Limosa limosa. Grutto

Uitslover op lange benen

Provincie Overijssel
24-MRT-2023 - Vogelsoorten zijn soms lastig uit elkaar te houden. Maar sommige maken het ons hartstikke makkelijk: hun naam is afgeleid van het geluid dat ze maken. Dat is zo bij de tjiftjaf en de koekoek, maar ook bij onze nationale vogel: de grutto.

Als je grut-o-grut-o-grut hoort, is deze weidevogel nooit ver weg. Deze vogel is gelukkig ook wel te herkennen zonder dat je ‘m hoort, met die mooie elegante steltpoten en rechte snavel.

In februari kwamen de grutto’s terug in ons land, na het overwinteren in Afrika. In maart beginnen ze te paren. Daar maken ze – ook al blijven ze hun partner trouw – toch een hele versiertoer van met mooie vluchten en andere uitsloverij. Na de paring legt het vrouwtje drie à vier eieren. Van hun nest maken ze niet zo’n soesa, dat moet vooral onopvallend zijn, zodat vijanden als de vos het niet zien. De eieren worden in een kuiltje in ruige vegetatie met veel kruiden gelegd, beetje gras en kruiden er als een soort afdakje boven en dat is het dan. Ze broeden niet echt in groepen, maar vinden het wel fijn om een beetje bij elkaar in de buurt te zijn: samen zie je eerder vijanden aankomen en dan kan je ze ook samen verjagen.

Als de jongen na een week of drie uit het ei kruipen, lopen ze dezelfde dag nog op eigen benen. Ze komen ’s nachts of bij slecht weer nog wel onder de vleugels van de ouders zitten. En als er gevaar dreigt, bijvoorbeeld van een roofvogel, dan snellen de ouders op de jongen af om ze onder hun vleugels te nemen. Maar verder scharrelen ze direct rond op zoek naar insecten. Met een week of vier vliegen ze al en kunnen ze met hun snavel in de grond peuren op zoek naar regenwormen en emelten (larven van langpootmuggen).

Ons land telt de meeste broedende grutto’s van Europa. Een mooi Hollands lentetafereel dus, deze weidevogels, maar er is geen reden tot feest. Door grootschalige landbouw zijn weides vaak groene biljartlakens met alleen raaigras voor het vee, en daar heeft een grutto niks te zoeken: het is er niet vochtig genoeg, dus leven er geen bodemdiertjes in de toplaag van de grond, er zijn geen bloemen en dus ook geen insecten en als er vaak wordt gemaaid worden de jongen slachtoffer nog voor ze zijn uitgevlogen. Elk jaar loopt het aantal grutto’s met vijf procent terug, en dat is ronduit zorgwekkend: reden waarom de grutto op de aandachtssoortenlijst staat. Waar boeren aan natuurinclusieve landbouw doen en het raaigras wordt afgewisseld met ruigere stukken die niet worden ontwaterd, zijn ze gelukkig nog wel te bewonderen.

Tekst: provincie Overijssel
Foto: Jan Nijendijk, Saxifraga