspanningsmasten worden gehaald. Daarvoor moeten de klimmers eerst omhoog om vervolgens met de jonge boomvalkjes in een zak weer naar beneden te komen. De ringer gaat er dan mee aan de slag en daarna moeten de klimmers weer met de jongen omhoog.

Professionele klimmers gaan de hoogspanningsmast in om boomvalkjongen naar beneden te brengen voor onderzoeksdoeleinden

Terug naar de geboorteplaats

Tijdens het ringen wordt van ieder jong een aantal gegevens genoteerd: de lengte van de vleugel en de tarsus (een gedeelte van de poot), het gewicht en of er eten in de krop zit. Vervolgens krijgen de jongen zowel een metalen ring om de poot als een plastic oranje ring met daarop twee zwarte cijfers. Daarmee zijn de vogels later op een afstand met telescoop individueel te herkennen. Dat levert informatie op over hoe oud de vogels kunnen worden en hoe ver ze van hun geboorteplaats verkassen. Een paar weken geleden kwam Jacques zo’n boomvalk met kleurring tegen. Het duurde even voordat hij de cijfercombinatie kon ontwaren, maar uiteindelijk bleek het om een individu te gaan dat in 2019 was geringd. “Het is ontzettend interessant om erachter te komen dat zo’n vogel op achttien kilometer van de geboortemast gaat broeden. Die is al meerdere keren op en neer naar Afrika gevlogen en komt toch weer precies hier terug. En dan is het natuurlijk al helemaal fantastisch om te zien dat ze dan ook nog drie jongen succesvol grootbrengen.”

Het lukt ons om drie nesten jonge boomvalkjes te ringen voordat de zon ondergaat. Af en toe komen er nieuwsgierige landeigenaren kijken wat we aan het doen zijn. Ze hadden geen idee dat er boomvalken in de hoogspanningsmasten broeden. Jacques weet ze met zijn verhalen vol passie toch te enthousiasmeren over de tot dan toe onbekende vogels. Ik weet zeker dat ze, net als ik, voortaan anders naar de masten zullen kijken.

Verwondering in het veld

Door dit soort monitoringsonderzoek kunnen kwetsbare en bedreigde soorten zoals deze boomvalk steeds beter in kaart gebracht worden. Daarmee zijn de activiteiten van vrijwilligers die monitoringsonderzoek uitvoeren niet alleen nuttig voor beschermingsdoeleinden, het brengt ook verwondering in het veld. “Ga er lekker op uit en laat je verrassen. Door soms op een plek wat langer te gaan zitten, zie je hele onverwachte dingen.” Jacques had gelijk. Op één dag zag ik niet alleen meer boomvalken dan in de rest van mijn leven bij elkaar opgeteld, ik zag een boomvalk vliegend een libel met zijn poten uit de lucht grijpen, spectaculaire prooioverdrachten en drie pas uitgevlogen boomvalken die al roepend rond het nest vlogen. Zo leer je een soort nog eens écht kennen.

De jonge boomvalken worden gewogen om een inschatting te maken van hun conditie

Tekst: Marwa Kavelaars, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto’s: Jacques van der Ploeg (leadfoto: twee boomvalkjongen van achttien dagen oud op een mastnest); Marwa Kavelaars