Kwartels eten kan de gezondheid schaden
Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]
Vroeger werden (trek)vogels massaal geconsumeerd in België en Nederland. In Zuid-Europa en Afrika is het gebruik ook vandaag nog erg in zwang. Maar vogels eten die tijdens de trek gevangen worden, is niet zonder risico.
Vergiftiging van mensen die een Kwartel aten, is al eeuwen bekend. Het verschijnsel staat in medische kringen bekend als coturnisme en is afgeleid van de Latijnse naam voor Kwartel Coturnix coturnix. Zelfs in de Bijbel wordt beschreven dat de Israëlieten massaal het loodje legden tijdens de Exodus nadat ze zich bediend hadden van Kwartels. Daarnaast komt het fenomeen voor in diverse latere beschrijvingen van de Grieken en de Romeinen.
En ook in het Middelnederlandse ‘Der naturen bloeme’ van Jacob van Maerlant wordt gewag gemaakt van het feit dat Kwartels eten ongezond kan zijn. Coturnisme wordt geassocieerd met het feit dat Kwartels tijdens de migratie de giftige zaden eten van Gevlekte scheerling, Nieskruid, Monnikskap, Brede raai en Zomerandoorn. Kwartels eten ook insecten die arachnoinezuur bevatten en ook dat zou aan de basis kunnen liggen van coturnisme. Maar het zijn aanwijzingen, want de definitieve oorzaak van de ziekte moet nog worden aangetoond. Ze komt vooral voor in Noord-Algerije en Zuid-Frankrijk en dat alleen in het voorjaar, na het eten van noordwaarts migrerende Kwartels. Wat opmerkelijk is: in Spanje, Griekenland en het zuidwesten van de voormalige Sovjet-Unie maakt de ziekte enkel slachtoffers via zuidwaarts migrerende Kwartels in het najaar.
De symptomen treden op 1 tot 9 uur na de kwartelconsumptie en laten zich bij het slachtoffer voelen als pijnlijke spiersamentrekkingen. De urine vertoont een roodbruine verkleuring door de afbraak van spiereiwit. Over het algemeen duren die verschijnselen tussen de drie en de tien dagen. De grote hoeveelheden spiereiwit die uit de beschadigde spieren vrijkomen, kunnen ernstige nierbeschadiging veroorzaken. Op Lesbos komt coturnisme nog vrij vaak voor (120 gevallen tussen 1950 en 1977). Voor alle duidelijkheid: de Kwartels die je in de winkelrekken treft in Nederland en België zijn Japanse Kwartels, een heel andere soort die speciaal voor consumptie wordt gekweekt.
In het (nog niet zo verre) verleden waren Kwartels ook in de Lage Landen sterk in trek bij vogelvangers. Als lokmiddel gebruikten vogelvangers een zogenaamd 'kwakkelbeen': een lederen beurs, gevuld met paardenhaar, waarop een stuk bot werd aangebracht. Door het bot op en neer te bewegen kon de mannetjesroep nagebootst worden. Deze vangstmiddelen zijn eeuwenoud: ze werden al afgebeeld door de Antwerpse schilder Fyt in 1652, en de techniek werd zeker nog tot in de jaren '70 regelmatig gebruikt (en door stropers zelfs nog later).
Mannelijke Kwartels kunnen behoorlijk heftig reageren wanneer ze de (al dan niet nagebootste) roep van een andere Kwartel in hun territorium horen. Van zodra ze de baltsroep van een vrouwtje horen, slaan de stoppen door. Het heftige karakter van een doorsnee kwartelhaan was ook landbouwingenieur C.H.J. Iserbyt uit Ieper in 1906 al opgevallen. Volgende passage uit 'Vogels' illustreert dit treffend: 'Nijd is de eenige ondeugd van den kwakkel niet, hij is ook een brutale echtgenoot en een ontaarde vader. De kwakkelhen, die alleen moet broeden, terwijl haar vadsige man slaapt of rondslentert, moet ook alleen slaven en beulen voor de talrijke familie. Veel werk en weinig troost, want komt de baas slecht geluimd t'huis, hij geeft zijn wijf eene duchtige pandoering en de kwakkelkes deelen dikwijls van de brokkelingen meê'.
Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie (naar: 'Beter één vogel in de hand ...' van Lumeeij et al., 2008.
Foto's: Marc Gottenbos, Holger Schulz/NABU