Natuurjournaal 30 augustus 2025

Het is gezellig druk in de kraamverblijfplaatsen van de meervleermuis. Net als andere vleermuizen verhuizen ze in een jaar nogal wat af. De kraamverblijfplaatsen zijn uit elkaar aan het vallen en nu vormen zich paar- en winterverblijfplaatsen. De afstand tussen zomer- en winterverblijfplaatsen kan voor meervleermuizen wel driehonderd kilometer zijn. Tijdens de migraties maken ze gebruik van lange, rechte lijnen, zoals waterwegen en kustlijnen. Langs die routes kiezen de mannetjes paarverblijfplaatsen uit, de vrouwtjes volgen. Vleermuisvrouwtjes zijn na de paring niet meteen zwanger, ze drukken een paar maanden op snooze. In de winter jongen is onhandig, want dan zijn er geen insecten en is het te koud. Het zaad bewaren ze zolang in hun baarmoeder. 

Maar vleermuis, wat heeft u grote oren ... Nu is het gehoor van vleermuizen al uitstekend – ze ‘horen’ hun omgeving net zo goed als wij onze omgeving zien – maar je ziet meteen dat de gewone grootoorvleermuis er nog een schepje bovenop doet. Zijn oren zijn half zo lang als zijn lijf. Geen geritsel van vlindervleugels ontgaat hem. Maar ook spinnen, rupsen en kevers moeten eraan geloven. Met gespitste oren hoeven gewone grootoorvleermuizen minder vaak gebruik te maken van echolocatie – er zijn nachtvlinders die zich in reactie op de klikgeluiden meteen uit de voeten maken en dan grijpen ze mis. Maar met zulke oren, grote ogen en een grote wendbaarheid tussen de bomen is prooien van bladeren plukken een koud kunstje.

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Johann Prescher; Kamiel Spoelstra