
Iepenpage ook in grote steden
De VlinderstichtingTwee grote iepen in een parkje in Heerlen in Limburg waren jarenlang de enige plek waar je de iepenpage te zien kon krijgen. Dan moest je wel veel tijd investeren of geluk hebben, want de vlinder bevindt zich meestal in de boomkruin en dan moet je hem net even zien vliegen. Vervolgens moest je die vlinder ook nog eens goed in de kijker of telescoop bekijken om zeker te weten dat je niet met een andere page te maken had.
Er waren ook incidentele meldingen van iepenpage in Eindhoven en Nijmegen, maar dat leken eenmalige waarnemingen. Gericht zoeken op die locaties leverde geen nieuwe waarnemingen op. Dit veranderde in 2012, toen de vlinder op steeds meer plekken werd gevonden. De jaren daarna volgde een verdere uitbreiding. Dit heeft zeker te maken met de aandacht die er aan de vlinder werd gegeven en aan de manieren waarop je hem moet zoeken. Rustig bij iepen gaan staan of zitten en goed de boomkruinen in de gaten houden is de beste methode om iepenpages te zien te krijgen.
Toch was het niet alleen een waarnemerseffect, maar is er ook daadwerkelijk sprake van een uitbreiding. Dat past in het beeld dat vlindersoorten van bossen en parken het de laatste jaren veel beter doen dan vlinders van heiden, venen en graslanden. De eerste nieuwe plekken kwamen uit het zuiden van Limburg, maar al snel volgde Noord-Brabant. De iepenpage bleek in Eindhoven op heel wat plekken aanwezig te zijn en ook in de Gelderse Achterhoek werden deze vlinders jaarlijks gemeld.
De laatste jaren zijn er ook iepenpages gezien in Amsterdam. Hier staan nog heel veel iepen, onder andere langs de grachten. De iepenziekte, die in grote delen van het land heeft gezorgd voor het verdwijnen van iepen, heeft hier door adequate maatregelen geen voet aan de grond gekregen. Nog recenter zijn er ook in Rotterdam, Utrecht en Amersfoort iepenpages gevonden en lijkt het er op dat iedere stad met iepen leefgebied voor deze soort kan zijn. Gericht zoeken, ook op plekken waar nog nooit een iepenpage is gezien, kan wel degelijk nieuwe vliegplaatsen opleveren.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartjes: Nationale Databank Flora en Fauna