2012, het jaar van witte spoken en sissende schimmen

28-SEP-2012 - Intensief ringwerk maakte duidelijk dat de Kerkuil dit jaar een bijzonder goed broedseizoen kende. Dat was ooit anders: enkele decennia geleden moest men zoeken naar die ene Kerkuil in de wijde omgeving. Niet zelden werd zelfs angstig gereageerd op de sissende roep die uit de toren boven het kerkhof weerklonk. De Kerkuil was een grote onbekende geworden. Maar nu is hij terug!

Bericht uitgegeven door Kerkuilwerkgroep Vlaanderen op [publicatiedatum]

Intensief ringwerk maakte duidelijk dat de Kerkuil dit jaar een bijzonder goed broedseizoen kende. Dat was ooit anders: enkele decennia geleden moest men zoeken naar die ene Kerkuil in de wijde omgeving. Niet zelden werd zelfs angstig gereageerd op de sissende roep die uit de toren boven het kerkhof weerklonk. De Kerkuil was een grote onbekende geworden. Maar nu is hij terug!

De Kerkuil is terug! (foto: Hugo Willocx)

Die comeback van de Kerkuil (Tyto alba) kwam er echter niet vanzelf. De Kerkuilwerkgroep, die werkt onder de vleugels van Vogelbescherming Vlaanderen, plaatste doordacht honderden kerkuilnestkasten op kerkzolders en in boerderijen, verspreid over Vlaanderen. De Kerkuil kreeg terug toegang tot de broedplaatsen, die hermetisch werden afgesloten voor de vervuilende stadsduiven of Kauwen.

Doorgaans beginnen de nestkastcontroles op 15 juni. Dit jaar werden tijdens enkele steekproefcontroles reeds half mei nesten aangetroffen met jongen van 6 tot 8 weken oud. Twee weken later zaten deze jongen al in de uitvliegopeningen. Uitzonderlijk vroeg! Vanaf 1 juni worden met de nodige voorzichtigheid met de echte controles gestart. Ondanks de vroege meldingen en grote jongen zaten heel wat Kerkuilen toen nog op eieren. Op het eerste broedsel zat een spreiding van twee maanden: niet alle Kerkuilen beginnen immers op hetzelfde moment te broeden. In de tweede helft van juni werden overal in Vlaanderen niet alleen veel nesten aangetroffen maar ook veel jongen. Meerdere nesten telden 6 of zelfs 7 jongen, wat duidelijk maakte dat het een uitzonderlijk jaar zou worden. Het langjarig gemiddelde bedraagt immers 'slechts' 3 jongen per nest.

Eind juli doken de eerste legsels van tweede broedsels op, wat in Vlaanderen uitzonderlijk is. Zelfs nu, in de herfst worden hier en daar nog altijd jongen geringd. Heel wat medewerkers van de Kerkuilwerkgroep Vlaanderen hopen dan ook de kaap van 1.000 (geregistreerde) broedgevallen in Vlaanderen te overschrijden: de kers op de taart van dit jubileumjaar, de Kerkuilwerkgroep bestaat immers 35 jaar.

Maar niet alles verliep even positief: in de tweede helft van juli kregen jongen hier en daar te kampen met voedseltekort. De hevige regenbuien veroorzaakten grote sterfte onder de muizenpopulatie, en dus ook onder de jonge Kerkuilen. Jarenlange ervaring leert ons dat dergelijke sterfte regionaal zeer sterk verschilt en dat was gelukkig ook nu het geval. Dat er gevoelig meer ondervoede jonge Kerkuilen in vogelopvangcentra terechtkwamen, is geen geschikte parameter: als er veel jongen geboren worden, komen er uiteraard ook meer in de problemen.

In september steekt een jaarlijks (regionaal) terugkerend probleem weer de kop op: vergiftiging. Voltallige nesten met jongen van tweede of late broedsels gaan verloren. De oorzaak was snel gevonden: een rattenplaag. Mensen strooien al te vaak te kwistig met gif om de plaag in te dijken... En zoals traditioneel leverde de tweede helft van september ook terug de eerste verkeersslachtoffers van het najaar, meestal onervaren, jonge vogels waarvoor ons drukke wegennet fataal werd. Volgend voorjaar zal wellicht opnieuw een triest recordaantal Kerkuilen doodgereden worden. Wie hierover meer wil weten kan komende zaterdag nog terecht op de studiedag 'Dieren onder de wielen', waar ook de risico’s voor de Kerkuil aan bod komen.

Tekst: Ludo Smets, Kerkuilwerkgroep Vlaanderen, Foto: Hugo Willocx