Het verschil tussen uitkap en dunning in het bos
BosgroepenUitkap levert waardevol bos op, maar ook andere maatregelen zijn slim. Dit bleek uit een onderzoek van de Bosgroepen naar de effecten van verschillende bosbeheermethoden. Over de onderzoeksresultaten verscheen eerder al een artikel op Nature Today. Het artikel kreeg goede reacties en ook nog de vraag wat het verschil is tussen de twee gebruikte termen ‘uitkap’ en ‘dunning’. Een terechte vraag, want in het bosbeheer worden heel wat technische termen gebruikt, waarbij de verschillen soms in details zitten. En dat is hier ook het geval.
Dunning om het bos beter te maken
Dunnen is het verspreid omzagen van bomen in een bos, ten behoeve van de bomen die blijven staan. Een beheerder wil met die dunning bereiken om het functioneren van het bos te verbeteren. In principe sluit de ruimte die door de dunning ontstaat zich na een paar jaar weer en zou de beheerder weer opnieuw kunnen dunnen. Als dat niet het geval is, is er geen sprake van ‘dunning’.
Het doel van dunnen is dus het verbeteren van het bos en dat kan bijvoorbeeld inhouden dat specifieke boomsoorten meer ruimte krijgen. Een beheerder kan dunnen ook inzetten om de houtkwaliteit en stabiliteit van bepaalde bomen in het bos te stimuleren. Door te dunnen is er meer licht en water beschikbaar voor de bomen die achterblijven.
Uitkap is een geheel van maatregelen
Waar dunnen een specifieke bosbeheermaatregel is, bedoelen we met uitkap meestal een hele bosbeheerstijl of bedrijfssoort. Dat gaat over het geheel van maatregelen waarmee je bos beheert, dus ook over eindkap en verjonging of aanplant.
Het kaalkapsysteem is ook zo'n bedrijfssoort. Dit systeem passen we in Nederland niet meer toe, maar het helpt wel om de term beter uit te leggen. In een kaalkapsysteem volgen verschillende beheermaatregelen zich in fases achter elkaar op. Eerst beplant je een perceel, dan verpleeg je de jonge bomen en daarna volgt een lange periode met dunningen. Uiteindelijk bereiken de overgebleven bomen de beoogde omvang, ze zijn kaprijp. In een kaalkapsysteem kap je alle bomen op het perceel. Na de eindkap begint het voor dat stukje van het bos van voor af aan. De beheerder herplant het perceel weer met jonge bomen of het perceel ‘verjongt’ via natuurlijke bezaaiing.
Ter illustratie: stel je bezit een bos en de bomen doen er honderd jaar over om de gewenste omvang te bereiken, dan kap en herplant je elk jaar eenhonderste deel van het oppervlak en schuif je voor volgend jaar op naar het volgende stuk. Zo kun je in theorie eeuwig je bos blijven rondgaan.
Geen vlaktekap bij uitkap
In een uitkapsysteem is er geen sprake van vlaktekap. Het is dus niet zo dat een heel perceel in een keer wordt gekapt. Bij uitkap oogst de beheerder (alleen) de bomen die hun beoogde omvang hebben bereikt. Omdat die bomen verspreid door het bos staan, kapt de beheerder de bomen – net zoals bij een dunning – verspreid door het bos. Eindkap wordt hier dus boomsgewijs uitgevoerd. Naast de bomen die geoogst worden, zaagt de beheerder (mogelijk) ook bomen om, zodat andere bomen meer groeiruimte krijgen en hij kan sturen in de bosontwikkeling.
Houtoogst in een uitkapbos is een combinatie van een verzorgende dunning en eindkap. Doordat de beheerder verspreid door het bos grote bomen kapt, ontstaat er ook lokaal genoeg licht voor natuurlijke verjonging. Uitkappen gaat dus om het oogsten van bomen. Je kunt het ‘dunnen’ noemen, maar eigenlijk is het dunnen, (eind)kappen én verjongen tegelijk.
Meer informatie
- Uitkap levert waardevol bos, maar ook andere maatregelen zijn slim.
- Zoeken naar bescherming tegen wildschade.
- LIFE Climate Forest voor klimaatslim bosbeheer.
Tekst en beeld: Etiënne Thomassen, Bosgroepen (leadfoto: uitkapbos op Landgoed Schovenhorst)