Mannetje Roodknie-dikpootspringspin (foto: Pierre Oger, ARABEL-beeldbank)

Eerste vondst Roodknie-dikpootspringspin voor België

21-JUL-2011 - De nieuwe media zorgen naast veel spam ook voor interessante ontdekkingen. De eerste vondst van de Roodknie-dikpootspringspin in België kwam aan het licht via een ongewervelden-forum. De spin werd pas tien jaar geleden wetenschappelijk beschreven.

Bericht uitgegeven door Arabel op [publicatiedatum]

De nieuwe media zorgen naast veel spam ook voor interessante ontdekkingen. De eerste vondst van de Roodknie-dikpootspringspin in België kwam aan het licht via een ongewervelden-forum. De Roodknie-dikpootspringspin (Sibianor larae) werd pas tien jaar geleden wetenschappelijk beschreven.

De gekende verspreiding luidde toen dat de soort voorkwam in de gematigde zones van het Euro-Siberisch gebied (van Scandinavië over het Midden-Oeralgebergte naar het oosten). Ondertussen wordt duidelijk dat deze spin ook meer naar het westen en zuiden verspreid is.

Mannetje Roodknie-dikpootspringspin (foto: Pierre Oger, ARABEL-beeldbank)

De ontdekking van de soort voor ons land is één van de eerste die we te danken hebben aan de 'nieuwe media'. Een foto van de spin werd gepost op een ongewervelden-forum en kwam op die manier onder de aandacht van arachnologen die het forum bezochten. Er werd door de spinnenkundigen van ARABEL gevraagd om een exemplaar te bezorgen voor positieve determinatie via studie van de geslachtsorganen. Dat is immers de meest gebruikte methode om spinnen betrouwbaar op naam te brengen.
Na controle bleek het om een nieuwe soort voor onze fauna te gaan.

De Roodknie-dikpootspringspin lijkt erg op de Dikpootspringspin (Sibianor aurocinctus) en ondertussen bleek ook al dat een aantal van de vroeger verzamelde exemplaren van die Dikpoot eigenlijk Roodkniedikpoten zijn. Verder nazicht van Dikpoten in de Belgische spinnencollecties zal ons een beter zicht geven op de eigenlijke verspreiding in ons land. Het lijkt er alleszins op dat het een soort is die zich graag ophoudt op warme plekjes in heidegebied.

Springspinnen weven geen web, maar gaan actief op zoek naar prooi, besluipen die en maken op het juiste moment een -soms spectaculaire- sprong waarbij ze de prooi direct met de gifkaken vastgrijpen. Wanneer het om een grote prooi gaat, kan het gebeuren dat de spin nog even meereist of -vliegt vooraleer het slachtoffer aan het geïnjecteerde gif bezwijkt. Springspinnen hebben goede ogen. Bij spinnen betekent dat, dat ze een scherp zicht hebben tot op ongeveer 20 centimeter.

Tekst: Koen Van Keer, Belgische arachnologische vereniging ARABEL
Foto: Pierre Oger, ARABEL-beeldbank