Jan Kempers, bezig met wilgen knotten (Nuenen)

Wilgen knotten: ‘Als je niet meedoet, mis je iets’

Provincie Noord-Brabant
21-OKT-2019 - Aan de vooravond van het knotseizoen voor wilgen maakt Jan Kempers uit Nuenen tevreden de balans op. Er zijn in de directe omgeving meer knotwilgen bij gekomen, niet in het minst door de inzet van de Knotploeg IVN Nuenen. Jaarlijks ontdoet zijn team tussen de driehonderd en vijfhonderd bomen van hun kroon. Tegelijk constateert Jan dat de grens in zicht is. “We gaan aan ons eigen succes ten onder".

Met hun indrukwekkende knoesten geven knotwilgen het Nederlandse landschap van oudsher een karakteristiek sfeerbeeld mee. Wel moeten ze met enige regelmaat onderhouden worden. Zo niet, dan wordt een wilg na vijftien jaar topzwaar en scheurt uit elkaar of waait om. Knotploeg IVN Nuenen zorgt dat het zover niet komt. Op zaterdag 2 november kunnen belangstellenden hierbij assisteren. Tijdens de Natuurwerkdag, een initiatief van LandschappenNL, mogen zij onder begeleiding van Jan en zijn kompanen zelf de zaag hanteren.

De 74-jarige Nuenenaar is al sinds 1982 betrokken bij de knotploeg, die alleen actief is binnen de gemeentegrenzen. De gepensioneerd docent bouwkunde aan het ROC Eindhoven heeft weleens uitgerekend er jaarlijks een halve fte aan tijd mee kwijt te zijn: 800 uur. Daarbij zitten ook de voorbereidingen op het knotseizoen, presentaties en het maken van het jaarverslag. “Ik houd van aanpakken en ik houd van de natuur.” 

Weer of geen weer

Hij kan een beroep doen op een ‘harde kern’ van zo’n 25 personen. “We werken iedere zaterdag in de maanden november, januari en februari – in december houden we een kerstreces - en doordeweeks nog een dagdeel aan kleine klusjes. Elke week in het knotseizoen stuur ik een mail naar zestig mensen en wie zin heeft, komt helpen. Ik geef dan aan waar we die dag aan de slag gaan. Weer of geen weer. We gelasten het alleen af als de veiligheid in het geding komt, dus met sneeuw of ijzel in de bomen. Maar dat komt jaarlijks hooguit één keer voor.”

Het is weleens dusdanig beestenweer dat Jan verwacht dat er niemand op komt dagen. Toch staan er ook dan altijd wel zo’n tien vrijwilligers klaar om hun handen uit de mouwen te steken. Het kenmerkt volgens hem de ploeg, waar humor de boventoon voert. “Maar we gaan nog eens aan ons eigen succes ten onder, zoveel knotwilgen krijgen we aangeboden. Twee locaties hebben we al moeten afzeggen: eentje buiten de gemeentegrenzen en een bij een particulier in de achtertuin, waar bijna niemand de knotwilgen kan zien. Wij doen dit werk wel zodat iedereen van het landschap kan genieten. We zijn geen hoveniers.”

Iets rustiger aan

De gemiddelde leeftijd van de knotploegleden is rond de 69 jaar. Er komen elk jaar wel wat jonkies bij, maar die zijn vaak ook al zo’n 50. “Jongere mensen hebben op zaterdag vaak iets met sport; of zelf, of met hun gezin. Er zijn er ook die één of twee keer komen, maar het vervolgens te druk hebben met andere zaken.” De hogere leeftijd maakt ook dat de ploeg het tegenwoordig iets rustiger aan doet. Een boom wordt nu om de drie in plaats van vier jaar geknot. Dan zijn de takken dunner. We hebben namelijk een paar locaties met knotwilgen van honderd jaar oud. Die zijn veel bewerkelijker.”

Het is fysiek werk, maar wel werk dat volgens Jan zo zwaar is als je zelf wilt maken. “Als je de tak goed afzaagt, valt de krachtsinspanning mee. Dan laat je de zaag en de zwaartekracht het werk doen. Je moet ook voorkomen dat de bast van de stam scheurt, anders krijg je lelijke bomen. Dus eerst van onderen een stukje inzagen. Dat is wel zwaarder dan van boven naar beneden zagen.” Het is dus niet een kwestie van ‘zaag maar raak’; enige systematiek en zelfs klimvaardigheid is vereist. “Je kunt makkelijker vanuit de boom omlaag zagen dan vanaf de ladder omhoog. De techniek is ook om dikkere takken op 1 à 2 meter hoogte door te zagen. ‘Kapstokken’, noemen wij dat. Daarmee is de spanning van de overgebleven staak af en kun je die veel netter doorzagen.”

Naar de Beekse Bergen

De in Nuenen verwijderde takken hebben een bijzondere bestemming: ze dienen als voedsel en ‘speelgoed’ voor dieren in safaripark Beekse Bergen. “Als wij zelf een stapel takken een paar weken laten liggen, zie je ook dat eraan geknabbeld is door konijnen, muizen en eekhoorns”, vertelt Jan. Wilgen hebben sowieso een functie voor flora en fauna. In zijn gemeente staat de grootste populatie in de buurt van de Kleine Dommel, om de grond vast te houden. “De wilg is ook de eerste boom die in het voorjaar voeding levert aan de hommel. Uilen mogen zich graag verschuilen in oude holle exemplaren.”

Wilgentenen, de langwerpige en dunne takken van de boom, worden sinds jaar en dag ook gebruikt voor vlechtwerk. Alleen lenen de wilgen in Jans omgeving zich daar minder goed voor. “Daarvoor moet je de tenen van gele wilgen hebben. Die zijn geschikt om bijvoorbeeld manden van te vlechten. Hier hebben we vooral de kraakwilg en de schietwilg, waarvan de takken sneller breken.” Toch meldde zich vorig jaar een handvol mensen bij hem om wilgentenen te mogen kopen. De takken gaan ook naar poters, tot in Drenthe en zelfs Frankrijk. Jan: “Het is namelijk heel simpel. Je maakt een gat in de grond, steekt er een wilgentak in en die groeit wel verder.”

Niet naar de sportschool

Om inwoners van de gemeente te attenderen op het goede werk van zijn knotploeg, publiceert Jan tijdens het werkseizoen om de twee weken een wervend artikel in de lokale krantjes. “Dat gaat onder het mom van ‘als je niet meedoet, mis je iets’. Wat precies? De gezelligheid, het buiten zijn, de fysieke inspanning; het scheelt je weer een uur in de sportschool.”

Wie dat zelf eens wil ervaren, kan zich op 2 november aansluiten bij de knotploeg tijdens de Natuurwerkdag. Er wordt om 9.00 uur verzameld bij het Achterbos in het Nuenens buitengebied. Daar staan, aan een honderden jaren oude zandweg, veel knotwilgen die vragen om onderhoud.

Gedreven

“Deelnemers krijgen uitleg over waarom en hoe we knotten en over de veiligheid. We knotten de bomen bijvoorbeeld om en om, zodat de takken niet bij de buurman of -vrouw in de nek vallen. Een aantal ervaren mensen houdt ook toezicht. Zo moet er op tijd ‘van onderen’ worden geroepen.” De werkzaamheden duren tot het begin van de middag. “Al werken we soms een uurtje door als een karwei kan worden afgerond.” Want ook gedrevenheid kenmerkt Knotploeg IVN Nuenen.

Tekst: Tim Durlinger, provincie Noord-Brabant
Foto: Marc Bolsius (leadfoto: Jan Kempers, bezig met wilgen knotten)