Natuurjournaal 25 maart 2024

Elke wijk waar een sloot of grachtje te vinden is, heeft minstens één paartje meerkoeten als vaste bewoners. Het zijn niet alleen stadsbewoners, ook boerensloten en moerasgebieden herbergen veel meerkoeten. Ze zijn niet schuw en zitten pontificaal op hun hoge nest. Het is gebouwd van riet en plantenwortels (maar ook vaak plastic) en drijft op het water. Er zijn nu al aardig wat meerkoeten begonnen met broeden. Ze hebben vijf tot wel tien eieren gelegd. Na drie tot drieënhalve week komen de kuikens uit het ei. Zo netjes als volwassen meerkoeten eruit zien, zo flodderig en aandoenlijk zijn de kuikens met hun rode koppie. Ze kunnen meteen zwemmen en worden nog een tijdje gevoerd met waterbeestjes en visjes. Daarna beginnen de ouders een tweede legsel.

Hazelwormen zijn uit de winterslaap. De mannen dan, de vrouwen worden in april wakker. Dat is niet omdat bij hazelwormen nou toevallig alle mannen vroege vogels zijn en alle vrouwen graag uitslapen. Net als bij veel andere reptielen hebben mannen in het voorjaar zonnewarmte nodig om hun zaadcellen te laten ontwikkelen. Ze liggen nu dus veel in de zon, maar dat doen ze wel veilig verstopt tussen dichte begroeiing. In de zomer zijn het juist de vrouwen die veel zonnen, dat is dan weer goed voor het groeien van de embryo’s in de eieren. Hazelwormen komen in Nederland vooral voor op de zandgronden in bossen en heidegebieden met dichte vegetatie.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Koos Dansen; Rob Felix, Saxifraga