Gewone dotterbloem

Spindotterbloem, een aaibare oeverplant

FLORON
26-APR-2010 - Niet alleen in de benedenlopen van Elbe en Schelde komt de Spindotterbloem voor. Ook in de benedenloop van Lek, Rijn en Maas treffen we deze fraaie, geelbloeiende oeverplant aan. Sterker nog, een aanzienlijk deel van de wereldpopulatie van de Spindotterbloem is in Nederland te vinden.

Bericht uitgegeven door FLORON op maandag 26 april 2010

Niet alleen in de benedenlopen van Elbe en Schelde komt de Spindotterbloem voor. Ook in de benedenloop van Lek, Rijn en Maas treffen we deze fraaie, geelbloeiende oeverplant aan. Sterker nog, een aanzienlijk deel van de wereldpopulatie van de Spindotterbloem is in Nederland te vinden.

Gewone dotterbloem kent iedereen. Deze voorjaarsbloeier met grote gele bloemen vinden we nu uitbundig bloeiend aan de waterkant of in aangrenzende drassige graslanden. Het zwaartepunt van haar verspreiding ligt in de laagveengebieden van Zuid-Holland, Utrecht en Noordwest-Overijssel. Ook daarbuiten is het een veelvoorkomende oeverplant, al zijn de aantallen de afgelopen decennia flink afgenomen. In de stedelijke omgeving vinden we de soort juist vaker, omdat het ook een geliefde tuin- en parkplant is, die veel wordt aangeplant en ook weer verwildert.

Gewone dotterbloem (Foto: Wildfeuer)
De Spindotterbloem (Caltha palustris subsp. araneosa) is forser van postuur, maar toch ook meer een fijnproever en dus aanzienlijk minder wijdverspreid. Deze ondersoort van de Gewone dotterbloem is min of meer gebonden aan het zoetwatergetijdengebied, waar zij vooral te vinden is in getijdenkreken, rietkragen en greppels in grienden en wilgenbossen. We vinden haar dan ook vooral rond de Biesbosch en het mondingsgebied van Rijn en Maas. Maar ook op een aantal andere plekken, zoals langs de IJssel en de Friese IJsselmeerkust, zijn vindplaatsen bekend.

Opvallend aan Spindotters is hun vermoedelijke aanpassing aan de getijdenwerking. Kieming is door de dagelijkse schommelingen in de waterstand in dit milieu lastig. De soort heeft zich dan ook gespecialiseerd in een bijzondere manier om zich vegetatief te vermeerderen. Op de knopen, in de bladoksels van de oude bladen, ontwikkelen zich jonge bladen met bijbehorende wortels. De wortels zitten als kluwen bijeen. Hard rennen doen deze ‘spinnen’ niet, maar zich verplaatsen als het goed is wel: zodra de tussenliggende stengeldelen zijn vergaan kunnen de jonge plantjes door het water worden verspreid en elders uitgroeien tot nieuwe planten. Op Soortenbank.nl is een foto van de spindotter te zien.

Tekst: Wout van der Slikke, FLORON
Foto: Wildfeuer, GNU Free Documentation License