Tachina fera, Woeste sluipvlieg

Natuurjournaal 15 oktober 2025

Nature Today
15-OKT-2025 - Woeste sluipvliegen zoemen nog en sluipwespen zoeken naar slachtoffers.

Het 'woeste' van de woeste sluipvlieg zit 'm in de vele zwarte borstelharen, of setae, die zijn lichaam bedekken. Het is geen gewoon haar, zoals dat van ons, groeiend uit een haarzakje. En de haren zijn niet bedoeld om de vliegen warm te houden, ze zijn immers koudbloedig. Voor woeste sluipvliegen werken de setae als sensoren. Ze nemen onder andere drukveranderingen in de lucht waar, waarop de sluipvliegen reageren. Bijvoorbeeld door zich uit de voeten te maken als iemand een slaande beweging naar ze maakt. Woeste sluipvliegen parasiteren op rupsen en andere onvolwassen insecten: ze leggen er eitjes in, die de gastheren na het uitkomen van binnenuit consumeren. Ze vliegen in twee generaties per jaar, de volwassen dieren van de tweede generatie zijn nu nog te zien. De sluipvliegen zijn groot en je hoort ze al aankomen door hun harde gezoem. Van bovenaf hebben ze een driehoekig uiterlijk, wat een beetje aan de vorm van een daas doet denken. 

De legboor zit in rust verpakt in de schede. Hier zijn ze goed los van elkaar te zien: de schede wijst naar achteren, de legboor steekt in het hout

Sluipwespen zijn voor ons ongevaarlijk. Wat je voor een angel aan zou kunnen zien is in werkelijkheid een ovipositor of legboor. Zo weet je het meteen wanneer je een vrouwtje voor je hebt: hiermee steken de vrouwtjeswespen hun eitjes op moeilijk bereikbare plekken, zoals in een rups, kever- of bijenlarve, verstopt in hout. Bij gewone sluipwespen (Ichneumonidae) zijn die legboren opvallend lang. Er zijn vele soorten sluipwespen en het is soms knap lastig om ze op zicht uit elkaar te houden. Vandaar waarschijnlijk dat de ObsIdentify-app de sluipwesp die gistermiddag over mijn bijenhotel kroop, aanwees als Dolichomitus-complex. Het was fascinerend om haar aan het werk te zien. Met chirurgische precisie haalde ze haar flexibele legboor, een naald van een haar dik, uit de schede, een soort beschermhoes. Ze stak de boor in een al dichtgemetseld tunneltje en zo verdween ze, zich aan de randen van het bamboestokje vasthoudend, bijna geheel in de gang. Ik denk dat ze een aantal eitjes heeft gelegd, steeds een stukje dichter bij de ingang. Houd, om deze schoonheden komende weken nog te zien voordat het echt kouder wordt, dus eens je bijenhotels in de gaten!

Tekst: Karen Bosma, Nature Today
Beeld: Ab H. Baas, Saxifraga; Corine Bijl, Waarneming.nl