Camponotus ligniperda, werkster

Reuzenmieren in Nederland

EIS Kenniscentrum Insecten
28-JUL-2011 - Wie op vakantie is geweest naar Zuid-Europa is het misschien wel eens opgevallen dat daar flink grote zwarte mieren rondlopen. Dat zouden zomaar eens reuzenmieren kunnen zijn geweest. Deze mieren lijken oppervlakkig wel wat op onze gewone wegmier of grauwzwarte renmier, maar reuzenmieren glimmen en zijn groter. In Nederland komen ook nog altijd twee soorten reuzenmieren voor, de gewone reuzenmier en de zwarte reuzenmier. Beide soorten zijn echter zeldzaam en niet zomaar te zien te krijgen.

Bericht uitgegeven door EIS-Nederland op [publicatiedatum]

Wie op vakantie is geweest naar Zuid-Europa is het misschien wel eens opgevallen dat daar flink grote zwarte mieren rondlopen. Dat zouden zomaar eens reuzenmieren kunnen zijn geweest. Deze mieren lijken oppervlakkig wel wat op onze gewone wegmier of grauwzwarte renmier, maar reuzenmieren glimmen en zijn groter. In Nederland komen ook nog altijd twee soorten reuzenmieren voor, de gewone reuzenmier en de zwarte reuzenmier. Beide soorten zijn echter zeldzaam en niet zomaar te zien te krijgen.

Gewone reuzenmier
De gewone reuzenmier (Camponotus ligniperda), waarvan de werksters een oppervlakkige gelijkenis vertonen met bosmieren, is in tegenstelling wat zijn naam suggereert helemaal niet zo gewoon. De soort bereikt in het oosten van Nederland de westgrens van zijn gehele verspreidingsgebied. Van voor 1980 zijn weliswaar met name op de Veluwe, in de Achterhoek en in Noord- en Zuid-Limburg diverse vindplaatsen bekend, maar daarna is het bergafwaarts gegaan en lange tijd leek het erop dat de gewone reuzenmier uit Nederland was verdwenen.

Gewone reuzenmier (foto: Jan van Arkel)

Begin jaren '90 werd echter een nest ontdekt in de Mulderskop nabij Malden, in Noord-Limburg. Tot in de eerste jaren na de eeuwwisseling was dit nest bewoond, en in de directe omgeving werden nog op twee andere plekken werksters aangetroffen (zonder nestvondst). Tijdens een recente excursie van de mierenwerkgroep van de Nederlandse Entomologische Vereniging, begin juli 2011, werd weer een bezoek gebracht aan de Mulderskop. De oude eik waaronder zich het bekende nest bevond staat er nog maar helaas: er werd geen spoor aangetroffen van reuzenmieren. Misschien ook niet zo vreemd: het nest zou nu al behoorlijk oud zijn geweest en omdat de soort monogyn is (dat wil zeggen dat het nest maar één moederkoningin bevat) sterft een nest uit als de koningin dood gaat. Sommige mieren zijn polygyn (bijvoorbeeld rode bosmieren), er bevinden zich dan meerdere koninginnen in een nest en als er een koningin doodgaat heeft dat geen gevolgen voor het voortbestaan van de kolonie. Wellicht dus dat kolonie op de Mulderskop is verdwenen door ouderdom. Verder is er in de omgeving een bosperceel geheel gekapt, en dit betrof een van de twee andere vindplaatsen in de Mulderskop.

Andere vrij recente vindplaatsen van de gewone reuzenmier zijn Exloo in Drenthe (nest ontdekt in 1997, in 2010 nog aanwezig), De Borkeld in Overijssel (nest ontdekt in 2002, huidige status onbekend) en De Imbosch op de Veluwe (hier werd slechts een werkster gevonden in 2005).

Zwarte reuzenmier
De zwarte reuzenmier (Camponotus vagus) heeft in Europa een redelijk uitgebreide verspreiding, maar Nederland leek altijd te zijn overgeslagen: er zijn geen historische natuurlijke vindplaatsen bekend. De soort nestelt vooral in houtspleten en liggende boomstammen.

Zwarte reuzenmier (foto: Michiel Hemminga)

In de jaren 1970 probeerde een enthousiaste myrmecoloog uit Zandvoort een nestje (koningin afkomstig uit het buitenland, en een kluitje werksters, opgekweekt in een kunstnest) uit te zetten in een oude dode boomstam in de Kennemerduinen. Dit bleek nog te lukken ook! Het nest overleefde en nakomelingen van de kolonie hebben zich naderhand in de buurt gevestigd. Ten minste tot in 1997 was nog een nest aanwezig.
Daarnaast zijn in Nederland in de jaren 1980 en 1990 nesten gevonden die zich zo goed als zeker door toevallige introductie hebben kunnen vestigen: in balken van woningen, onder meer in een huis in Waddinxveen (mogelijk met een caravan meegekomen), en in Haaksbergen (nest in een oude spoorbiels in een parkje; dit nest is inmiddels verdwenen).

In 2004 werd een nest gevonden in een echte, ‘functionerende’ spoorbiels van een spoorlijn, namelijk op het station van Schin op Geul. Van dit nest kan niet worden uitgesloten dat het zich op natuurlijke wijze, via een vliegende bevruchte koningin heeft kunnen vestigen, alhoewel de dichtstbijzijnde bekende vindplaats in België of Duitsland minstens 75 kilometer ver weg ligt; dat is wel weer een heel eind vliegen! Maar het kan natuurlijk heel goed zijn dat er veel dichterbij nog onbekende populaties aanwezig zijn. Heel recent, in juni 2011, bleek het nest in Schin op Geul nog altijd aanwezig.

Reuzenmieren zijn bijzonder in Nederland. Het zijn kwetsbare soorten die zich niet gemakkelijk verbreiden. Door ongelukjes tijdens (beheer)werkzaamheden kan een nest zomaar verdwijnen, en dan zou ons land zomaar eens twee spectaculaire mierensoorten armer kunnen zijn.

Tekst: André J. van Loon & Jinze Noordijk, EIS-Nederland
Foto’s: Jan van Arkel (www.janvanarkel.com) en Michiel Hemminga