Slootbeheer, lessen uit de praktijk
Stichting RAVONDe sloten in de ingepolderde moerasgebieden vervullen al eeuwenlang een belangrijke functie voor aquatische fauna. Kraakheldere en plantenrijke sloten zijn de afgelopen vijftig jaar echter steeds zeldzamer geworden. Het intensiever schonen met moderne machines leidt tot uniforme, soortenarme sloten. Bij het schonen belanden veel vissen op de oever. Met relatief kleine aanpassingen in slootbeheer is al veel te bereiken. Beschermde soorten als grote modderkruiper, bittervoorn en kleine modderkruiper varen hier wel bij.
Slim sparen van vegetatie goed voor de biodiversiteit
In de praktijk blijken watergangen vaak intensiever geschoond te worden dan noodzakelijk is vanuit de afvoerfunctie die ze hebben. In dergelijke wateren kan veel meer vegetatie blijven staan. Er kan bijvoorbeeld voor gekozen worden ieder jaar slechts één van de oevers te maaien. Vissen en amfibieën hebben hier veel baat bij.
Creëren ontsnappingsroute voor vissen
De maaikorf waarmee geschoond wordt, fungeert in feite als een groot schepnet als deze tegen de kant omhoog wordt gehaald. Een ontsnappingsroute voor vissen is heel simpel te creëren door altijd vanaf de tegenoverliggende oever te beginnen met maaien, en vervolgens op de oever vanaf waar gemaaid wordt een klein randje vegetatie te sparen. De vissen blijven hierdoor in het water langs de kant achter en worden niet langer opgeschept. Ook is het van groot belang dat er, zoals de gedragscode van de waterschappen voorschrijft, altijd van het slootuiteinde af wordt gewerkt. Als er naar het slootuiteinde wordt toegewerkt worden de vissen in de sloot namelijk opgedreven, en aan het slootuiteinde opgeschept.
Klimaatverandering en waterberging bieden ruimte
Het klimaat verandert. Sloten zijn ooit aangelegd om water aan en af te voeren maar voor het bergen van water na een hoosbui zijn veel sloten te smal. Retentiegebieden en natuurvriendelijke oevers geven invulling aan de waterbergingsopgaaf die hoort bij een grilliger klimaat, maar bieden ook kansen voor soorten van overstromingsvlaktes. Ondiep water van tien tot twintig centimeter in de periode april tot en met juli biedt volop kansen voor jonge vissen, grote modderkruipers en amfibieën. Bij een project van Waterschap Drents Overijsselse Delta nabij Dalfsen werden in een recent afgegraven waterbergingsgebied naast een sloot tientallen jonge grote modderkruipers aangetroffen. Een ander voorbeeld is het niet schonen van een breder slootdeel en de aanleg van een kleine laagte door Waterschap Rijn en IJssel bij een sloot in het Rijnstrangengebied. Tijdens een vismonitoring bleek dat uitsluitend op deze twee plekken hoge dichtheden jonge grote modderkruipers aanwezig waren.
Meer informatie
In het tijdschrift RAVON 67 is een artikel verschenen met als titel "Noodzaak van schadebeperkende maatregelen voor vissen bij schonen en baggeren" (pdf; 0,8 MB).
Tekst: Arthur de Bruin, Jan Kranenbarg & Gerrit Kolenbrander, RAVON
Foto's: Arthur de Bruin (leadfoto: natuurvriendelijke oever naast een maisakker); Sanne Ploegaert; Gerrit Kolenbrander