Spinnen, regenwormen en slakken bovenaan bij bodemdierentelling Nederlandse tuinen

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
2-NOV-2017 - Voor het eerst zijn het niet de pissebedden die in de meeste Nederlandse tuinen zijn gezien. Tijdens de derde editie van de Bodemdierendagen grepen de spinachtigen de macht, op de voet gevolgd door regenwormen en huisjesslakken. De oorzaak moeten we waarschijnlijk zoeken in het weer. Het najaar begon namelijk zeer nat. Desondanks gingen bijna 600 enthousiaste bodemdierentellers op zoek.

De Bodemdierendagen vragen aandacht voor het onmisbare maar vaak vergeten bodemleven: zonder hen geen gezonde bodem. Verspreid over Nederland duiken mensen daarom elk jaar begin oktober hun achtertuin in, of onderzoeken klassen hun schoolplein. Dit jaar ziet de Top drie van bodemdieren in de Nederlandse tuinen er wel wat anders uit dan we gewend zijn: in de voorgaande jaren stonden de pissebedden onbetwist bovenaan. Het is echter niet verbazingwekkend dat in het natte najaar van 2017 vaker regenwormen en spinnen zijn gesignaleerd! “Voor de meeste bodemdieren was het goed weer: nat en niet te koud. Dat zie je terug in de waarnemingen. Voor de waarnemers was het wat minder,” zegt bodemecoloog Gerard Korthals van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centre for Soil Ecology. “Dit jaar kozen we ‘het weer’ als thema, dus we hebben er wel een beetje om gevraagd!”

Top drie van 2017

In bijna 90 procent van de onderzochte tuinen, schoolpleinen, balkons en groene daken komen ze voor: de spinachtigen zoals spinnen en hooiwagens. Op nummer twee staan de verschillende soorten regenwormen die samen in 88 procent van de tuinen gesignaleerd zijn. De huisjesslakken maken de Top drie compleet met 84 procent. De pissebedden en de insecten (mieren en kevers) duikelden in het klassement naar beneden. Blijkbaar houden zij wat minder van al die nattigheid. Per waarneming zijn er gemiddeld dertig dieren gemeld: bij elkaar zo'n 3.500 kleine maar heel belangrijke bodembeestjes. Een goede score, want vorig jaar stond het gemiddelde op twintig. Dat was toen na een erg warme en droge nazomer.

Rapportcijfers voor de verschillende tuintypes

Bodemdiervriendelijk

Om de kwaliteit van de 121 deelnemende locaties te vergelijken, hebben de onderzoekers diversiteit en aantallen algemene bodemdieren omgerekend in rapportcijfers. Dit natte najaar staan de groene tuinen weer bovenaan met een mooie negen. Ook voor minder algemene diersoorten kan dit een geschikte plek zijn om te leven. Gemiddeld scoren de deelnemende tuinen een 8,6. Halfgroene tuinen, parken en schoolpleinen doen ook goed mee. Maar de bestrate tuinen zijn met een 6,6 ver weggezakt. Ook groene daken lijken nog steeds wat hulp voor bodemdieren te kunnen gebruiken. Op de speciaal gemaakte resultatenwebsite kan iedereen het zelf bekijken.

Keukenpapier

Om de invloed van het weer te testen, deed een deel van de waarnemers dit jaar een extra proef met eenvoudige middelen: de zogenaamde ‘keukenpapierproef’ (zie het onderstaande filmpje). Hierbij maak je een veilig, vochtig leefgebiedje ter grootte van een blaadje keukenpapier. “Met onze nieuw bedachte keukenpapierproef maak je overal een soort standaard onderzoeksplekje om tuinen beter te vergelijken,” leggen Korthals en collega-bodemonderzoeker Ron de Goede van Wageningen UR uit. “Het blijkt met name pissebedden, regenwormen en naaktslakken aan te trekken, terwijl bijvoorbeeld spinnen hier veel minder zijn gevonden.”

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.Bodemdierendagen: de keukenpapierproef (Bron: NIOO-KNAW)

Alle kleine bee(s)tjes helpen

Overvloedig veel regenwater? Regenwormen helpen met de afvoer via al hun gangen in de grond. Grote hoeveelheden herfstbladeren? Die ruimen de bodemdieren wel op: daar zijn geen bladblazers voor nodig. Bodemdieren verwerken het weer tot voedsel voor de planten en het bodemleven van volgend jaar. Insecten, pissebedden, spinnen, duizend- of miljoenpoten, wormen en slakken: de meeste van hen zijn onmisbaar om de natuur en ook onze maatschappij ‘gezond’ te houden. Maar het belang van kleine beestjes wordt vaak over het hoofd gezien, zegt Korthals. Een leerkracht van een deelnemende basisschool sluit hierop aan: “Ik heb dit onderzoek zes dagen samen met een groep kleuters gedaan. Gewapend met loeppotjes, zoekkaarten en vergrootglazen zochten zij het schoolplein af, razend enthousiast over hun vondsten. Vooral het respectvol en voorzichtig omgaan met dieren kwam hierdoor hoog in het vaandel te staan. 'Eng en vies' veranderden zo in 'mooi en interessant': missie geslaagd! En ook de foto- en de filmpjeswedstrijd van de Bodemdierendagen leveren mooi ‘bewijs’ op hiervoor. De winnaars zijn te zien op de site.

Meegraven kan nog!

Na drie meetjaren kun je wel zeggen dat tuinen een belangrijke rol spelen voor het bodemleven en de (stads)natuur. Er zijn inmiddels meer dan 600 complete tuinwaarnemingen met zo’n 18.000 bodemdieren verzameld. En de teller loopt nog... Waarnemingen zijn nog steeds welkom! Dit bodemdierenseizoen kent namelijk een vervolgonderzoek. Als je je waarneming invult op Bodemdierendagen.nl krijg je meteen een score voor je tuin. Kan je tuin wel wat ‘bodemdiervriendelijker’, dan zijn er zeven tips van de experts. Laat bijvoorbeeld de bladeren zoveel mogelijk liggen, leg niet teveel tegels neer en snoei laat.

De organisatoren van de Bodemdierendagen zijn het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie (Centre for Soil Ecology CSE). Het CSE is een onderzoekscentrum van het NIOO en Wageningen University (o.a. Sectie Bodemkwaliteit). Ondersteuning komt van de Vrije Universiteit (Faculteit Aard- en Levenswetenschappen), het Nederlands Instituut voor Biologie (NIBI), NL Greenlabel, YouWe, Puzzling Panda, IVN en de landelijke organisatie van het Weekend van de Wetenschap.

Tekst en beeld: NIOO-KNAW