Onderzoek naar de ontwikkeling van enkele droogvallende mosselbanken in de Nederlandse Waddenzee

Wageningen Environmental Research, WOT Natuur & Milieu
10-MEI-2025 - Jaarlijks wordt door Wageningen Marine Research gerapporteerd over de ontwikkeling van enkele droogvallende mosselbanken. In de meest recente rapportage wordt de situatie tot en met 2023 beschreven. Uit het onderzoek blijkt dat een deel van de nieuw gevormde mosselbanken uit kunnen groeien tot stabiele structuren, die zich decennia kunnen handhaven op min of meer dezelfde plek.

Wageningen Marine Research bestudeert in detail de langetermijnontwikkelingen (meer dan twintig jaar) van een klein aantal mosselbanken in de Waddenzee. Jaarlijks wordt een aantal mosselbanken op de droogvallende platen gekarteerd om zo de jaarlijkse veranderingen in locatie en omvang te kunnen documenteren. Ook wordt informatie verzameld over de soortsamenstelling en populatieopbouw van de mosselen. Aan de hand van de veranderingen van de individuele mosselbanken wordt een algemeen beeld geschetst.

Groot deel mosselbanken stabiel

Een groot deel van de mosselbanken die in 2023 zijn bezocht, blijkt erg stabiel te zijn. Deze worden inmiddels al decennia op dezelfde plek aangetroffen. Meestal bestaan deze banken uit stabiele en dynamische bankdelen, waarbij de stabiele bankdelen zich aan de geulzijde bevinden. Overleving van jonge banken is erg onzeker, zoals ook uit dit onderzoek blijkt. Twee banken die sinds het begin van het onderzoek ontstaan zijn, zijn na drie tot vier jaar verdwenen. Mosselbanken die wel blijven liggen, gaan in het algemeen in de jaren na ontstaan langzaam achteruit in oppervlak, bedekkingspercentage en mosseldichtheid.

Door jaarlijks terugkerende mosselzaadval en vorming van meer stabiele mosselbulten wordt de afname in mosseldichtheid en bedekkingspercentage gestopt en bestaat de mosselpopulatie al snel uit meerdere leeftijdsklassen. Afvoergeultjes en mosselbulten worden gevormd in de loop der jaren waardoor het reliëf toeneemt. Bij het ouder worden van een mosselbank verandert de soortsamenstelling. Zo onderscheiden jonge banken zich door aanwezigheid van kokkels, nonnetjes en darmwier en oudere banken door aanwezigheid van Japanse oesters, garnalen, anemonen, blaaswier en alikruiken. Vestiging van Japanse oesters in de mosselbanken op enig moment is een algemeen verschijnsel en leidt tot afname van de mosselbiomassa en mosselschelplengte.

Vervolgonderzoek

Niet bekend is of zich een evenwicht heeft ingesteld tussen Japanse oesters en mosselen. Daarnaast zijn effecten van de aanwezigheid van blaaswier en de Japanse oester op andere flora en fauna en abiotische kenmerken in en rond de banken niet goed bekend. Dit samen met de manier waarop de mosselbedekking, mosselbulten (reliëf) en afvoerkanalen zich ontwikkelen in de eerste jaren na ontstaan van een nieuwe bank, vormen onderzoeksvragen voor de toekomst.

Meer informatie

Tekst: WOT Natuur & MilieuWageningen Environmental Research
Beeld: S.T. Glorius