
Nieuwe doelen Natura 2000 nog altijd onvoldoende
SoortenNLHet verder concretiseren van de Natura 2000-doelen is een belangrijke stap in de goede richting, maar het roept ook de vraag op waarom er geen lessen getrokken worden uit de vele evaluaties en rapporten over het functioneren van het Natura 2000-beleid. De jaarlijkse voortgangsrapportage laat stilstand of achteruitgang zien – wat in strijd is met het verslechteringsverbod uit de Habitatrichtlijn. Uit de lerende evaluatie van het Natuurpact blijkt dat we niet leren van onze fouten. We kunnen geen uitspraken doen over de effectiviteit van alle maatregelen op de LVVN-begroting, in veel gevallen omdat de positieve effecten er niet zijn. Dat vraagt echt een andere aanpak. We hebben grotere gebieden nodig, die landschappelijk verbonden zijn en we moeten daarin meer soorten beschermen.
Méér is makkelijker
Mensen die natuur als hindermacht ervaren doen het liefst zo weinig mogelijk. Dat is begrijpelijk maar ook onhandig: hoe minder je aan natuur doet, hoe slechter het gaat en hoe groter de hindermacht. Daarom is het van belang de vlucht naar voren te kiezen: in grotere gebieden is het veel makkelijker om de doelen te halen waardoor er ook meer ruimte komt voor verstorende activiteiten. Hoe lager de ambities, hoe moeilijker het is om de doelen te halen. Slecht 9 procent van ons grondgebied is begrensd als Natura 2000-gebied en op zo weinig grond krijg je het simpelweg niet gedaan.
De helft van de beschermde soorten en habitats is voor de gunstige staat van instandhouding afhankelijk van gebieden die we niet begrensd hebben in Natura 2000. Dat is kwetsbaar gebleken en er is herhaaldelijk door kennisinstellingen op gewezen dat vergroting van het areaal nodig is. Het doel van 30 procent natuur in 2030 wordt op deze manier niet gehaald.
Vis op het droge
Op sommige plaatsen zorgt de minimale begrenzing voor hele vreemde situaties, zoals bijvoorbeeld Natura 2000-gebied de Gelderse Poort dat is aangewezen voor trekvissen, maar waar het water buiten de begrenzing is gehouden. Dat vissen op het land beschermen weinig kans van slagen heeft, behoeft hopelijk geen toelichting. Maar breder bekeken, en met het oog op de doelen zoals die voor rivieren staan beschreven in de natuurherstelverordening zou het logischer en zinvoller zijn om de hele rivier, inclusief uiterwaarden te begrenzen. Maatregelen krijgen dan min om meer vanzelf een integraal karakter, met ook ruimte voor economische activiteiten.
Boerennatuur kan veel beter
De inbreukprocedure Vogelrichtlijn vereist dat we ook gebieden moeten gaan aanwijzen voor weidevogels, het is jammer dat het (weer) langs juridische weg moet worden afgedwongen maar het biedt ook kansen om de leefbaarheid op het platteland te verbeteren. Succesvolle pilots met hamsterbeheer en graanakkers laten zien dat het kan. Het maakt boeren weer trots en het draagvlak onder de bevolking voor kleinschalig cultuurlandschap is groot. Daarbij helpt het wanneer er ook concrete doelen worden uitgewerkt voor de soorten van bijlage 4 van de Habitatrichtlijn. Want wat voor gebieden geldt, geldt ook voor soorten: hoe meer soorten je beschermt, hoe makkelijker het wordt. Je wordt dan in de richting van integrale maatregelen gestuurd en het voedselweb wordt weer compleet.
Nieuwkomers horen erbij
Soorten die relatief recent zijn opgedoken, maken deel uit van de natuurlijke systemen, maar uitgewerkte doelen voor kraanvogel, oehoe, otter, bever en wolf ontbreken nog. Dat wolven leiden tot controverse valt te begrijpen, maar juist om conflicten te vermijden is het van belang maatregelen goed uit te werken in beheerplannen waarin integraal gestuurd wordt op herstel van natuurlijke dynamiek en op alle aanwezige en potentiële natuurkwaliteiten. Op de Zuid-Veluwe blijkt dat wolven zorgen voor betere natuurkwaliteit doordat zij de aantallen reeën beter reguleren dan jagers dat kunnen. Een snelle check in de natuurdata kan laten zien of de ‘gebieden compleet’ zijn.
Beleid baseren op feiten
Het regeerprogramma maakt een punt van beleid baseren op metingen en feiten. Daar kunnen we vandaag mee beginnen. Want op het Nationaal Dashboard Biodiversiteit staan vrijwel alle biodiversiteitsdoelen op rood of oranje. Alle metingen en feiten laten zien dat we meer natuur nodig hebben, grotere gebieden die landschappelijk logisch verbonden zijn. Dat betekent ook dat een duidelijke motivatie nodig is wanneer je van wetenschappelijke adviezen afwijkt – en die ontbreekt hier en daar. De term ‘ecologisch haalbaar’ is niet duidelijk gedefinieerd: wat ecologisch haalbaar is, hangt af van biotiek en a-biotiek; van condities en van maatregelen. Beide zijn beïnvloedbaar, zeker als er geen einddatum wordt gesteld. Iets bij voorbaat onhaalbaar verklaren is in het licht van het grote historische verlies niet verstandig.
De ervaring leert dat beheer- en herstelmaatregelen vaak niet effectief zijn, maar dat is dan niet de schuld van beheerders en boeren. Veel vaker heeft het te maken met waterpeil en stikstofdepositie. Als je niet bereid bent noodzakelijke maatregelen ook te nemen, dan wordt op den duur alles onhaalbaar.
De maatschappelijke opgaven vragen heel veel meer dan wat er met de aanpassing van de Natura 2000-doelen wordt voorgesteld. Niet alleen voor de natuur zelf, maar juist ook voor de maatschappelijke doelen die daarvan afhankelijk zijn: een gezonde samenleving met ruimte voor landbouw, woningbouw, recreatie, energieopwekking en schoon drinkwater.
Meer informatie
Wie wil kan tot en met 1 juni een zienswijze indienen bij het ministerie van LVVN en (passages uit) dit bericht daarvoor gebruiken als basis. Dat kan gedetailleerd door het reactieformulier in te vullen bij deel 1 doelen en kaders en/of deel 2 over soorten en habitats, maar het kan ook door bovenaan een document toe te voegen met daarin een nette aanhef zoals bijvoorbeeld ‘Geachte heer Rummenie, graag breng ik onderstaande zienswijze bij u onder de aandacht’. |
Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL
Foto’s: Kars Veling