tuinschallebijter

Natuurjournaal 21 maart 2024

Nature Today
21-MRT-2024 - Op zoek naar schallebijters en berken komen in blad en bloei - let op de verschillen.

Vlinders, hommels, mugjes: het is duidelijk dat het insectenseizoen weer begonnen is. Al dat vliegende grut valt nogal op, maar ook loopkevers worden wakker. Daarbij horen ook de schallebijters, bijvoorbeeld de tuinschallebijter. Deze stevige kevers zijn echte bodembewoners die elke nacht op jacht gaan. Sommige worden een paar jaar oud en hebben overwinterd; pasgeboren schallebijters die in de winter zijn verpopt wagen nu hun eerste stapjes. Met hun lange poten zijn het echte hardlopers die zo hun prooi verschalken en in stukken bijten: slakjes, wormen, rupsen en ook veel larven van andere kevers. Tuinschallebijters zijn dus goede compagnons voor tuiniers! Ze komen voor in bossen met een goede humuslaag en ook wel in tuinen. Overdag verstoppen ze zich onder stenen of houtstronken. De kettingschallebijter (ook wel gekorrelde veldloopkever) is ook een algemene soort die je in het hele land kan vinden. Ze zijn makkelijk te herkennen aan de glanzende en geribbelde dekschilden, zoals mooi te zien is op dit filmpje.

Mannelijke en vrouwelijke katjes van de ruwe berk

In het zuiden van het land zijn er al berken die blaadjes krijgen én in bloei raken. In de komende weken zullen steeds meer berken gaan boeien. Als je hooikoorts hebt, kun je dat goed merken want het pollen van berken veroorzaakt veel klachten. Bij een bloeiende berk kun je ook goed zien dat er veel stuifmeel uit de katjes komt. De lange, hangende katjes aan het einde van de takken zijn de mannelijke bloemen. Als je tegen een rijp katje aantikt, komt er een wolkje stuifmeel uit. De vrouwelijke katjes zijn kleiner en slanker en staan bovenop de takken. De twee soorten berken zijn nog niet zo makkelijk uit elkaar te houden. Op Flora van Nederland kun je de verschillen tussen de ruwe berk en de zachte berk bekijken op de foto’s.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Donald Hobern, Wikmedia Commons; Piet Zomerdijk, Saxifraga