Narrentasje op sleedoorn

Narrentasje zorgt voor honger

19-JUN-2012 - Zijn de pruimen dit jaar wat rimpelig en langwerpig? Of lijken de sleedoornbessen meer op cashewnoten? Dit is het werk van het Narrentasje, een plantenziekte die voor mislukte vruchten zorgt, die helaas ook niet meer te eten zijn.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Zijn de pruimen dit jaar wat rimpelig en langwerpig? Of lijken de sleedoornbessen meer op cashewnoten? Dit is het werk van het Narrentasje, een plantenziekte die voor mislukte vruchten zorgt, die helaas ook niet meer te eten zijn.

Narrentasje of Hongerpruim (Taphrina pruni) is een parasiet die bij Sleedoorn en diverse andere pruimensoorten voor misvormde vruchten zorgt. Deze schimmel kent een meerjarige levenscyclus. De aantasting gebeurt door sporen die zich via de lucht verspreiden en op twijgen en knoppen van de waardplant terechtkomen. In de daaropvolgende lente kunnen de sporen nieuw plantenweefsel binnendringen waardoor twijgen vaak misvormd raken. Bij het begin van de vruchtvorming het jaar daarop veroorzaakt de parasiet overmatige vruchtgroei.  De gevormde vruchten zijn dan rimpelig, uitgerekt, pitloos en niet meer eetbaar.

Narrentasje zorgt bij onder andere Sleedoorn voor misvormde vruchten (foto: Roel Baets)

Het Narrentasje beïnvloedt ook de celdeling in de gastheer, waardoor de misvormde vruchten opvallend groter zijn. Aan de buitenzijde van de jonge vruchten van pruim en Sleedoorn vormt deze parasiet een geelgroene, later grijzige berijpte laag waarin sporen geproduceerd worden. Dit fenomeen is te zien in het voorjaar, wanneer vruchten gevormd worden.

Een koel en nat voorjaar is ideaal voor schimmelsporen om te kiemen. Dan lijkt deze zwam plots niet meer zo zeldzaam te zijn: Op waarnemingen.be  werd de soort dit jaar al 10 keer gemeld, verspreid over heel Vlaanderen. Wellicht is deze soort wel vaker te vinden in tuinen en houtkanten. 

Van het genus Taphrina, dat een aparte plaats inneemt in de zeer uitgebreide orde van de zakjeszwammen of Ascomyceten, zijn wereldwijd bijna honderd soorten beschreven. Elke soort parasiteert op zijn manier op één of meerdere gastheerplanten. Zo kan je op vogelkers een plantenziekte aantreffen die nogal op Narrentasje lijkt: Vogelkersnarrentasje (Taphrina padi). Deze wordt minder gemeld. Over de Elzenvlag (Taphrina amentorum) verscheen al eerder een natuurbericht.

Ook het Vogelkersnarrentasje zorgt voor misvormde vruchten (foto: Tom Van Den Neucker)

Schimmels uit deze groep tasten niet alleen vruchten, maar ook bladeren aan. De Perzikkrulziekte (Taphrina deformans) misvormt de bladeren van Perzik- , Nectarine- ,Abrikoos- en Amandelbomen. Het Elzenbladblaasje (Taphrina sadebeckii) vormt kleine blaasachtige misvormingen op bladeren van els. De Heksenbezem (Taphrina betulina) zorgt dan weer voor een woekering van takken in de kroon van berken. Deze schimmel overleeft in de bast. Bij aantasting van de schimmel gaan de slapende knoppen uitlopen, waardoor een bossige groei ontstaat.

Tekst: Roosmarijn Steeman, Natuurpunt Studie
Foto’s: Tom Van den Neucker, Roel Baets