Slakje op wiertakje; nieuw in Nederland

Stichting ANEMOON
28-SEP-2025 - Slakkenexperts zochten tevergeefs. Maar een zeewier-onderzoeker lukte het onverwachts wél. En zo werd een nieuwe kleine huisjesslak aan de Nederlandse faunalijst toegevoegd. Het eerste autochtone Nederlandse Zeeposthorentje

Nathalie werd erdoor verrast, die blije reacties van weekdierenexperts op haar ontdekking. De betreffende slak is er intussen niet meer. Dat wil zeggen, die is overleden. De weke delen zijn opgenomen in de collectie van Naturalis om te worden gebruikt voor DNA-onderzoek. Dat is goed nieuws voor de wetenschap.

Wier kijken bij Kattendijke

Het roodwier Osmundea hybrida werd voor het eerst in ons land gevonden op 30 april 2022 in de Oosterschelde nabij Goes. De Nederlandse naam 'Stomp rendiergeweiwier' is een mondvol, maar wel tekenend. In een artikel op Nature Today werd de vraag gesteld of het toen nieuwe wier op meer plekken voorkwam en hoe snel het zich zou gaan verspreiden. Nederlandse wierdeskundigen, waartoe Nathalie behoort, houden die uitbreiding in de gaten. Dat doen ze op diverse plaatsen in Zeeland, waaronder langs de zeedijk bij Kattendijke, waar dit wier inmiddels rijkelijk groeit.

Stomp rendiergeweiwier (Osmundea hybrida) bij Kattendijke

Extra aandacht

Nathalie onderzoekt onder andere hoe dit wier in de mariene biotopen integreert. Verdringt het andere soorten? Of zijn er juist voordelen en samenwerkingen? Ze neemt tijdens mariene inventarisaties altijd wiermonsters mee. Dat is nodig voor de complete documentatie en om microscopisch de soorten te determineren die er op groeien. Ze vervolgt: "Vanuit dat oogpunt krijgt Osmundea hybrida elke keer even extra aandacht van me: ik bekijk het onder de binoculaire microscoop en determineer en documenteer de soorten die erop leven of groeien."

Slakje op wiertakje

En zo viel haar oog op deze minuscule slak. Het dier kroop over een van de ronde assen van het Osmundea-wier. De sterke gelijkenis met de bekende Posthorenslak uit het zoetwatermilieu was treffend, al gaat het wel om een héél kleine uitvoering daarvan: de diameter van het niet volgroeide huisje was 0,53 millimeter. Hoewel de soort Skeneopsis planorbis al heel lang geleden uitgestorven is op de plaats waar nu ons land ligt, was het herkennen en op naam brengen niet moeilijk. De foto's van aangespoelde fossiele huisjes in een veldgids waren duidelijk genoeg. Nathalie's vondst is het eerste autochtoon levende exemplaar van onze kust. Ze kon er een aantal foto's van maken.

Het eerste Zeeposthorentje (Skeneopsis planorbis) dat autochtoon levend in ons land is aangetroffen (Kattendijke, maart 2025). Op de foto's is het grote zwarte oog duidelijk te zien

ARISE-project

Nathalie verzamelt met een aantal soortspecialisten wiermateriaal voor ARISE, de DNA-barcodebieb van Naturalis. Toen ze een aantal weekdierenexperts (malacologen) peilde, bleek er vanuit die hoek grote interesse voor de vondst en het exemplaar. Het geconserveerde dier heeft nu een ARISE-code en is in een minuscuul buisje het onderzoekspad opgestuurd. Nathalie: "Misschien wel een nobel lot voor het eerste levende exemplaar van een soort die zich tot nog toe goed voor Nederlandse onderzoekers wist te verbergen."

Tevergeefs gezocht

Naar levende exemplaren van Skeneopsis planorbis, zoals de wetenschappelijke naam van het slakje luidt, werd al jaren tevergeefs door Nederlandse experts uitgekeken. Eén expert reageerde zo: "O Nathalie, dat is fantastisch! Daar heb ik al zoveel naar gezocht! Maar vooral dicht bij zee (onder andere Westkapelle), omdat ik ze daar verwachtte." Ook andere experts, waaronder de schrijver van de Veldgids Schelpen reageerden enthousiast. Het Zeeposthorentje behoort tot de 'micromollusken', soorten die in volwassen toestand hoogstens enkele millimeters groot worden. In de veldgids staan als maximale afmetingen 2 bij 0,8 millimeter vermeld. Ook is te lezen dat de soort niet tot onze fauna wordt gerekend – nu oud nieuws – en dat er wel exemplaren zijn gevonden op wieren die vanuit het zuiden (omgeving Het Kanaal) zijn komen aandrijven. Daarnaast zijn in aanspoelsel oude fossiele huisjes te vinden.

Blauwgrijs, zwart of bruin verkleurde fossiele huisjes, opgespoeld uit bodemlagen uit een ver verleden (gevonden bij Cadzand). Ze laten mooi de vorm van volgroeide Zeeposthorentjes zien: 4 tot 5 geleidelijk toenemende windingen in een bijna plat vlak

Nieuw op nieuw

De Nederlandse fauna verandert. Dat gaat ook op voor weekdieren. Door het veranderende klimaat zien we op het land diverse landslakken vanuit het zuiden 'oprukken'. En ook in zee krijgen we er meer soorten bij die hier vroeger niet thuishoorden. Het Zeeposthorentje is eveneens een zuidelijke opschuiver, of zo u wilt 'klimaatschuiver'. Is het toeval dat het eerste autochtoon levende exemplaar nieuw is aangetroffen op een eveneens nieuw roodwier? We weten het niet. Of de microslak zich hier gaat thuisvoelen, is evenmin bekend. Maar dat laat zich in de toekomst gemakkelijk onderzoeken.

Tekst: Rykel de Bruyne en Nathalie De Somer, Stichting ANEMOON 
Beeld: Nathalie De Somer (leadfoto: Zeeposthorentje kruipend op takjes van het Stomp rendiergeweiwier Osmundea hybrida); Bas de Wilde