De wulp in Drenthe van ei tot uitvliegen gevolgd

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
27-JUL-2021 - Sinds 2019 worden in Drenthe elk jaar wulpenkuikens uitgerust met radiozenders om inzicht te krijgen in overleving, sterfteoorzaken en habitatgebruik. De eerste resultaten zijn nu gepubliceerd in het themanummer van Limosa over de wulp. Het meerjarige onderzoek is dit jaar verder uitgebreid met drie gezenderde adulten en het volgen van kuikens binnen antennevelden.

Sinds 1990 is de broedpopulatie wulpen in Nederland met circa veertig procent afgenomen, met als gevolg dat de soort in 2017 als nieuwkomer op de Rode Lijst verscheen. Om deze boerenlandvogel en onze grootste steltloper te behouden, hebben Landschapsbeheer Drenthe en Grauwe Kiekendief – Kenniscentrum Akkervogels vanaf 2018 de handen ineengeslagen en zijn begonnen met het beschermen van nesten middels stroomdraadomheining tegen grondpredatoren om zo het broedsucces te vergroten. Dat de nestbescherming werkt, blijkt overduidelijk uit de cijfers. Van de beschermde nesten komt jaarlijks meer dan 70 procent succesvol uit, terwijl dit bij de nesten zonder bescherming in 2018 en 2019 respectievelijk 7 en 33 procent was. De rasters bieden dus prima bescherming tegen het verlies van de eieren, maar biedt het ook uitzicht op een succesvol kuikenleven? Dit in de wetenschap dat de afname van de wulp vooral gekweten wordt aan de beperkte overlevingskansen van de kuikens.

Stroomraster om een wulpennest in een met snijmaïs ingezaaide akker

Kuikenoverleving en habitatgebruik

Om hier achter te komen zijn in 2019 voor het eerst in Nederland kuikens uitgerust met radiozenders. Zo kunnen de jongen gevolgd worden in de tijd om daarbij inzicht te krijgen in de overlevingskansen, doodsoorzaken, conditie en habitatgebruik.

Figuur 1. Doodsoorzaken van 17 wulpenkuikens uitgerust met een radiozender in 2019. Rechts: een jonge, gezenderde wulp in grasland in 2020

De meest kwetsbare periode in een net begonnen wulpenleven is de eerste week nadat ze uit het ei kruipen. In die tijd verdween in 2019 namelijk de helft van de 19 gezenderde kuikens. De meest voorkomende doodsoorzaken waren predatie door luchtpredatoren (41 procent, Figuur 1; voornamelijk buizerd) en grondpredatoren (18 procent, Figuur 1; voornamelijk vos). Uiteindelijk vlogen twee van de 19 jonge wulpen (11 procent) succesvol uit. Ondanks dat slechts een klein deel van de directe sterfte werd veroorzaakt door landbouwwerkzaamheden, leidt dit wel tot indirecte verliezen onder de jonge wulpen. Vooral op pas gemaaide graspercelen is de predatorendichtheid hoog en worden kuikens extra zichtbaar, terwijl graslanden juist het voorkeurshabitat zijn voor veel wulpenfamilies (Figuur 2).

Figuur 2. Habitatgebruik gezenderde wulpenkuikens per leeftijdscategorie. Categorie nest geeft het habitattype van het nestperceel aan. Rechts: een jonge wulp op pas gemaaid grasland

In gebieden met akkerbouw en grasland broeden wulpen ook graag op bouwland. Zodra de kuikens zijn uitgekomen verplaatsen ze zich veelal naar zowel intensief als extensief beheerd grasland (Figuur 2). Hier liggen dan ook de kansen om de overleving van wulpenkuikens in hun eerste week uit het ei te vergroten. Er wordt daarom geëxperimenteerd met het omrasteren van grotere delen van deze percelen. Met in aanvulling het laten staan van bredere randzones, bij voorkeur rond ondiepe watergangen, zou het kuikenhabitat in de omgeving van het nest verder geoptimaliseerd worden. Op welke wijze de kuikens echt het beste beschermd worden, hopen we de komende jaren verder te ontrafelen. We zoeken daarbij ook verbinding met andere ervaringsdeskundigen. Samen met Vogelbescherming Nederland wordt dit najaar een bijeenkomst gehouden om kennis uit te wisselen.

Gezenderde volwassen vogels en antennevelden

Dit voorjaar is een internationaal Frans onderzoek gestart naar de overwinteringsgebieden van in Europa broedende wulpen. De jacht op de soort is sinds kort verboden in het land. Als blijkt dat vogels uit bedreigde broedpopulaties, zoals Nederland, in ons land overwinteren moet dit zo blijven. Afgelopen mei zijn daarom drie broedvogels in Drenthe uitgerust met GPS/GSM-zenders. Vervolgens is bij twee geëxperimenteerd met het aanleggen van antennevelden om de jongen te volgen. Dit systeem brengt het terreingebruik van de kuikens op afstand in kaart. Zo zijn de eerste weken van een wulpenleven nog nauwkeuriger te volgen. Een bijzondere combinatie waarbij zowel oudervogel als de jongen dagelijks meerdere keren hun locatie delen. De drie gezenderde oudervogels hebben dit seizoen geen kuikens groot gekregen, maar keren hopelijk volgend jaar terug voor een succesvollere poging. Nu het broedseizoen dan ook voor hen is afgelopen, zijn de drie gezenderde wulpen uit het broedgebied vertrokken, waaronder man Hendrikus die naar Ierland is gevlogen

Figuur 3. 1) Gezenderde wulp Hendrikus, 2) gezenderde wulp vrouw Witteltermade, 3) Routes en locaties van de gezenderde wulpen 26-07-2021 (geel: Hendrikus, blauw: vrouw Witteltermade, oranje: man Vorrelveen), ster: broedgebied in Drenthe

Bovenstaand onderzoek had niet uitgevoerd kunnen worden zonder de hulp van alle vrijwilligers en wulpencoördinatoren, die vele weken voordat het eerste wulpenkuiken het licht ziet, broedparen en nesten lokaliseren en beschermen. Ook enorm veel dank aan alle boeren die hun land hiervoor openstellen. Ten slotte bijzondere dank aan Landschapsbeheer Drenthe, die de vrijwilligers mobiliseerde en een schuur vol rasters paraat heeft om de wulpen in Drenthe te beschermen.

Meer informatie

  • Lees meer over dit onderzoek in het recente themanummer van Limosa over de wulp: Nestbescherming en habitatgebruik van gezenderde kuikens geven inzichten voor de bescherming van Drentse wulpen. Geschreven door H.J. Ottens, P. Wiersma, T. Kusters en B. Dijkstra. Verschenen in 2021 in Limosa 94, 30 – 42.

Het wulpenonderzoek is in samenwerking met Landschapsbeheer Drenthe en wordt in 2021 mogelijk gemaakt door het Bettie Wiegman Fonds, Vogelbescherming Nederland, Ars Donandi en het Tringa Fonds, Provincie Drenthe, het Sayer Fonds en Prins Bernhard Cultuurfonds.

Tekst: Henk Jan Ottens en Sylvia de Vries, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Annemarie Loof, GKA