Heivlinder- primair

Vlinderjaar 2025 heeft twee gezichten

De Vlinderstichting
29-DEC-2025 - Was 2025 een goed vlinderjaar? We zien de afgelopen tientallen jaren steeds minder vlinders, maar het afgelopen jaar had twee gezichten. Er waren perioden dat er meer vlinders waren dan het gemiddelde van de afgelopen 35 jaar, maar er waren ook – en langere – perioden die onder gemiddeld waren.

Het meetnet vlinders is gestart in 1990 en geeft betrouwbare trends van de dagvlinders in ons land. Voor 2025 zijn de definitieve gegevens nog niet beschikbaar, maar uit de voorlopige resultaten kunnen we al wel een beeld krijgen. In onderstaande grafiek staat het gemiddelde aantal vlinders dat je door het jaar heen in een monitoringroute van een kilometer lengte ziet. De rode lijn geeft het gemiddelde vanaf 1990 en de groenblauwe lijn dat van 2025. We zien dat er vooral in het voorjaar veel vlinders waren. April en mei waren goede vlindermaanden. Ook in het begin van de zomer was het redelijk, maar eind mei waren er erg weinig vlinders. Ook in de zomer, vanaf half juli, lagen de aantallen een stuk lager dan het langjarig gemiddelde.

Gemiddelde aantal vlinders in een monitoringroute van een kilometer lengte in 2025 (groenblauwe lijn) en in de periode 1990 tot en met 2024 (rode lijn)

Het goede vlindervoorjaar is deels te danken aan het weer. Weersomstandigheden zijn vaak verantwoordelijk voor goede perioden, maar allerlei drukfactoren – zoals versnippering, verdroging en overmaat aan stikstof – bepalen de trend op de langere termijn. Het voorjaar van 2025 verliep in Nederland opvallend warm, droog en zeer zonnig. Zowel maart als april eindigden ruim boven de normale temperatuur.

Wat van de soorten die een goed jaar hadden in 2025. Van links naar rechts: groot koolwitje, boomblauwtje, bont zandoogje en oranje luzernevlinder

Wat van de soorten die in 2025 geen goed jaar hadden. Van links naar rechts: zwartsprietdikkopje, bont dikkopje, spiegeldikkopje en bruin zandoogje

De argusvlinder is de afgelopen dertig jaar met meer dan 90 procent achteruitgegaan, maar was in 2025 iets meer aanwezig dan de jaren ervoorAls we naar individuele vlindersoorten kijken, zien we ook die twee gezichten: soorten die een goed jaar hadden en soorten die veel minder aanwezig waren. Het was een prima jaar voor de gele en de oranje luzernevlinder, die met name in augustus en september veel aanwezig waren. Andere trekvlinders als atalanta en distelvlinder waren minder aanwezig. Soorten die het ook goed deden waren bont zandoogje, boomblauwtje, groot koolwitje en staartblauwtje. De argusvlinder vloog in grotere aantallen dan de afgelopen jaren, maar deze vlinder is zo sterk achteruitgegaan dat er nog steeds maar heel weinig zijn. De slechte situatie, die we al een aantal jaren zien bij de kleine vos, het bont dikkopje en de heivlinder, zette zich in 2025 voort en deze soorten hadden hun slechtste jaar sinds het begin van het meetnet. Ook het zwartsprietdikkopje, vroeger een van de meest getelde vlinders op de routes, gaat sterk achteruit en komt nog maar in een fractie van de aantallen voor die een jaar of twintig geleden nog gebruikelijk waren.

Meer informatie

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Beeld: Kars Veling (leadfoto: heivlinder); meetnet vlinders, Netwerk Ecologische Monitoring