
Veel staartblauwtjes!
De VlinderstichtingOp 15 augustus 2011 werd er bij Maastricht voor het eerst in 78 jaar weer een staartblauwtje in Nederland gevonden. Al snel volgden meer meldingen, maar de jaren daarna bleef het aantal laag. 2017 en zeker het warme jaar 2018 zorgden voor een forse toename in de verspreiding, en uiteindelijk werd zelfs het zuiden van Groningen bereikt. Limburg, en dan met name Zuid- en Midden-Limburg, blijft vooralsnog de kern van het verspreidingsgebied. Alleen in Oost-Brabant en Zuid-Gelderland zijn er plekken met waarnemingen uit meerdere jaren, in de rest van het land gaat het altijd om losse waarnemingen.
Het staartblauwtje voelt zich op veel plekken thuis, zolang er maar veel (bij voorkeur rode) klaver groeit. Dat is daarmee dus niet in de klassieke natuurgebieden, die vaak vrij schrale vegetaties hebben. Juist op wat rijkere plekken als natuurontwikkelingsgebieden, maar ook bouwlocaties in de stad of de rand van natuurgebieden, kan het staartblauwtje gevonden worden. Ook klaverakkers hebben zijn aandacht. Eigenlijk lijken alle plekken met veel rode klaver, die niet te intensief beheerd worden, geschikt.
Het staartblauwtje heeft bij ons vier, heel soms vijf generaties:
- Van midden april tot begin juni een kleine eerste generatie.
- Van midden juni tot ongeveer 25 juli de tweede generatie, al duidelijk groter dan de eerste.
- Van 25 juli tot eind augustus de derde, verreweg meest talrijke generatie.
- In de maand september de vierde generatie, meestal ruwweg even groot als de tweede.
- In oktober in heel warme jaren een heel kleine vijfde generatie.
Nu zitten we dus midden in de grote derde generatie, en er worden dan ook erg veel staartblauwtjes gemeld.
De bovenkant van de vleugels is bij het mannetje violetblauw en bij het vrouwtje bruin met blauwe bestuiving. De onderkant van de vleugels is zilvergrijs met kleine zwarte stippen, en doet denken aan een boomblauwtje. De zwartgerande oranje oogvlekken in de binnenrandhoek van de achtervleugel zijn kenmerkend, want die ontbreken bij het boomblauwtje. Ter hoogte van deze oogvlekken heeft de achtervleugel een klein kort staartje, die bij wat oudere vlinders echter kan ontbreken.
We zijn benieuwd hoe het verspreidingskaartje dit jaar gaat veranderen.
Tekst: Kars Veling en Chris van Swaay, De Vlinderstichting
Beeld: Kars Veling; Nationale Databank Flora & Fauna (NDFF); De Vlinderstichting