Zwarte specht in opmars in Vlaanderen
Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland en Natuurpunt Studie op 20 maart 2012
Het is nu spechtentijd: alle spechtensoorten zijn actief en dat geldt zeker ook voor de majestueuze Zwarte specht. Zoek hem in de grote boscomplexen van ons land en let op de luide roffel en de opvallende roep.
“De” specht van ons land is de Grote bonte specht (Dendrocopos major), die je nu overal kan horen roffelen. Roffelen heeft dezelfde functie als zang bij zangvogels en dient de paarvorming en territoriumafbakening. Is de roffel van de Grote bonte specht tamelijk kort, de veel zeldzamere Zwarte specht (Dryocopus martius) roffelt indrukwekkend luid en lang aangehouden. Toch is deze niet vaak te horen, Zwarte spechten communiceren meer vocaal: de vluchtroep (een rollend kruu-kruu-kruu-kruu) en de zitroep (klieéééé...) zijn vaker te horen. De baltsroep lijkt een beetje op het lachen van een Groene specht (Picus viridis).
Het is maar goed ook dat de Zwarte specht, bijna zo groot als een Zwarte kraai, regelmatig roept, want je loopt er niet zomaar tegen aan. Het territorium van de Zwarte specht is groot en bestrijkt enkele vierkante kilometers. Ze verschuilen zich bovendien graag achter stammen. Bovendien is hij schaars. Rond 2000-2002 broedden er 650 tot 1050 paren in Vlaanderen met een aaneengesloten bolwerk in de Kempen, in Wallonië is hij iets algemener met ca 920 tot 1400 broedparen in 2010.
Het eerste Vlaamse broedgeval van de Zwarte specht werd pas in 1903 vastgesteld in de Voerstreek. Door de aanplant van uitgestrekte naaldbossen in Wallonië ontstond er veel geschikt leefgebied en werd de weg naar het Kempense landschap met veel dennen geëffend. De kolonisatie kon beginnen. In de jaren twintig en dertig vond een sterke expansie van het broedgebied plaats, ondanks de vervolging. Zwarte spechten werden destijds volop geschoten vanwege vermeende schade in de bosbouw. Ook nu bevindt het grootste en meest aaneengesloten bolwerk in Vlaanderen zich nog steeds in de Kempen. Thans worden ze echter al broedend aangetroffen tot Oostkamp bij Brugge.
Zwarte spechten komen het meest voor in uitgestrekte naaldbossen, afgewisseld door beukenlanen en –percelen waarin ze broeden. Ze hakken de nestholte vooral uit in de dikkere beuken. Foerageren doen ze graag in jong naaldhout waar ze op zoek gaan naar mieren (vooral houtmieren) maar ze eten ook larven van in dood hout levende kevers.
De Engelse vogelkijkers volgen de kolonisatie van deze indrukwekkende houthakker alvast op de voeten want daar is deze soort een extreme zeldzaamheid, waarvoor ze graag al eens het water oversteken.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland, herwerkt door Gerald Driessens (Natuurpunt Studie)
Foto: Dieder Plu