bruin zandoogje primair

Zorgen over zomervlinders

De Vlinderstichting
13-JUN-2019 - De hete en droge zomer van vorig jaar herinneren we ons nog goed. Voor de zomervlinders die maar één generatie hebben, kunnen we de komende maanden pas zien of ze last hebben gehad van die extreme zomer. De eerste van die zomervlinders, bruin zandoogje en groot dikkopje, komen nu tevoorschijn. Over de nazomersoorten van de heide maken we ons grote zorgen.

Het bruin zandoogje, dat vanaf nu vliegt, heeft maar één generatie per jaarDe voorjaarsvlinders lieten een wisselend beeld zien dit jaar. Een soort als het oranjetipje vloog prima, maar die heeft vanaf juni vorig jaar als pop ergens gehangen en heeft dus minder te maken gehad met het extreme weer. Ook de kleine vuurvlinder was er veel in april en mei. Deze heeft drie generaties per jaar en vliegt de hele zomer door tot in oktober. Klaarblijkelijk kan deze soort prima omgaan met droog en heet weer.

Voor het landkaartje was het een slecht voorjaar in 2019 en ook het klein geaderd witje vloog veel minder dan normaal. Dit zijn vochtminnende vlinders die blijkbaar wel last hebben gehad van de droogte. Het gaat hierbij vooral om de effecten op de rupsen. Warm, droog en zonnig weer is voor de meeste vlinders prima. Dan kunnen ze veel vliegen, wat betekent dat ze zich goed kunnen voortplanten en dus veel eitjes afzetten. De vraag is echter hoeveel rupsen overleven en hoeveel vlinders er uiteindelijk vliegen.

We maken ons zorgen om deze drie heidesoorten die in de nazomer vliegen

Ook het groot dikkopje heeft maar één generatie per jaar. Hoe heeft deze soort de hete zomer overleefd?Soorten als bruin en groot dikkopje hebben slechts één generatie: de vlinders vliegen in juni en juli. Het bruin zandoogje vliegt nog door tot in augustus: precies dus de warme en hete periode vorig jaar. Het bruin zandoogje was in 2018 iets minder dan normaal aanwezig, maar het groot dikkopje was talrijker dan gemiddeld.

Beide vlinders beginnen nu te vliegen: de komende weken zullen we zien of de rupsen vorig jaar de droogte en hitte goed hebben doorstaan. Beide soorten zijn vrij algemeen en mochten ze problemen hebben ondervonden dan zullen er steeds nog veel overblijven en kan de komende jaren herstel optreden.

Over een aantal nazomervlinders, die vooral in augustus vliegen, is De Vlinderstichting erg bezorgd. Het gaat hierbij om heivlinder, kleine heivlinder en kommavlinder. Deze soorten, die vooral op heiden en zandverstuivingen voorkomen, waren vorige zomer al weinig aanwezig en hebben mogelijk te lijden gehad onder een gebrek aan voedsel. De heide was erg verdroogd en andere nectarplanten waren ook schaars. Voor de kleine heivlinder zette De Vlinderstichting zelfs een reddingsactie op touw.

Het zijn al schaarse of erg zeldzame soorten en een slecht jaar kan dan, zeker plaatselijk, fataal zijn. We hebben ook na de hete zomer van 2003 een sterke achteruitgang gezien voor deze soorten.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting