
Levende doden #23: De Bataafse stroommossel
SoortenNLDe meeste mensen denken bij mosselen aan de zwartblauwe schelpdieren die langs de zee en de waddenkust op hard substraat groeien. Maar er zijn ook zoetwatermosselen, zoals de zwanenmossel en de schildersmossel. Die laatste heet zo, omdat het verhaal gaat dat Rembrandt de schelpjes gebruikte als verfmengbakjes.
Alle mosselen spelen een belangrijke rol bij het zuiveren van water. Er gaat drie tot vier liter water per uur door een mossel heen. Sommige soorten zijn ook belangrijk als ‘biobouwer’. Dat wil zeggen dat ze mosselbanken vormen, waar dan weer andere planten en dieren op groeien, waardoor nestel- en verstopplekjes voor bijvoorbeeld vissen ontstaan. Zonder zulke systeembouwers geen ecosysteem. Boven water kennen we het van bevers die beken kunnen veranderen in moerassen. Daardoor komt er ineens ruimte voor tal van planten, vogels, zoogdieren, libellen en andere insecten die daar zonder bever niet geweest zouden zijn. Onder water zijn het vaak schelpdieren zoals mosselen of oesters die het landschap kleur en vorm geven.
De Bataafse stroommossel, ook zo’n biobouwer, is een van de weinige zoetwatermosselen die bestand is tegen stromend water. In stromend water maken ze clusters en bieden ze beschutting, voedsel en gezuiverd water aan kokerjuffers, de nimfen van eendagsvliegen en de rivierbodemwants. Bovendien vormen ze ook goede plekken voor vissen om eieren af te zetten. Maar de Bataafse stroommossel is jaren geleden al uit Nederland verdwenen, door de extreem slechte waterkwaliteit en door het ‘normaliseren’ van rivieren.
Dat normaliseren is een typisch Hollandse term voor een typisch Hollandse houding ten opzichte van de natuur. Het wordt niet gebruikt om een normale rivier of beek mee aan te duiden, maar juist een die ontdaan is van alle natuurlijke kenmerken. Het normaliseren van een rivier of beek betekent rechttrekken, uitbaggeren en de oevers verharden. Wat eerst een levend landschap was, verandert zo in een kale waterweg. Op korte termijn is zoiets voordelig voor de scheepvaart en voor de snelle afvoer van water, op langere termijn krijg je problemen met zowel wateroverlast als droogte, maar ook met de waterkwaliteit. Gevolg is dat je voortdurend moet baggeren en onderhoud moet plegen aan de dijken.
Doordat aan het einde van de vorige eeuw milieubeleid is ingevoerd, is de waterkwaliteit verbeterd, met name van stromend water. Zout- en giflozingen zijn verboden en dat heeft duidelijk effect gehad. De kwaliteit is alleen nog steeds niet goed, maar wel beter. Een van de dingen die nu nodig is om de kwaliteit wel goed te krijgen, is de uitgestorven Bataafse stroommossel. Zonder deze natuurlijke waterzuiveraars wordt het water onvoldoende gezuiverd.
Gelukkig is er in de Lippe, een zijrivier van de Niederrhein, nog een populatie Bataafse stroommossels. In de Our in Luxemburg worden experimenten gedaan met opkweken. De tijd dringt, want ook op wereldschaal zijn zoetwatermosselen met tachtig tot negentig procent achteruit gegaan, terwijl we deze weekdieren zo hard nodig hebben. Overal in Europa zijn introductieprogramma’s, maar Nederland blijft achter. En dat terwijl er meerdere plekken in Nederland zijn waar de Bataafse stroommossel zou kunnen overleven.
Niets staat de mosselen in de weg om vanuit de nevengeulen aan de verdere wederopbouw van onze rivieren te beginnen. Behalve dan de regelgeving en onze krampachtige omgang daarmee. Bataafse stroommossels zijn beschermd volgens de habitatrichtlijn dus je mag ze niet kweken, niet in bezit hebben en ze niet uitzetten zonder vergunning. En zo’n vergunning krijgen is lastig, omdat baggerwerkzaamheden gestaakt moeten worden als er ineens beschermde mossels opduiken. Regels voor een betere bescherming van de natuur heten vaak ‘onwerkbaar’ te zijn. Maar wat dat vaak eigenlijk betekent, is dat mensen er gewoon geen zin in hebben
![]() Levende dodenGeen land ter wereld weet zoveel van haar natuur als Nederland. Tegelijk gaat geen land ter wereld er zo slecht mee om. Omdat de overheid het systematisch laat afweten, is natuurbescherming afhankelijk geworden van de inzet van talloze vrijwilligers. Er zijn soorten die onmiddellijk uit Nederland zouden verdwijnen als zij hun inspanningen staken. Om de twee weken portretteert Sander Turnhout een planten- of diersoort voor wie ‘het lot van de dodo’ dreigt. Dit portret is ook verschenen op De Groene Amsterdammer. |
Tekst: Sander Turnhout, SoortenNL
Beeld: Jelger Herder (leadfoto: Bataafse stroommossel (Unio crassus riparius)); Marieke, Waarneming.nl; Ludwig Volbeda