Temperaturen van 14 tot 15 graden, terwijl normaal gesproken in deze tijd van het jaar 7 graden het maximum is. De winter is ver te zoeken, en door deze hoge temperaturen zien we her en der nog paddenstoelen staan die normaliter in de herfst voorkomen. Toch zien we steeds meer winterpaddenstoelen tevoorschijn komen. Voorbeelden hiervan zijn het prachtig gekleurde Blauwgroen trechtertje, het zeer kleine Roze grondschijfje, roodgekleurde Kelkzwammen in vochtige bossen en het Fluweelpootje op stammen van onder andere levende of dode bomen.
Afhankelijk van natuurontwikkeling
Natuurontwikkeling is een proces om op een effectieve manier zeldzame natuurtypen opnieuw kansen te geven in een landschap dat langdurig door bemesting is beïnvloed. Met het afgraven van de bemeste bovenlaag wordt een milieu gecreëerd waarin planten, mossen, insecten, maar ook paddenstoelen, weer een kans krijgen om zich van nature te ontwikkelen. Voor paddenstoelen zijn het de pioniersoorten die hier snel van kunnen profiteren. Deze soorten groeien gemiddeld zo’n 5 jaar op deze plek, waarna ze weer verdwijnen met het langzaam dichtgroeien van het terrein. Hier kun je onder andere het Blauwgroen trechtertje en het Roze grondschijfje vinden.

Het prachtig fel gekleurde Blauwgroen trechtertje en het Roze grondschijfje zijn paddenstoelen die je vanaf eind oktober tot ver in de lente aan kunt treffen in deze natuurontwikkelingsterreinen. Het Blauwgroen trechtertje heeft een piek in de lente, maar als de vorst uitblijft zien we deze soort vaak al in de winter. Momenteel worden ze dan ook volop gemeld. Het Blauwgroen trechtertje staat graag op zandige open plekken waar de vegetatie bestaat uit mossen en korstmossen. Vooral mossoorten zoals Zandhaarmos (Polytrichum juniperinum), Gewoon purpersteeltje (Ceratodon purpureus) en Gewoon haarmos (Polytrichum commune) zijn vrijwel altijd aanwezig. Als je heel goed zoekt tussen het Gewoon purpersteeltje, dan kun je het Roze grondschijfje misschien vinden. Het Roze grondschijfje is een zeer klein, schijfvormig paddenstoeltje dat gesteeld is en vaak niet groter wordt dan een halve centimeter. Vanaf deze maand is het weer uitkijken naar deze soort.
De twee genoemde soorten stellen kritische eisen aan het milieu waar ze tot ontwikkeling kunnen komen, en zijn dan ook geheel afhankelijk van natuurontwikkeling. Stopt de natuurontwikkeling, dan zullen deze soorten naar verwachting sterk afnemen.

In vochtige bossen op zoek naar Kelkzwammen
In Nederland kennen we twee soorten kelkzwammen: de Krulhaarkelkzwam en de Rode kelkzwam. Het zijn soorten die je in het veld niet van elkaar kunt onderscheiden, maar voor veel mensen is dat bijzaak – als je deze soorten voor het eerst tegenkomt, kan je dag niet meer stuk! De wintermaanden zijn bij uitstek een goede tijd om naar deze soorten uit te kijken. Ze vallen op door hun vermiljoen- tot scharlakenrode kleur en kunnen wel 10 centimeter groot worden. Met hun witte steel steken ze uit boven het dode hout waarop ze groeien. Deze kelkzwammen zijn vooral in broekbossen te vinden waar ze op dode takken van verschillende loofhoutsoorten voorkomen, zoals els, esdoorn, wilg en populier. Ook in andere – maar wel met een voorkeur voor vochtige – bossen zijn ze te vinden. De takken waar ze op voorkomen zijn vaak bedekt met mos, wat een prachtig gezicht is.

Fluweelpootjes
Het Fluweelpootje is een paddenstoel met een mooi glanzende, oranjebruine hoed en een bijna zwarte, fluweelachtige steel. Fluweelpootjes groeien meestal in groepen of bundels op hout. Dat kan zowel dood als levend hout zijn, zoals stammen, stronken, takken en zelfs ondergronds hout van loofbomen. Heel af en toe komen ze ook voor op naaldbomen. Ze hebben een duidelijke voorkeur voor bomen als els, es, populier en vlier op voedselrijke bodems, maar soms vind je ze ook op paardenkastanje of op iepen die zijn aangetast door de iepenziekte. Ze komen verspreid over het hele land voor.
De naam Fluweelpootje verwijst naar de zachte, fluwelige steel. De wetenschappelijke naam Flammulina slaat op de warme oranje kleur van de hoeden, die in de zon bijna lijken te gloeien. Fluweelpootjes spelen een belangrijke rol bij het afbreken van dood hout, maar ze kunnen ook voorkomen op verzwakte bomen, waar ze zich als zwakteparasiet gedragen.

Tekst: Paddenstoelenonderzoek Nederland
Beeld: Iva Balk; Ronald Morsink
