aanwasboring lariks

Aanwasboringen tonen verminderde boomgroei in droge jaren

Bosgroepen
12-MRT-2024 - Tijdens een recente houtmeetkundige inventarisatie stuitte bosbeheerder Robbin bij een aanwasboring in een Japanse lariks op duidelijke tekenen van droogtestress. De droge zomers van 2018 en 2019 hadden voor een flinke afname in de groei van de boom gezorgd. Daarna was wel weer wat herstel zichtbaar, maar de langetermijngevolgen van de groeiproblemen door de droge periodes zijn nog onduidelijk.

Bosgroep Noord-Oost Nederland voert voor de gemeente Ommen een houtmeetkundige inventarisatie (pdf: 3,8 MB) uit in alle gemeentelijke bossen. Daarbij worden de staande houtvoorraad, soortensamenstelling, menging, kwaliteit en bijgroei van het bos vastgelegd. Door dit periodiek te doen, normaal gesproken eens per tien jaar, houdt de boseigenaar zicht op de ontwikkeling van het bos. Ook kun je met de verkregen data het gevoerde beheer evalueren en de resultaten van de inventarisatie helpen bij het maken van beheerkeuzes in de nabije toekomst.

Het meten van de dikte van de stam, in dit geval een douglas, als onderdeel van de houtmeetkundige inventarisatie

Jaarringen vertellen verhalen

We weten dat je de leeftijd van een boom kunt aflezen aan de hand van het aantal jaarringen en dat je aan de dikte van jaarringen kunt zien hoe goed een boom groeide en groeit. Met aanwasboringen, onderdeel van een houtmeetkundige inventarisatie, neem je kleine monsters van de jaarringen van bomen. Elke jaarring vertegenwoordigt een jaar van de groei van de boom. Door de breedte van deze jaarringen te meten, kun je informatie verkrijgen over de groeisnelheid van de boom gedurende verschillende periodes. Toen bosbeheerder Robbin Klein-Gunnewiek een aanwasboring deed in een Japanse lariks in het bos bij Ommen, zag hij opvallende verschillen tussen de jaarringen. "De foto laat zien dat deze lariks enorm veel last heeft gehad van de droogte van 2018 en 2019", vertelt Robbin. "De jaarringen worden steeds dunner. De laatste jaren lijkt de groei weer iets hersteld te zijn en zijn de ringen weer wat dikker, maar het is nog niet zoals voorheen. De lange termijn moet uitwijzen of er structurele schade is ontstaan aan deze en andere bomen."

De jaarringen in de lariks gemarkeerd: zichtbaar is dat de ringen vanaf 2018 significant dunner zijn. Daarna trekt het weer iets bij, maar blijven de ringen smal ten opzichte van de ringen van voor 2018

Niet alle bomen hebben last van droogte

Hadden andere boomsoorten ook zichtbaar last van de droogte in 2018 en 2019? Robbin: "Wij hebben uiteraard ook andere soorten geboord. Wat opviel: Corsicaanse den heeft geen zichtbare stress ondervonden van de droogte en lijkt zich er daarmee niet veel van aan te trekken. Loofbomen als zomereik, Amerikaanse eik, ruwe berk en tamme kastanje toonden in beperkte mate groeivermindering. In deze bossen was dat echt heel minimaal. Bij de grove den en douglas waren de droge jaren soms wat terug te zien, maar het viel mee. Zeker niet alle bomen hadden dus zichtbaar last van droogtestress."

Verschillende factoren van invloed op groei boom

"De dikte van de jaarringen, en dus de groei van de boom, wordt trouwens beïnvloed door verschillende factoren: groeiruimte, bodemsamenstelling en -vochtigheid, neerslag, temperatuur, zonlicht en de algehele gezondheid van de boom", vult Robbin aan. "Maar bij deze specifieke lariks kon je aan de jaarringen wel zien dat het om een hele specifieke periode van een aantal jaren ging waarin de groei beperkt was. En dat waren niet toevallig zeer droge jaren."

Droogteschade in het bos

Afgelopen winter was bijzonder nat, maar in 2018, delen van 2019 en 2020, en in heel 2022 was het erg droog in Nederland. In de toekomst krijgen we mogelijk vaker te maken met droge zomers, want de kans op droogte neemt door klimaatverandering toe. De afgelopen jaren zagen we al vaker sterfte van soorten als fijnspar en lariks. Dit werd veroorzaakt door afnemende vitaliteit door droogte, vaak gevolgd door keveraantasting wat de finale klap gaf. "Vooral op regenwater gevoede zandgronden, waar het extra droog is bij ontbreken van neerslag, zijn soms volledige bospercelen doodgegaan", vervolgt Robbin. "Je ziet af en toe nog stukken met bruine fijnspar in de Nederlandse bossen. Die zijn zichtbaar aangetast, maar met de boringen zien we dus ook vertraagde groei bij bomen. Helaas valt er weinig te doen tegen de droge zomers en de droogteschade die daarmee gemoeid is. Uiteindelijk is het aan de beheerder om verstandige keuzes te maken, onder andere over de toekomstige boomsoortensamenstelling van het bos."

Een aanwasboring van een grove den op de Veluwe in 2020. De ringen ogen hier gelijkmatig van dikte

Bos van de toekomst

Robbin: "We moeten afwachten hoe de droogtegevoelige bomen zich staande houden de komende jaren. Sommige soorten hebben het steeds moeilijker op de Nederlandse bodem. We kijken hoe we waar mogelijk de hydrologie van de bosbodem kunnen verbeteren, maar ook bijvoorbeeld waar we andere soorten bomen kunnen aan- of bijplanten. Soorten die beter gedijen op de veelal arme, droge zandgronden van Nederland. Daar waar grootschalige sterfte is, bijvoorbeeld in monoculturen van fijnspar of lariks, is het goede nieuws dat dit weer kansen biedt om deze eentonige stukken bos versneld om te vormen naar meer gemengde bossen. Dat biedt voordelen voor de biodiversiteit, de veerkracht en de belevenis van het bos."

Tekst: Bosgroepen
Beeld: Robbin Klein-Gunnewiek (leadfoto: aanwasboring lariks) en Barbara Groen, Bosgroepen; Marjolein den Hartog