Ontvlucht de winter!

Stichting RAVON
24-FEB-2009 - De herfst is voor amfibieën in Nederland de start van een periode van rust. Ze verstoppen zich onder de grond, onder stapels bladeren of onder water en wachten tot de winter voorbij trekt. Ze wachten tot de temperaturen weer stijgen en er aan de voortplanting kan worden begonnen. Pas als een aantal dagen achter elkaar de nachttemperatuur boven de 5 graden Celcius is beginnen de eerste amfibieën aan de trek naar de voortplantingswateren.

Bericht uitgegeven door RAVON op dinsdag 24 februari 2009

De herfst is voor amfibieën in Nederland de start van een periode van rust. Ze verstoppen zich onder de grond, onder stapels bladeren of onder water en wachten tot de winter voorbij trekt. Ze wachten tot de temperaturen weer stijgen en er aan de voortplanting kan worden begonnen. Pas als een aantal dagen achter elkaar de nachttemperatuur boven de 5 graden Celcius is beginnen de eerste amfibieën aan de trek naar de voortplantingswateren.

Heel anders is dit in Zuid-Europa, met name in het zuiden van Spanje en Portugal of in het Nabije Oosten (Mediterraan Turkije, Syrië, Libanon en Israël). Daar is de herfst juist de start van activiteit. Na een gortdroge zomer, waarin de meeste amfibieën zich goed verstopt hebben tegen uitdroging, is het wachten op de eerste regens die de start van de voortplanting aankondigen. De eerste regens vallen in oktober of november en dan vullen zich langzaam de poelen en plassen waarin de amfibieën zich voortplanten. In de heuvels ontstaan weer beekjes.

 
  Mannetje van de Bandsalamander, Triturus (Ommatotriton) vittatus in baltskleed, begin februari 2009, Syrië

De meeste van de inheemse amfibieën vind je ook daar weer terug. De gewone pad, rugstreeppad, vuursalamander en soms zijn het nauw verwante soorten zoals de Spaanse vroedmeesterpad, de dwergmarmersalamander (verwant aan de kamsalamander), de Spaanse watersalamander (zustersoort van de kleine watersalamander), de Spaanse knoflookpad en mediterrane boomkikker. En dan heb je nog soorten die wij hier niet kennen, zoals de schijftongkikker en de ribbensalamander. Maar ja, daar hebben ze dan weer geen Alpenwatersalamanders of bruine kikkers.

En ook zie je dat de soorten die daar het eerste beginnen, ook hier het eerste starten. Gewone padden, vuursalamanders, knoflookpadden zijn relatief vroeg, en de boomkikkers en rugstreeppadden zijn relatief laat. Vaak pas tegen het voorjaar actief (grofweg februari). Eigenlijk zijn de temperaturen waarbij ze actief zij grofweg gelijk aan de activiteitstemperaturen hier!

Voor de echte "amfibieoloog" staat de tijd dus niet stil. Geen winterrust, maar een verplaatsing. In de herfst als het hier stiller wordt ga je naar het zuiden totdat de winter voorbij is. Eigenlijk ben je dan een soort ooievaar, verzot op amfibieën vlieg je naar daar waar ze wel actief zijn!

Tekst en foto: Sergé Bogaerts