Smient

De smient, de eend met vogelgriep

Sovon Vogelonderzoek Nederland
5-DEC-2014 - Sinds deze week staat de smient volop in de belangstelling als de trekeend waarbij het gevaarlijke H5N8-virus is aangetroffen. Tijd voor een portret van een van de talrijkste watervogels van ons land.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

‘Piew, piew’. De smient kondigt zich met dit fluitende geluid aan als wintergast in Nederland. Sinds deze week staat dit eendje volop in de belangstelling als de ‘trekeend’ waarbij het gevaarlijke H5N8-virus is aangetroffen. Tijd voor een portret van een van de talrijkste watervogels van ons land.

Verspreiding van de smient in de winters 2005-2006 tot en met 2009-2010 (foto: Sovon, RWS en CBS)Op maandag 1 december maakte het ministerie van Economische Zaken bekend dat het vogelgriepvirus H5N8 in de buurt van Kamerik was aangetroffen in uitwerpselen van smienten. Kamerik ligt dan ook middenin een gebied waar deze watervogel ’s winters in flinke aantallen voorkomt (zie kaartje). Dat wil overigens niet zeggen dat het de smienten zijn die het virus hebben overgebracht op het getroffen pluimvee. De smient is een planteneter, die zich in het winterhalfjaar graag ophoudt in waterrijke veenweidegebieden. Langs vaarten, boerensloten en op grote waterplassen zijn vaak forse groepen te zien. Noord- en Zuid-Holland en Friesland herbergen honderdduizenden smienten. In de maanden december en januari worden de hoogste aantallen gezien. Waarnemers van Sovon telden de afgelopen vier winters in de maand januari gemiddeld 645.000 exemplaren verspreid over het land.

Herkomst
De meeste smienten arriveren in oktober en november in ons land. Op basis van geringde vogels is bekend dat de smienten die in Nederland overwinteren voor het grootste gedeelte uit het noorden van Scandinavië en West-Rusland komen. Daar broeden ze in zoetwatermoerassen en meren die vaak omzoomd zijn met halfopen bossen. Er zijn ook smienten teruggevangen die geringd waren in Siberië en IJsland. Wie de verspreidingskaart bekijkt, ziet dat de smient over de hele breedte van het palearctische gebied broedt, tot aan Kamchatka. Smienten uit Oost-Siberië vliegen niet naar Europa, maar overwinteren in China, Japan en Zuid-Korea. De smienten die in Nederland overwinteren, vertrekken in de periode februari-april en beginnen in mei met broeden.

Uiterlijk
Niet alleen het fluitende ‘piew, piew’ is kenmerkend voor de eend. Mannetjes vallen op door hun roestbruine kop met een geel voorhoofd. Hun kleuren zijn niet uitgesproken fel, maar eerder een mengsel van pasteltinten: roze borst, grijze flank met witte streep en een onderkant van gebroken wit. Vrouwtjes zijn overwegend bruin van kleur. In vlucht is de witte vleugelvlek het meest opvallende kenmerk. Smienten zijn een slagje kleiner dan de bekende wilde eend. Ze hebben de eigenaardige gewoonte om vooral ’s nachts naar graslanden te trekken om te gaan eten en overdag op het water te slapen. Een slimme strategie: ’s nachts is de kans op verstoring minder groot en kunnen ze rustig grazen.

Smient (foto: IVN Vecht en Plassengebied)

Verder lezen:

• Blauwgoed, helen en halven; 100 jaar ringwerk in eendenkooien. 2013, Bunnik: Libertas.
Ecofactsheet NIOO-KNAW

Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: IVN Vecht en Plassengebied