Tauros kalfje, Stramprooise Heide. Voor eenmalig gebruik!

Kalfjes in het Kempen~Broek

ARK Rewilding Nederland
19-APR-2015 - In het GrensPark Kempen~Broek worden de natuurgebieden van ARK Natuurontwikkeling begraasd door Taurossen, runderen die het hele jaar door buiten grazen. Nu het voorjaar is worden er volop kalfjes geboren in de kuddes. Deze jonge runderen zorgen samen met de andere Taurossen voor een gevarieerde natuur in het Kempen~Broek.

Bericht uitgegeven door ARK [land] op [publicatiedatum]

In het GrensPark Kempen~Broek worden de natuurgebieden van ARK Natuurontwikkeling begraasd door Taurossen, runderen die het hele jaar door buiten grazen. Nu het voorjaar is worden er volop kalfjes geboren in de kuddes. Deze jonge runderen zorgen samen met de andere Taurossen voor een gevarieerde natuur in het Kempen~Broek.

Rol in de natuur
Runderen spelen een belangrijke rol in het Kempen~Broek. Ze houden het landschap half open. Dat gebeurt door struiken te snoeien en bomen te schillen. Ook eten en vertrappen ze houtige gewassen in de kwetsbare kiemplantfase. Nog meer openheid creëren ze door met kracht tegen jonge bomen te schuren. Omgekeerd kunnen runderen de bosontwikkeling ook stimuleren. Zo zijn opengetrapte plekken in een gesloten grasmat perfecte kiembedden, voor kruiden, maar ook voor bomen.

Tauros met kalfjes, Stramprooise Heide (foto: Bob Luijks)

Begrazing remt niet alleen de bosontwikkeling af, maar ook het woekeren van snelgroeiende grassen in graslanden en heiden. Bloemrijke kruiden profiteren hiervan. De invloed van runderen gaat echter nog verder. De runderen verspreiden zaden via hun vacht, en laten hier en daar hun mest vallen. Dit leidt tot allerlei kansen voor dieren en planten om zich te vestigen of uit te breiden. Zo profiteren paddenstoelen en mestkevers van medicijnvrije rundermest. Grauwe klauwieren maken gebruik van het halfopen landschap en leven hier van mestkevers en andere grote insecten. Eksters blijken Europese ossenpikkers en halen teken en andere parasieten uit de vacht van runderen. Het ecologisch netwerk rondom wilde runderen blijkt groot.

Sociale kuddes
Onder natuurlijke omstandigheden vertonen runderen een boeiend sociaal gedrag. Dat natuurlijke gedrag is, naast het hierboven beschreven graasgedrag, van invloed op het landschap. Dominante stieren leven in stierengroepen, die territoria bezetten in gebiedsdelen waar ook de koeien zich geregeld ophouden. Vooral in de bronsttijd (mei, juni) wordt de onderlinge dominantie bepaald. Er wordt hevig geloeid en stieren tonen elkaar dan hun dikke gespierde nekken. Ook graven ze stoer in stierenkuilen en gooien de losgewoelde grond over hun rug omhoog. Deze kuilen zijn een walhalla voor tal van pioniersoorten, van zandbij tot zandblauwtje en zandloopkever. Ook rukken ze met hun horens stekelige doornstruiken of graspollen uit en lopen ermee op hun kop rond. Is dat alles niet voldoende om de tegenstander te imponeren, dan gaan alsnog de koppen tegen elkaar en wordt er stevig geduwd en getrokken. De verliezer druipt af en koelt zijn woede en teleurstelling op een doornstruik of een talud. Stieren die de concurrentie na een aantal jaren niet meer aankunnen, trekken zich terug in gebiedsdelen die door de andere dieren gemeden worden. De onderlinge concurrentie tussen stieren zorgt dus voor extra dynamiek in natuurgebieden en een goede spreiding van de grazers over het gebied.

Koeien zijn mobieler en trekken in koeiengroepen rond in hun leefgebied. De kalfjes die nu in het Kempen~Broek geboren zijn, groeien op in de kudde. Vaak liggen ze in een crèche bij elkaar met een ouder dier als oppas in de buurt. Met een jaar of twee tot drie worden de jonge runderen langzaam volwassen. Stieren verlaten volleerd en goed opgevoed de koeiengroep en trekken de wijde wereld in op zoek naar een eigen plekje of een stierengroep waar ze welkom zijn. De vrouwelijke dieren blijven in de koeiengroep, die daardoor bestaat uit vrouwelijke dieren die allemaal familie van elkaar zijn. De oudste koe heeft de leiding, totdat ze te oud is en haar dochter het overneemt. Wordt de koeiengroep te groot, dan splitst één van de oudere koeien zich af en neemt haar dochters en kleindochters mee. Ook dit leidt tot spreiding in de begrazing.

Hechte sociale kuddes beschikken over kwaliteiten die voor het overleven in de natuur van belang zijn, zoals terreinkennis en sociaal gedrag. Met deze vaardigheden kunnen de grazers de natuur optimaal benutten en drukken ze een veelzijdig stempel erop. Bovendien zijn sociale kuddes vooral met elkaar bezig en niet met mensen die het terrein bezoeken. Zolang wij op gepaste afstand blijven houden de runderen zich rustig en kunnen wij ook genieten van de jonge kalfjes die nu geboren zijn.

Tekst: Twan Teunissen en Ellen Luijks, ARK Natuurontwikkeling
Foto: Bob Luijks, Natuurportret