Egels en uienslak, broodje aap?

Stichting ANEMOON
9-JUL-2023 - Dit slakje verdedigt zich door een sterke uien- of knoflookgeur af te scheiden, dat zou 'vijanden als egels afschrikken'. Maar is dat ook zo? Wie helpt deze urban legend of boekenwijsheid te onderzoeken? Broodje aap-verhaal of is het gewoon waar?

Benodigd: een paar exemplaren van de Look-glansslak (Oxychilus alliarius) en een of meer egels (liefst bij de egelopvang). De slakjes mee laten doen voor de wetenschap hoeft niet zielig te zijn. Het is immers helemaal niet zeker dat egels deze slakken opeten. Volgens de legende doen ze dat juist niet. De slakjes stinken immers te veel naar knoflook of uien. Sneuvelen ze tóch, dan heeft een egel zijn natuurlijke prooi in zijn buikje en is er een mythe ontkracht.

Mythe of waarheid?

Drie stellingen die je in tal van oude en ook recentere boeken over landslakken kunt lezen: 1) de Look-glansslak kan bij aanraking en prikkeling een behoorlijk sterke geur afscheiden; 2) dit zou in het veld een afweer zijn tegen predatoren, waarbij met name egels steeds genoemd worden; 3) Volgens de één is het een uiengeur, volgens anderen een knoflookgeur. Stelling 1 is gecheckt en bewezen. Wie het slakje tegenkomt, bijvoorbeeld onder hout, ruikt het meteen. De geur blijft ook aan je handen zitten. Stelling 3 hangt af van smaak en is waar, maar qua duiding subjectief. Stelling 2 is niet bewezen. Dat wil zeggen: wij konden geen echte bewijzen vinden dat de uiengeur egels afschrikt. Zeg nou zelf: slakken met knoflook(boter), half Frankrijk smult ervan...

Glansslakken lijken op elkaar. Dit is de grootste van deze groep uit ons land: de Grote glansslak (Oxychilus draparnaudi) Toevallig ruikt nu nét deze ene soort nauwelijks of niet naar uien of knoflook. Het dier zelf is vaak blauwachtig

'Uienslakjes'

In Nederland leven meerdere soorten glansslakken, zo genoemd naar het gladde, sterk glanzende huisje. Dat is bijna cirkelrond en plat en heeft aan de onderkant een klein naveltje. De dieren zelf zijn grijs of veel donkerder (soms zelfs blauwzwart), met al dan niet lichtere of donkerdere banden op de voetzool. De bekendste vertegenwoordiger is de Grote glansslak (Oxychilus draparnaudi), een ooit ingevoerde maar al lang ingeburgerde soort. Je komt ze veel in tuinen tegen, maar ook in parken, bossen en elders in de vrije natuur. Ze eten geen gewassen maar zijn carnivoor en voeden zich onder andere met slakkeneieren, wormen, insecten en soms slakken (zelfs soortgenoten). Ze vormen nooit een plaag en zijn klein: het huisje van de 'Grote' wordt hoogstens 13 millimeter breed. De Look-glansslak, waar het hier om gaat, blijft half zo klein, hoogstens 7 millimeter. Over deze groep schreef Herklots in 1859: "...gekenmerkt wordt door haren meest platgedrukten horen, wiens laatste omgang groot is en de mondrand scherp heeft zonder mondzoom of verdikking. Deze slakken verspreiden een vrij sterke geur van knoflook." Inmiddels weten we dat inderdaad meerdere soorten uit deze groep naar uien/knoflook ruiken, zij het een stuk minder sterk dan het Look-glansslakje. Hoewel de verschillen tussen de huisjes van de soorten wel te leren zijn, is daarvan de knoflookgeur het makkelijkste en eerste kenmerk.

'Uienslakjes' in je hand. Die hand ruikt daarna echt flink naar ui of knoflook

Egels

Ieder jaar komen ongeveer vanaf de maand juni weer regelmatig baby-egels in de egelopvang terecht. In deze periode worden soms in het struikgewas scharrelende moederegels gezien, met een aantal baby-egels. Soms blijft ergens een baby achter, maar dat is geen reden tot paniek. Vaak komt moeder op een volgende ronde het jong weer ophalen. Hoe goed bedoeld ook, grijp dus niet te vroeg in en pak niet zomaar een jonge egel op om die naar de egel-opvang te brengen, maar overleg eerst met de experts.

Dan de vraag uit de leadtekst: misschien zijn de gezondere egels die in de opvang zitten – en hun verzorgers uiteraard – wel te porren voor een culinair experimentje. Lusten egels de slakjes nu wel of niet? We doen bij deze graag een oproep aan zowel slakkenzoekers als egelhoeders om mee te helpen de 'egel-eet-geen-uienslaklegende' te onderzoeken. Reacties graag mailen naar ANEMOON.

Waarnemingen

Meldingen van land-, zoetwater- en zeeweekdieren zijn welkom bij Stichting ANEMOON en platforms als Waarneming.nl. Hetzelfde geldt voor andere mariene- (zee-) en brakwaterorganismen.

 

Luchtje

Een egelmoeder in Westzaan,
zei tot haar egeldochter Sjaan:
'meid, laat die lookslak liever gaan,
daar zit een uienluchie aan!' 

 (Uit: Wurgworm watert wat)

 

Tekst: Inge van Lente en Rykel de Bruyne, Stichting ANEMOON 
Foto's: PICTAN (tekening egel en leadfoto: Look-glansslak op omgedraaid stuk hout); Tello Neckheim