appelvink

Natuurjournaal 16 juni 2025

Nature Today
16-JUN-2025 - Broedende appelvinken en vliegende appeltakken.

De appelvink is een onopvallende vogel die vooral in oudere loofbossen voorkomt. Ze broeden meestal hoog in bomen, tegen de stam of in klimop. Jonge appelvinken, die net uit het nest zijn gekomen, vallen wel op door hun luidruchtige gedrag. Hun uiterlijk wijkt nog af van de volwassen vogels. Hun goudgeelgekleurde kop en keel vallen op, net als hun (vrij grof) gestreepte borst. De snavel is al goed ontwikkeld, maar nog niet zo groot als die van een volwassen vogel. De armpennen zijn al opvallend donkerblauw tot paars. De ouders voeren hun jongen eiwitrijke rupsen of insecten, onder meer rupsen van kleine wintervlinders. Deze rupsen zijn juist nu erg talrijk. Volwassen appelvinken zijn zaadeters, maar lusten ook nog wel eens een insect of larf. Ze eten in ieder geval geen appels, er wordt vermoed dat het woord appel zou verwijzen naar haagappel, waarmee de vruchten van de meidoorn worden bedoeld.

De appeltak is eerst groen maar verbleekt al snel

Ook de appeltak heeft niks met appels. Deze nachtvlinder is wel ‘appeltjesgroen’, maar waarschijnlijk is de naam afgeleid van het uiterlijk van de rups, die op een takje lijkt. Waarom juist het takje van een appelboom bij deze soort werd gekozen is niet geheel duidelijk. Appeltakken komen overal in Nederland voor waar bomen staan, ook in parken en tuinen. Ze vliegen zelfs in de grote steden, maar hebben een voorkeur voor zandgronden. Ze vliegen ’s nachts en komen op licht af. De groene tint van de vlinders is enkele dagen na het uitkomen al grotendeels verdwenen. Ze zijn dan groenachtig wit of zelfs vrijwel helemaal wit. 

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Beeld: Henk Mulders, Waarneming.nl; Jan van der Straaten, Saxifraga