
Haaien en roggen maken gebruik van windparken
Wageningen Marine Research, Wageningen University & ResearchDNA-sporen bevestigen aanwezigheid
Voor het eerst konden onderzoekers van Wageningen University & Research aantonen dat haaien en roggen – samen bekend als elasmobranchen – actief aanwezig zijn in de windparken op de Nederlandse Noordzee. Hiervoor combineerden zij hun eigen onderzoek met data uit het programma De Rijke Noordzee. In totaal zijn er 436 zeewatermonsters genomen. Met behulp van de eDNA-techniek werd de aanwezigheid van verschillende soorten vastgesteld. “Wij willen weten of deze dieren windparken gebruiken als leefgebied, of dat ze er juist door worden verjaagd,” vertelt Annemiek Hermans, promovendus bij Wageningen University & Research.
Vijf soorten haaien en roggen aangetroffen
In vier Nederlandse windparken werden in totaal vijf verschillende soorten haaien en roggen aangetroffen. De metingen vonden plaats in de windparken Borssele, Hollandse Kust Zuid, Luchterduinen en Gemini. De stekelrog (Raja clavata) werd het vaakst aangetroffen. Deze roggensoort, verwant aan de haai, dook op in alle seizoenen, in drie parken. Bijzonder was dat er ook reuzenhaaien (Cetorhinus maximus) werden aangetroffen in het windpark Hollandse Kust Zuid, en wel in de winter, wat inzicht geeft in de migratiebewegingen van deze grote seizoensgast.
Andere soorten, zoals de gevlekte gladde haai (Mustelus asterias) en zelfs de blonde rog (Raja brachyura), werden in verschillende seizoenen in meerdere windparken aangetroffen.
Windparken kunnen ook natuur helpen
In de windparken mag niet bodemberoerend gevist worden en hierdoor krijgt de bodemnatuur daar de kans om zich te herstellen. De onderzoekers denken dat dit ook voordelen kan bieden voor kwetsbare soorten, zoals haaien en roggen. “We moeten wel voorzichtig zijn,” zegt Annemiek Hermans. “Als we andere activiteiten, zoals bodemberoerende visserij, toestaan in windparken, kunnen we juist die beschermende werking verliezen.”
Slimme technieken voor zeeonderzoek
De gebruikte techniek – het aflezen van DNA uit zeewater – is snel, goedkoop en diervriendelijk. Het maakt het mogelijk om diersoorten op te sporen zonder ze te vangen. “Het is alsof je een vingerafdruk vindt in het water,” legt Annemiek Hermans uit. “Zelfs als je de haai niet ziet, weet je dat hij er geweest is.”
Belangrijk voor beleid en natuurbeheer
Deze studie helpt beleidsmakers bij het maken van keuzes over het gebruik van de zee. Bijvoorbeeld: kunnen windparken worden gecombineerd met natuurherstel? En hoe beschermen we bedreigde diersoorten in drukke zeegebieden? De onderzoekers hopen dat hun resultaten bijdragen aan Europees beleid, zoals de Habitatrichtlijn en de nieuwe Nature Restoration Act van de EU.
Aanvullende informatie over het onderzoek
Annemiek Hermans is promovendus binnen het zesjarige onderzoeksproject ElasmoPower, geleid door Wageningen University & Research. Dit project onderzoekt of elektromagnetische velden van stroomkabels in offshore windparken invloed hebben op haaien en roggen. Deze dieren gebruiken namelijk van nature elektrische signalen om te jagen en zich te oriënteren.
Het onderzoek combineert laboratoriumexperimenten met veldstudies in windparken en rond kabels, en maakt gebruik van camera’s, sensoren en moleculaire technieken. Het project wordt ondersteund door partners zoals TenneT, WOZEP (onderdeel van Rijkswaterstaat), Naturalis, Stichting De Noordzee en Witteveen+Bos, waar Annemiek Hermans drie dagen per week werkzaam is.
Meer informatie
- De resultaten van deze studie zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Ocean and Coastal Management. Lees het artikel: Elasmobranchs in offshore wind farms - ScienceDirect
Tekst: Cecile Leuverink, Wageningen Marine Research
Beeld: Wageningen University & Research (leadfoto: eDNA-materiaal verzamelen in windparken)