Steppekiekendief

Geen paniek voor kiekendief uit het Oosten

22-SEP-2011 - Elk jaar springt er wel een fenomeen in het oog waardoor het in de annalen gaat als ‘het jaar van ...’. Voor 2011 wordt de keuze eenvoudig: dit is 'het jaar van de Steppekiekendief'. Nooit eerder werden in België zoveel exemplaren waargenomen van deze zeldzame, slanke roofvogel uit de steppen van Oekraïne tot Mongolië. Voor vogelspotters zijn dit dan ook hoogdagen.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie op [publicatiedatum]

Elk jaar springt er wel een fenomeen in het oog waardoor het in de annalen gaat als ‘het jaar van ...’. Voor 2011 wordt de keuze eenvoudig: dit is 'het jaar van de Steppekiekendief'. Nooit eerder werden in België zoveel exemplaren waargenomen van deze zeldzame, slanke roofvogel uit de steppen van Oekraïne tot Mongolië. Voor vogelspotters zijn dit dan ook hoogdagen.

Het zat er al een poos aan te komen. In Falsterbo (Zweden), één van de Europese hotspots voor doortrek van roofvogels, werden sinds 1 augustus 2011 al 37 Steppekiekendieven geteld. Best uitzonderlijk, want het jaargemiddelde voor deze telpost bedraagt voor de periode 1973-2010 slechts twee stuks en het vorige recordjaar was 2004 met in totaal 14 exemplaren. In Nederland druppelden de eerste Steppekiekendieven binnen op 21 augustus en sindsdien staat de kraan open. België moest wachten tot 2 september, toen een onvolwassen vogel werd opgemerkt nabij Lommersweiler (Luik). Daarna ging het hard. Tot 23 september staat de teller op 15, verspreid over West-Vlaanderen (1), Oost-Vlaanderen (2), Antwerpen (2), Vlaams-Brabant (1), Waals-Brabant (2), Luik (2), Namen (3) en Luxemburg (2). Enkel Henegouwen en Limburg kwamen nog niet aan de beurt.

Eén van de twee Steppekiekendieven die sinds 4 september rondhangen in de Oost-Vlaamse Prosperpolder (foto: Koen Lepla)

Hoe deze influx moet worden verklaard, is niet duidelijk. Soms wordt een dergelijk fenomeen veroorzaakt door weersomstandigheden die vogels doet afwijken van hun normale trekroute maar het ziet er niet naar uit dat dit nu het geval is. In België is de Steppenkiekendief een zeldzame dwaalgast. Het dieptepunt in de periode 1950-1970 komt overeen met het in cultuur brengen van steppegebieden in Zuid-Rusland en Noord-Kazachstan. Vanaf de jaren 1990 nam het aantal waarnemingen toe. In die periode broedde de soort steeds noordelijker, mogelijk beïnvloed door de verdwijning van de typische vochtige biotoop in het zuiden. De toename van het aantal meldingen in België is vermoedelijk te danken aan een toename van het aantal broedgevallen ten noorden van het vroegere areaal. In Finland werden in 2011 vier sucesvolle broedgevallen genoteerd (waarvan twee in de buurt van Oulu). Tussen 1800 en 2009 werden in België nog maar 34 Steppekieken aanvaard door het Belgisch Avifaunistisch Homologatiecomité (BAHC). Indien ook de 14 vogels van dit najaar zouden worden gehomologeerd (wat erg waarschijnlijk is aangezien de meeste goed werden gefotografeerd), zou dit het totaal aantal behoorlijk doen stijgen. 

Steppekiekendieven broeden vooral op de steppes van Rusland, Kazachstan en het noordwesten van China. Een klein aantal broedt in Azerbeidzjan, Roemenië, Turkije en de Oekraïne. In het najaar trekken deze broedvogels naar hun overwinteringsgebieden in Afrika en het Indische Subcontinent. De soort doet het op wereldschaal niet best: de totale populatie wordt geschat op amper 9.000 tot 15.000 paar. Vooral in Europa zit de soort in vrije val: tussen 1970 en 2000 zou de populatie er met minstens 30% op achteruit zijn gegaan. Waar loopt het dan fout? In de broedgebieden worden heel wat steppegraslanden omgezet in akkers en vochtige hooilanden worden te intensief begraasd waardoor er steeds minder geschikt broedhabitat rest. In het overwinteringsgebied zouden het vooral pesticiden zijn die de soort de das omdoen.

In Europa komen vier soorten kiekendieven voor: de Bruine, de Blauwe, de Grauwe en de Steppekiekendief. De Bruine Kiekendief broedt jaarlijks in Vlaanderen in lage aantallen (ca. 70 paar). De Blauwe Kiekendief is een zeer zeldzame broedvogel in Vlaanderen maar wel een vrij algemene wintergast. De Grauwe Kiekendief wordt dan weer vooral tijdens de voorjaarstrek (in mei-juni) in ons land waargenomen. Kiekendieven eten behalve heel veel insecten en knaagdieren, ook jongen van vogels, kuikens of 'kiekens' dus, en hebben daaraan hun naam te danken. Een link naar het stelen van kippen moet er niet worden gelegd. De Vlaamse veehouderij kan dus op beide oren slapen.

Wie zelf een Steppekiekendief wil zien, kan best afzakken naar de Prosperpolder in Doel (Oost-Vlaanderen), de IJzerbroeken in Woumen (West-Vlaanderen) of het plateau van Outgaarden, op de grens van Vlaams- en Waals Brabant. Wil je weten of deze vogels nog aanwezig zijn? De laatste stand van zaken kan je volgen op www.waarnemingen.be.

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto: Koen Lepla