
Plant & mens: doorwaskervel
Hortus botanicus LeidenDoorwaskervel (Smyrnium perfoliatum) is tweejarig: het eerste jaar vormt de plant blad, het tweede jaar bloeit hij. Daar is op het plakkaat onder de kastanje weinig van te zien door de zee aan bloemen. De bloei startte begin april en houdt wekenlang aan. Als de plant op minder beschaduwde plekken staat, gemakkelijk tot eind mei. In de zon doet doorwaskervel het ook prima.
Geen wolfsmelk
Door de felgroene kleur van de bloeiwijze doet doorwaskervel denken aan wolfsmelk (Euphorbia), maar daar is de plant niet aan verwant: hij behoort tot de schermbloemigen, net als het nu massaal in bloei komende fluitenkruid. De eigenlijke bloemen zijn onopvallend, de lichtgroene schutbladen zijn de aandachttrekkers. Daaronder zit het blad waar het woord perfoliatum in de wetenschappelijke naam naar verwijst: de bladeren groeien zo dat het lijkt of de steel ze perforeert.
Gemakkelijk
Doorwaskervel is oorspronkelijk uit Zuid-Europa afkomstig en voelt zich in ons veranderende klimaat meer en meer thuis. Ik kocht ooit een paar plantjes in de Tuinen van Mien Ruys en de nakomelingen duiken elk jaar trouw op. Je ziet de planten weinig te koop, omdat ze tweejarig zijn en gemakkelijk uit zaad te kweken. In het Verenigd Koninkrijk staat hij zelfs te boek als invasieve exoot, en ook in Nederland duikt hij wel op uit tuinafval. In de Leidse Hortus bleven vroeger de uitgebloeide staketsels vol bruine zaden staan, nu worden ze meestal weggehaald om te voorkomen dat de doorwaskervel zich door de hele Hortus uitzaait.
Wolkers
Hoe de plant in Leiden is gekomen, vertelt oud-hortulana Carla Teune: "We wandelden in de Hortus, Bavo en ik en het gezin Wolkers. Toen zei Jan Wolkers met zijn toch wel piepstem: ‘Ik heb een plantje dat jullie helemaal niet hebben en daar zal ik je zaden van sturen’. Nou, dacht ik, dat moet ik nog zien! Maar jawel, nog diezelfde week viel een envelop met zaden door de brievenbus en die heb ik gezaaid. Onder de grote paardenkastanje (Aesculus hippocastanum). Ik weet niet of Jan Wolkers ze mee naar Texel genomen heeft, dat zou zo maar eens waar kunnen zijn. Ik geef ook wel zaden aan liefhebbers. Het is een plant die heel goed groeit en bloeit onder veel schaduw en dat is erg prettig! Ze verwilderen ook wel gemakkelijk, dat wil zeggen dat we ze allerlei plaatsen in de Hortus tegenkomen."
Mooi en eetbaar
Doorwaskervel is vooral een mooie tuinplant, maar is ook eetbaar: "De bladeren, jonge scheuten en bloemknoppen gebruik je rauw in salades of gekookt in soepen, stoofschotels enzovoorts", schrijft Vreeken op de website. "Extra mals is de groei onder een bleekpot. De wortels eet je gekookt en hebben een zachte selderiesmaak. De plant begint in de herfst te groeien en de bladeren zijn dus vaak beschikbaar gedurende de winter. Ze hebben een vrij sterke, heerlijk kruidige smaak die aan selderie doet denken. Zelfs de zaden zijn eetbaar en worden gebruikt als vervanger voor peper."
Zwartmoeskervel
Er bestaan meer soorten Smyrnium, waaronder de zwartmoeskervel (Smyrnium olusatrum), die je ook zo nu en dan in Nederlandse tuinen tegenkomt, ook in 'mooie moestuinen'. Van deze soort zijn de wortels eetbaar. "Het blad en de stelen van zwartmoeskervel kan je toevoegen aan allerhande salades, soepen, stoofpotjes en 'stoemp'. De jonge bloeistelen worden kort gekookt en geserveerd zoals asperges. Soms wordt de plant gebleekt waardoor je de jonge bladstelen ook als asperges kan opdienen. De bloemstelen kunnen net als engelwortel gekonfijt worden en de zaden worden gebruikt als specerij in allerlei dranken en gebak", valt te lezen op de website van Ecohoeve Den Oude Kastanje.
Tekst: Hanneke Jelles, Hortus botanicus Leiden
Beeld: Hanneke Jelles; Krzysztof Ziarnek, Wikimedia Commons; Stefan Lefnaer, Wikimedia Commons; Kurt Stüber, Wikimedia Commons