Rosse woelmuis

Goede vooruitzichten voor muizen in het bos in 2024 en 2025

Zoogdiervereniging
4-JAN-2024 - Het aantal bosmuizen en rosse woelmuizen in onze bossen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoeveelheid gevulde beukennootjes die in de herfst wordt geproduceerd, de zogenaamde mast. Als er in de herfst veel mast is, dan zullen meer muizen de winter overleven waardoor er in het daaropvolgende voorjaar veel muizen in het bos te vinden zijn.

Beukenmast als basis van een voedselpiramide

De beukenmast bepaalt dus hoeveel muizen er zijn. Maar niet alle beukennootjes worden gevuld. Sommige nootjes verrotten, andere worden opgegeten door insecten terwijl ze nog aan de boom hangen. Dat deel van de nootjes heeft dus geen invloed op de muizenstand. Meerdere predatorsoorten zijn voor een groot deel van hun voedsel afhankelijk van muizen. Denk bijvoorbeeld aan de bosuil en de boommarter. Deze soorten profiteren dus indirect van de aanwezigheid van veel beukennootjes. Als er veel muizen zijn in de winter, hebben deze predatoren een grotere kans de winter te overleven en ook nog eens in een betere conditie. Dat heeft weer tot gevolg dat deze soorten in het voorjaar een hogere reproductie zullen hebben.

Jonge boommarters in boomholte op Veluwezoom

Mast in 2023 en verwachte muizenstand in 2024

Op de Veluwezoom wordt de hoeveelheid beukenmast in de herfst en het aantal muizen in het daaropvolgende voorjaar al enige jaren gemonitord. Doorgaans wisselen goede en slechte mastjaren elkaar af, met als gevolg dat ook de muizenstand wisselt. In de herfst van 2023 zijn redelijke hoeveelheden gevulde beukennootjes aangetroffen. Normaal gesproken betekent dit dat de muizenstand in het voorjaar van 2024 ook een redelijk hoge stand zal kennen. Alleen wijkt de huidige situatie wat af van de meeste jaren. De afgelopen twee najaren waren namelijk allebei goede tot redelijke mastjaren. Ervaringen uit het verleden laten zien dat als er twee jaren achter elkaar (redelijk) veel mast is, de muizenstand nog groter kan worden dan normaal gesproken zou gebeuren tijdens een enkel goed of redelijk mastjaar. Daarmee is het vooruitzicht op grotere aantallen muizen in het bos in het voorjaar van 2024 gunstig en daar kunnen predatoren dan weer van profiteren. Het is wel afwachten of de grote hoeveelheid regen die in de herfst en winter van 2023/2024 is gevallen geen roet in het eten gaat gooien.

Het gemiddelde aantal gevulde beukennootjes per vierkante meter per jaar in de herfst op de Veluwezoom. In de periode 2009/2012 zijn geen gegevens verzameld

Vooruitzichten beukenmast herfst 2024 en muizenstand 2025

Maar ook de vooruitzichten voor 2025 zijn gunstig voor de muizen en dus ook voor hun predatoren. Om nootjes te kunnen produceren, moeten beuken eerst bloeien. De bloemvorming wordt voornamelijk bepaald door twee factoren. De ene factor is de hoeveelheid beukenmast in het voorgaande jaar. Hoe meer mast in de voorgaande herfst is geproduceerd, hoe kleiner de kans dat er het jaar erop ook veel nootjes worden geproduceerd. De andere factor is de temperatuur in de voorgaande zomer. Hoge temperaturen in de zomer stimuleren namelijk de bloemvorming. Of er in potentie veel nootjes gevormd kunnen worden, kun je in de voorgaande herfst al zien aan de dikte van de knoppen. Knoppen die bloemen bevatten zijn namelijk veel dikker dan knoppen die geen bloemen bevatten.

Twee beukentwijgen. De linker heeft dikke knoppen waarin zich bloemen bevinden; de rechter heeft dunne knoppen zonder bloemen

In de herfst van 2023 was er een redelijke hoeveelheid mast, terwijl de zomer van 2023 één van de warmste was sinds de metingen zijn gestart. De meeste knoppen in de kronen van de beuken op de Veluwezoom zijn momenteel dik, wat betekent dat er in het voorjaar van 2024 massale bloei zal zijn. Mits er geen extreme weersomstandigheden optreden, zoals flinke vorst tijdens de bloei, of extreme langdurige droogte kort voor en tijdens het vullen van de nootjes, zal er in het najaar van 2024 veel mast beschikbaar zijn. Mogelijk zal er zelfs sprake zijn van zogenaamde ‘volmast’ met extreem hoge aantallen gevulde nootjes, zoals in 2016 op de Veluwezoom het geval was. Daarmee kan de overleving van de muizen in de winter van 2024/2025 hoog zijn en de muizenstand in het voorjaar van 2025 nog verder gaan pieken.

Of dit allemaal werkelijk zal gaan gebeuren is natuurlijk afwachten, want ook in de ontwikkeling van de muizenstand kunnen verschijnselen optreden die de stand negatief beïnvloeden. Zo is het maar de vraag of een hoge muizenstand in een derde jaar op rij wel realistisch is. Als er in aansluitende jaren steeds veel muizen zijn, treden bepaalde ziekten misschien meer op, waardoor de stand lager wordt. Daarnaast hebben de afgelopen jaren laten zien dat een combinatie van extreme warmte en aanhoudende droogte er ook voor kan zorgen dat ondanks een goede beukenmast de muizenstand achterblijft. De mastproductie en muizenstand op de Veluwezoom zullen daarom de aankomende jaren met veel belangstelling worden gevolgd.

Tekst: Vilmar Dijkstra, Zoogdiervereniging
Foto’s: Boudewijn van Baalen; Vilmar Dijkstra