Aaltense goor vanuit de lucht

Waterschap Rijn en IJssel gestart met inrichting Aaltense Goor

Provincie Gelderland
27-DEC-2019 - Na jaren van voorbereiding heeft het waterschap Rijn en IJssel een start gemaakt met de uitvoering van water- en natuurmaatregelen in het Aaltense Goor. Het natuurgebied wordt uitgebreid, en er komt een waterberging. Ook voor landbouw en recreatie wordt het beter.

Het gebied op een kaart uit 1700. Het hoogveen ligt aan de voet van de heuvels tussen Aalten en Lichtenvoorde.Het Aaltense Goor is een bijzonder landschap. Oorspronkelijk was het een hoogveen, ontstaan in een kom aan de voet van het Oostnederlands plateau. Nadat het hoogveen afgegraven was, werd het een gebied van kleine, natte weitjes, afgezet met elzensingels, en in gebruik bij de omliggende boeren. In de ruilverkaveling Aalten werd de helft van het gebied ingericht voor moderne landbouw: het gebied werd ontwaterd, de elzensingels verdwenen en er werden enkele boerderijen gebouwd. De andere helft werd een landschapsreservaat van ruim 150 hectare, en kwam in eigendom van Staatsbosbeheer. Het is een heel bijzonder gebied om doorheen te dwalen, nergens anders is zo’n kleinschalige veenontginning bewaard gebleven. Voor vogels als de nachtegaal en de zomertortel is het zelfs het laatste leefgebied in de Achterhoek. Maar omdat het gebied ontwaterd is, kwam de natuur niet echt tot bloei. Er lag zelfs een landbouwperceel met een eigen gemaaltje tegen het reservaat aan.

Van kans naar probleem

Het stroomgebied van Baakse beek en Veengoot, waarin het Aaltense Goor ligt, is door het waterschap Rijn en IJssel uitgekozen als proef- en studiegebied voor een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem. In dat kader lijkt het Aaltense Goor geschikt als locatie om water vast te houden en te bergen. Bovendien doet zich in 2010 de kans voor om een agrarisch bedrijf te kopen. De boer begint opnieuw in Drenthe, het reservaat kan afgerond worden en de onderbemaling uitgezet. Het waterschap laat een LESA (landschapsecologische systeemanalyse) uitvoeren die begin 2012 klaar is, en aangeeft welke kansen er liggen om natuur en water te verbeteren.

Maar dan komt er een kink in de kabel. De LESA doet de aanbeveling om de waterhuishouding ook buiten het reservaat aan te passen. De omwonenden vrezen wateroverlast en vernatting en komen in verzet. Bovendien vinden zij dat het plan teveel landbouwgrond verloren laat gaan. Vervolgens geeft de provincie aan het waterschap de ruimte om samen met alle betrokkenen tot een nieuw plan te komen. Maar na een lange zoektocht moeten alle partijen tot de conclusie komen dat een geheel ander plan niet haalbaar en zinvol is. In 2016 wordt een nieuwe start gemaakt en wordt het plan uitgewerkt dat nu, eind 2019, uitgevoerd wordt.

Uitvoering in 2020 en 2021 

De uitvoering kent drie fasen. In fase 1, die enkele weken geleden van start is gegaan, wordt het aangekochte agrarisch perceel ingericht, deels tot nat grasland met waterbergingsfunctie; deels tot kruidenrijk grasland met aanplant van houtsingels. Ook wordt een wilgenaanplant gekapt en aan het natuurgrasland toegevoegd. In fase 2 wordt het bestaande reservaat aangepakt. Sloten worden verondiept en van bezande percelen wordt de opgebrachte laag afgegraven. Ook wordt een stuw aangepast, zodat kwelwater dat van het Oostnederlands plateau afstroomt, het reservaat ingeleid wordt. Tegelijk worden er twee kleine parkeerplaatsen en enkele wandelpaden aangelegd, zodat het gebied voor bezoekers beter toegankelijk wordt.

In het Aaltense Goor

In fase 3 worden maatregelen uitgevoerd in de aanliggende gebieden Zwarte veen en Vennebulten. De heide op de Vennebulten wordt vergroot en met een natuurstrook door het Zwarte veen in verbinding gebracht met het Aaltense Goor. Ook worden enkele sloten verbeterd ten behoeve van de landbouw in het Zwarte veen. In 2021 wordt de inrichting afgerond. Ook komt er nog een kavelruil waarin niet alleen het nieuwe natuurgebied een nieuwe eigenaar zal krijgen, maar waarin de provincie ook dertig hectare landbouwgrond inbrengt om de agrarische structuur te verbeteren.

Tekst: Willem Drok, provincie Gelderland
Foto's: provincie Gelderland; Waterschap Rijn en IJssel