Closeup Vliegend hert op eik, Reichswald. Foto: Robert Ketelaar, Natuurmonumenten

Vliegend hert

Wageningen University
23-JUL-2008 - Alleen de naam al van dit dier spreekt tot de verbeelding, maar echt gefascineerd raak je pas als je het geluk hebt om een exemplaar van dit insect (want daarvan spreken we) tegen te komen. De komende weken bestaat daartoe een gerede kans, althans wanneer je op het juiste moment in de juiste gebieden komt. Het Vliegend hert leidt het grootste deel van het jaar een verborgen bestaan, maar in de zomermaanden vliegen de imposante mannetjes uit, waarbij ze zich vooral in de schemering met een luid geruis kenbaar maken.

Bericht uitgegeven door Alterra, Wageningen UR op woensdag 23 juli 2008

Alleen de naam al van dit dier spreekt tot de verbeelding, maar echt gefascineerd raak je pas als je het geluk hebt om een exemplaar van dit insect (want daarvan spreken we) tegen te komen. De komende weken bestaat daartoe een gerede kans, althans wanneer je op het juiste moment in de juiste gebieden komt. Het vliegend hert leidt het grootste deel van het jaar een verborgen bestaan, maar in de zomermaanden vliegen de imposante mannetjes uit, waarbij ze zich vooral in de schemering met een luid geruis kenbaar maken.

 
Vliegend hert op eik  
Waar spreken we over? Het vliegend hert (Lucanus cervus) is de grootste kever van Europa; het mannetje van de soort kan wel acht centimeter lang worden. De kever is glanzend donkerbruin tot zwart en in het bezit van gladde dekschilden. Het mannetje heeft een verbrede kop en krachtige kaken die zijn uitgegroeid tot een ‘gewei’. De kaken worden gebruikt om in de paartijd te vechten met ander mannetjes om de gunst van vrouwtjes.

Het vliegend hert leeft in onze contreien in open, oude eikenbossen (voornamelijk in hakhout) en in het cultuurland in houtwallen, lanen en parken met oude bomen. De kever legt zijn eitjes in oude stobben van voornamelijk eik, maar soms ook andere bomen. De larven voeden zich met vermolmd hout. Ze hebben een voorkeur voor de ondergrondse delen van de stronken en kunnen rond de wortels met vele bij elkaar zitten. Ze zijn pas na vijf tot acht jaar volgroeid en dan maximaal negen centimeter lang. Als ze volgroeid zijn, verlaten de larven het hout en graven ze een holletje in de bodem, waar ze verpoppen tot een cocon ter grootte van een kippenei. Aan het begin van de herfst ontpoppen ze, maar de volwassen dieren blijven tot het voorjaar in de cocon.

Waar kun je het vliegend hert aantreffen? Het areaal van deze kever komt in Europa grotendeels overeen met dat van de bladverliezende eikensoorten. Ons land ligt aan de noordwestgrens van het areaal. Hier komt de kever voor op een beperkt aantal locaties, te weten de Veluwe, Midden- en Zuid-Limburg, de stuwwal bij Nijmegen, de Utrechtse Heuvelrug en Twente.

Beschermde soort
Vooral in de noordelijke delen van het Europese areaal is het vliegend hert afgelopen eeuw zeldzaam geworden, en het dier staat dan ook terecht op de lijst van beschermde soorten. Ook in Nederland is het gebied van voorkomen sterk ingekrompen. De achteruitgang wordt toegeschreven aan het verloren gaan van geschikte broedbomen door het verdwijnen van oude loofbossen en het opruimen van oude bomen en oud hout in het cultuurlandschap. In versnipperde gebieden worden veel kevers slachtoffer van het autoverkeer.

Meer informatie
 

  • www.synbiosys.alterra.nl
  • www.minlnv.nl/natura2000
    Verder lezen over het Vliegend hert en Natura 2000:
  • Janssen, J.A.M. & J.H.J. Schaminée, 2008. Europese natuur in Nederland. Soorten van de Habitatrichtlijn. Tweede druk. KNNV Uitgeverij, Utrecht.
  • Smit, J.T. & R.F.M. Krekels, 2006. Vliegend hert in het Rijk van Nijmegen. De Levende Natuur 107: 157-161.

     

    Tekst: Joop Schaminee, Alterra, Wageningen UR
    Foto: Robert Ketelaar, Natuurmonumenten