Nieuwe, potentieel invasieve paddenstoel gevonden in Noord-Holland

Nederlandse Mycologische Vereniging
16-DEC-2020 - Op 1 november 2020 vond Inge van Westen in het Dijkgatbos in de Wieringermeer een voor Nederland nieuwe soort: Favolaschia calocera. Het is een opvallend oranje paddenstoeltje met grote poriën in plaats van lamellen. Qua uiterlijk is het een aanwinst, maar het is een exoot en er zijn zorgen dat hij onze inheemse houtbewonende paddenstoelen kan verdringen.

Favolaschia calocera (een Nederlandse naam is nog niet vastgesteld) is een vrij recente soort die pas in 1945 opduikt in de wetenschappelijke literatuur. De soort is lid van de mycenafamilie (Mycenaceae) en inheems in Madagaskar, Zuid-China en Thailand. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw breidt hij zich uit op het zuidelijk halfrond, vooral in Nieuw-Zeeland en Australië waar hij als een invasieve exoot wordt beschouwd. In 1999 maakte hij de overstap naar Europa: eerst Italië en Spanje, vervolgens Engeland en Frankrijk, vorig jaar in België en nu in ons land als meest noordelijke vindplaats, in Noord-Holland.

Het is relatief snel gegaan, maar het aantal vindplaatsen in Europa blijft nog beperkt tot ruim twintig. Toch zijn er zorgen over deze succesvolle nieuweling. Zijn verspreiding over de wereld lijkt bevorderd te zijn door menselijk transport van hout en houtproducten zoals pallets en kisten. Eenmaal gevestigd kan de soort via zijn sporen snel nieuwe leefgebieden koloniseren. Daarbij heeft hij mogelijk het voordeel dat hij stoffen produceert die andere schimmels hindert om zich op hetzelfde substraat te vestigen. Gevoegd bij zijn talent om snel ecologische niches in te nemen die door menselijke verstoring zijn ontstaan, maakt dit hem tot een potentieel invasieve exoot.

Bovenzijde Favolaschia calocera

Fotografen zullen het zeker een aanwinst vinden. De hoedjes van Favolaschia calocera worden een halve tot drie centimeter groot en zijn geel tot helder oranje van kleur, met een korte steel aan de zijkant. Ze hebben wel iets weg van een pingpongbatje. Aan de onderkant hebben ze vrij grote poriën in een honingraatachtige structuur. Dat is aan de bovenkant herkenbaar aan het bobbelige oppervlak. Ze groeien vaak in flinke aantallen op dood hout van loof- en naaldbomen en zelfs op houtachtige delen van andere planten, zoals varens. Ze zijn ook niet kieskeurig wat betreft habitat en klimaat. Buiten hun natuurlijke leefgebied lijken ze vooral te gedijen in omgevingen die door de mens min of meer ingrijpend zijn beïnvloed. Denk daarbij aan houtplantages, bosschages, verwilderde parken en verlaten landbouwgronden, vaak langs veel gebruikte transportroutes. Vanuit de tropen en subtropen op het zuidelijk halfrond hebben ze zich nu ook in onze gematigde klimaatzone gevestigd.

Poriestructuur en steeltje Favolaschia calocera

Of het in ons klimaat zo ver komt als in Nieuw-Zeeland, weten we nog niet. Maar de eigenschappen van Favolaschia calocera geven voldoende reden om zijn effect op onze inheemse paddenstoelenflora goed in de gaten te houden. Daarom vragen we iedereen om uit te kijken naar deze opvallende en goed herkenbare soort. Maak een foto, noteer op welk substraat hij groeit en zo mogelijk met welke andere soorten. Meld dit met locatie en datum op waarneming.nl of waarnemingen.be. Als er voldoende waarnemingen worden doorgegeven, krijgen we een beeld van hoe deze soort zich in Nederland en België gedraagt en welke effecten hij heeft op onze inheemse soorten.

Meer informatie over deze soort is te lezen in Kijk op Exoten nr. 33, december 2020. 

Tekst: Kees van Vliet, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Inge van Westen (leadfoto: Favolaschia calocera); Rob Belterman; Huub Veldhuijzen van Zanten