Nolavia-soort

‘Bananenspinnen’ en ‘druivenspinnen’

EIS Kenniscentrum Insecten
27-FEB-2023 - Iedereen heeft wel eens gehoord van ‘bananenspinnen’, maar er zijn bijvoorbeeld ook ‘druivenspinnen’. Eigenlijk kunnen diertjes meereizen met alle fruitsoorten die buiten groeien en verscheept worden. Kennis over deze soorten is belangrijk, onder andere om te kunnen delen met de nieuwsgierige (en soms angstige) vinders.

Nederland importeert zeer veel goederen. Er is altijd een kans dat hierbij exotische dieren meekomen uit het land van oorsprong. Het bestuderen van die exotische dieren is nuttig, omdat zo informatie beschikbaar komt over invoerroutes en potentiële nieuwe invasieve exoten. Hiermee kunnen weer risico-inschattingen gemaakt worden en eventueel maatregelen genomen worden.

Spinnen die met fruit meekomen zijn zo’n groep van geïmporteerde dieren. Als dat fruit buiten wordt gekweekt, kunnen er dieren tussen gaan leven, waaronder spinnen. Veel spinnensoorten kunnen lange perioden zonder eten en af en toe belandt er zo een exemplaar in een supermarkt of bij mensen thuis. Het zijn uitzonderingsgevallen, en we weten er nog weinig van af.

‘Bananenspinnen’

Dé bananenspin bestaat niet; alle soorten die verborgen in de trossen van bananen worden vervoerd mogen de titel dragen. Een tros heeft flinke tussenruimtes waarin spinnen ongeschonden kunnen worden vervoerd. Bovendien groeien bananen in de tropen, in op bos gelijkende plantages; hier kunnen spinnen in hoge dichtheden voorkomen. Meeliftende dieren kunnen vervolgens op alle plekken opduiken waar de bananen ook terecht komen: bijvoorbeeld in scheepsladingen, importbedrijven, distributiecentra, supermarkten of woningen. Toch blijven het zeldzame incidenten. De vruchten worden voor en tijdens transport gewassen, behandeld met insecticiden, gekoeld en (vrijwel) vacuüm verpakt. Dit geeft al wel aan hoe bijzonder het is als een individu toch ongeschonden getransporteerd wordt.

Museumexemplaar van de bananenspin Cupiennius salei

Spin in webje tussen bananen in supermarkt; dit dier is niet verzameld en op naam gebracht

In Nederland zijn slechts vier soorten spinnen uit bananentrossen geregistreerd: twee jachtkrabspinnen, namelijk Heteropoda venatoria en een ondetermineerbare Nolavia-soort, en de kamspinnen Cupiennius salei en Phoneutria boliviensis. Dit zijn allemaal grote spinnen en dat is niet toevallig. Deze vallen immers op en mensen willen bij een vondst weten waar het om gaat. Daarom zoeken ze contact met spinnenonderzoekers. Onopvallende kleine spinnen tussen bananen krijgen waarschijnlijk weinig aandacht of worden misschien zelfs niet eens opgemerkt. Uit meer systematisch onderzoek aan spinnen tussen bananen in Duitsland weten we dat er in elk geval vroeger tientallen soorten spinnen konden meeliften. Er is ongetwijfeld in Nederland nog veel nieuws te ontdekken tussen deze tropische vruchten.

‘Druivenspinnen’

Ook trossen druiven hebben vele tussenruimtes waar kleine dieren zich kunnen verschuilen. Bovendien groeien deze vruchten ook buiten in allerlei delen van de wereld, waar ze gemakkelijk bevolkt kunnen worden door spinnen. Er is in Nederland slechts mondjesmaat informatie beschikbaar over spinnen die met druiven meekomen. Er zijn meldingen van de valse weduwe (Steatoda paykulliana) en bruine weduwe (Latrodectus geometricusi), tropische spoorspinnen (Cheiracanthium) en zelfs de grote vogelspin (Euathlus truculentus).

Een valse weduwe in een druivenbakje

Eicocon van de bruine weduwe tussen druiven

Risico’s?

Bij opvallende exotische spinnen komt vaak de vraag bovendrijven of de soort ‘gevaarlijk’ is. Voorop staat dat vrijwel alle spinnen ongevaarlijk zijn en dat een eventuele beet geen gezondheidsrisico’s meebrengt voor de mens. Bovendien zijn spinnenbeten echt heel zeldzaam. Daar komt bij dat spinnen die een langdurig transport naar Nederland hebben meegemaakt meestal zwak, ondervoed en onderkoeld zijn, en daardoor dus niet snel geneigd zijn een (voor hen risicovolle) aanval te ondernemen.

Van de hier besproken soorten verdienen alleen de beten van Braziliaanse zwerfspinnen (Phoneutria boliviensis en verwanten) een vermelding. Een beet van deze spinnen kan medische gevolgen hebben. Gelukkig valt het vrijwel altijd mee en zijn er alleen risico’s op ernstige gevolgen voor kinderen, ouderen of zieken. Er zijn in Nederland slechts zes bevestigde importgevallen van een Braziliaanse zwerfspin. Dit is dus erg weinig en te snelle zorgen bij een bananenspin zijn dan ook niet op zijn plaats. Dat geldt ook voor de andere geïmporteerde soorten. Grote, volwassen exemplaren van de valse weduwe, de bruine weduwe en de spoorspinnen kunnen met hun kaken ook door de menselijke huid heen komen, een beet is pijnlijk maar leidt in de regel niet tot serieuze klachten.

Overigens is de kans op vestiging van spinnen die met fruit mee naar Nederland komen zeer klein. Ze komen vaak alleen en verzwakt binnen, worden relatief snel opgemerkt en ze (met name de bananenspinnen) komen uit warmere landen en kunnen dus vaak niet in het Nederlandse klimaat overleven.

Kennisopbouw

Nolavia-spinnen zijn meerdere keren naar Nederland getransporteerd, de soort moet nog wetenschappelijk beschreven worden

Zoals hierboven al geschreven, het is nuttig om informatie over exotische soorten te verzamelen, ook over spinnen in fruit. Waarschijnlijk worden echter de meeste gevonden spinnen niet gedocumenteerd, maar weggehaald door bijvoorbeeld plaagdierbestrijders of dierenambulancepersoneel of ze worden naar dierentuinen gebracht of simpelweg dood gemaakt. Dat is zonde, want zo dragen de vondsten niet bij aan de kennisopbouw over deze specifieke aanvoerroute met fruit.

Als er meer kennis voorhanden is, kan er ook betere informatie worden verstrekt aan mensen die de spinnen vinden. Vragen die veel langskomen zijn: ‘is er een risico op een vervelende beet’ (meestal niet, heel soms wel), ‘mag de spin buiten gezet worden’ (nee), ‘wat moet er met de spin gebeuren’ (liefst opgenomen in de Naturalis-collectie ter bestudering), enzovoort. Hierbij dus de oproep om geïmporteerde spinnen te melden bij EIS Kenniscentrum Insecten.

EIS-dag exotische ongewervelden

Op 18 maart 2023 vindt de jaarlijkse EIS-dag plaats voor iedereen die geïnteresseerd is in insecten en andere ongewervelde dieren. De EIS-dag wordt gehouden in Burgers’ Zoo en het thema dit jaar is 'Van valse wolfspin tot hamerhoofdplatworm. De lasten en lusten van exotische ongewervelden'. Er is een gevarieerd lezingenprogramma, stands van diverse organisaties en er is ook mogelijkheid tot bezoek van Burgers’ Zoo. Voor meer informatie, het programma en inschrijving, kijk op de website van EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden.

Tekst: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten & Naturalis Biodiversity Center
Foto’s: Jinze Noordijk (leadfoto: Nolavia-soort); Laurien van der Oest; Randy Müller; Javina Geerdink-Meulemans; Karen van Dorp