Terugkeer van een zandige IJsseloever bij Welsum.

De IJssel wordt weer een échte rivier

ARK Rewilding Nederland
14-AUG-2010 - Het verwijderen van breuksteen bestortingen lijkt één van de belangrijkste maatregelen voor het herstel van natuur langs de IJssel. Dit is onder andere te zien aan de terugkeer van de zogenaamde stroomdalplanten. Zo blijkt uit een groot onderzoek langs Rijn, Waal en IJssel dat de laatste jaren in het kader van 'Rijn in Beeld' heeft plaatsgevonden. Dit project onderzoekt de komende jaren op grote schaal wat 20 jaar aan nieuwe natuur- en inrichtingsprojecten langs de grote rivieren heeft opgeleverd.

Bericht uitgegeven door ARK op [publicatiedatum]

Het verwijderen van breuksteen bestortingen lijkt één van de belangrijkste maatregelen voor het herstel van natuur langs de IJssel. Dit is onder andere te zien aan de terugkeer van de zogenaamde stroomdalplanten. Zo blijkt uit een groot onderzoek langs Rijn, Waal en IJssel dat de laatste jaren in het kader van "Rijn in Beeld" heeft plaatsgevonden. Dit project onderzoekt de komende jaren op grote schaal wat 20 jaar aan nieuwe natuur- en inrichtingsprojecten langs de grote rivieren heeft opgeleverd.

Tijdens de kanalisaties van de jaren '60 en '70 werden de oevers van de IJssel op grote schaal vastgelegd met zware breuksteenbestortingen. Hierdoor verdwenen de karakteristieke zandige rivierstrandjes en oeversteilwandjes. De oude zandrivier werd een ‘steenrivier’.

De vastgelegde oevers van de gekanaliseerde IJssel bij Cortenoever nabij Zutphen (foto: Marc Hulshoff, RWS)

Het ecologisch herstel van de IJssel is mooi af te lezen aan de terugkeer van zogenaamde stroomdalplanten die langs onze rivieren op zandige ruggen en oeverwallen groeien. Denk daarbij aan Cypres wolfsmelk, Brede ereprijs, Kleine steentijm en Wilde marjolein. Opvallend is dat deze planten langs de IJssel veel minder gemakkelijk terugkeren dan langs bijvoorbeeld de Waal. Dit komt volgens de onderzoekers onder andere doordat de IJssel ‘morfologisch op slot zit’. De IJssel kan nauwelijks meer zand oppakken en opnieuw op zijn oevers afzetten. Ecologisch lijkt de IJssel daardoor meer op een stromend kanaal dan op een echte zandrivier.

Langs de Waal zijn grote zandstranden op de oevers altijd blijven bestaan. Hier heeft de rivier nog de vrijheid om tijdens een hoogwater zand op de oevers af te zetten. In nieuwe natuurgebieden langs de Waal heeft dit de laatste 10 jaar geleid tot een explosieve terugkeer van bedreigde stroomdalplanten, en ook veel dagvlinders, sprinkhanen en vogels reageren hier positief op.

Het Bruin blauwtje profiteert van actieve oeverwallen (foto: Twan Teunissen, ARK)

De onderzoekers zijn daarom enthousiast over recente initiatieven van Rijkswaterstaat om waar mogelijk weer oeverbestortingen te verlagen of te verwijderen. Tot 2015 wordt minimaal 35 kilometer oever (deels) ontsteend en in 2027 moet 85 kilometer IJsseloever weer een natuurlijk beeld hebben. Dit gebeurt onder de vlag van de Kaderrichtlijn Water en wordt uitgevoerd samen met het Waterschap Veluwe en Dienst Landelijk Gebied.
Recent zijn de eerste uitvoeringsprojecten langs de IJssel gestart. Bij Welsum is een stuk van 1600 meter IJsseloever aan het begin van deze zomer heringericht. De oever is ontdaan van zware bestortingen en afgewerkt tot zandige rivieroever. Op andere plaatsen, zoals in de Duursche Waarden bij Wijhe (in 2005) en binnenkort in de Vreugderijkerwaard bij Zwolle (in 2011), mag de rivier weer op eigen kracht rivierstrandjes gaan vormen. Dit levert de komende jaren niet alleen veel op voor natuur, maar maakt de IJssel ook aantrekkelijker voor bezoekers en bewoners.

Tekst: Bart Peters, www.rijninbeeld.nl en Bart Beekers, ARK
Foto’s: Marc Hulshoff, RWS en Twan Teunissen, ARK