Vissen en hun schuilplaatsen op de Sababank

Natuur in Caribisch Nederland zwaar onder druk

Wageningen Environmental Research, Wageningen Marine Research
1-MRT-2019 - Uit een grootschalig onderzoek door Wageningen Marine Research en Wageningen Environmental Research blijkt dat het niet goed gaat met de natuur in de Caribische delen van Nederland. De verschillende ecosystemen worden bedreigd door onder meer invasieve exoten, overbevissing, loslopend vee en klimaatverandering. Bovendien wordt er niet genoeg ondernomen tegen deze bedreigingen.

Sinds 2010 maken Bonaire, Saba en St. Eustatius formeel deel uit van Nederland. Daarmee heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de eindverantwoordelijkheid voor het natuurbeschermingsbeleid in deze gebieden, waaronder de uitvoering van zeven internationale natuurbeschermingsverdragen.

Om hieraan te kunnen voldoen gaf LNV opdracht voor een grootschalig onderzoek, uitgevoerd door Wageningen Marine Research en Wageningen Environmental Research. Hierbij waren 33 deskundigen en natuurbeheerders betrokken. Zij onderzochten de Staat van Instandhouding (SvI) van de biodiversiteit in Caribisch Nederland op basis van de beschikbare bronnen. Voor statistische trendanalyses zoals die in Europa uitgevoerd worden, zijn de meeste data ontoereikend.

Veel bedreigingen, weinig aanpak

De resultaten van het onderzoek zijn zorgwekkend. De SvI van de biodiversiteit in Caribisch Nederland is zonder uitzondering 'matig ongunstig' tot 'zeer ongunstig'. Ook het toekomstperspectief is slecht: er is geen aanleiding om aan te nemen dat het biodiversiteitsverlies zal verminderen of stoppen.

Door lokaal de veerkracht van het ecosysteem te verbeteren, kunnen mondiale effecten van klimaatverandering beter worden opgevangen. Daarom moet er snel ingegrepen worden. De onderzoekers stellen vast dat er vier belangrijke bedreigingen zijn voor het ecosysteem: loslopend vee, invasieve exoten, klimaatverandering en overbevissing. Kustontwikkeling, erosie en eutrofiëring van het koraalrif door nutriënten en afvalwater zijn ook belangrijke bedreigingen, maar kwamen in deze studie niet apart aan de orde.

  • Overbegrazing door loslopend vee (vooral geiten, maar ook ezels, runderen en varkens) vormt een grote bedreiging voor de vegetatie op de eilanden. Door de hoge begrazingsdruk worden zeldzame planten uitgeroeid, en vindt er grootschalige erosie plaats. Daarbij komen sedimenten en nutriënten in zee terecht waar ze zeegrasvelden en koralen verstikken, en waardoor de visstand afneemt. Er zijn ook directe maatschappelijke gevolgen van loslopend vee, zoals gevaar in het verkeer en hoge infrastructurele kosten.
  • Invasieve exoten vormen een wereldwijd probleem, maar eiland-ecosystemen zijn extra kwetsbaar voor biologische invasies. Twee schrijnende voorbeelden in Caribisch Nederland zijn de koraalduivel, die het koraal en de daarin levende vissen ernstig bedreigt, en de rubberliaan, die inheemse planten overwoekert en vervangt. Invasieve exoten zijn niet alleen schadelijk voor de ecologie, maar ook voor de economie, industrie, gezondheidszorg en het toerisme.
  • Ook de gevolgen van klimaatverandering zijn erg ongunstig voor het Caribisch gebied. Een warmere en zuurdere zee leidt tot erosie en verslechtering van het koraal, net als de hogere intensiteit van stormen. Een warmer en vochtiger klimaat is gunstig voor muggen die ziektes dragen en zal de kans op voedselinfecties en dierinfecties vergroten. Zeeschildpadden zullen het moeilijker krijgen, terwijl invasieve soorten juist profiteren van klimaatverandering.
  • Vooral rond Bonaire en St. Eustatius lijkt er sprake van overbevissing. Er is een gebrek aan data om de ontwikkelingen in de visstand goed te monitoren.

Onderzoek, samenwerking en investeringen nodig

Het resulterende rapport geeft concrete aanbevelingen voor alle hierboven genoemde bedreigingen. Daarnaast stellen de onderzoekers dat in de toekomst structurele monitoring en trendanalyses nodig zijn die als basis kunnen dienen voor wetenschappelijk onderbouwd natuurbeleid. In het verleden is er te weinig aan structurele monitoring gedaan. Ook kan er veel winst worden behaald uit samenwerkingsverbanden tussen overheid, NGO’s, bedrijven en kennisinstellingen (de Gouden Driehoek). Ten slotte is het volgens de auteurs van het rapport essentieel dat er veel meer geïnvesteerd wordt in natuurbescherming.

Meer informatie

Tekst: Koen Janssen, WUR en Dolfi Debrot, Erik Meesters, Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research
Foto: Oscar Bos (leadfoto: vissen en hun schuilplaatsen op de Saba Bank)