
Hoe plannen trekvogels de terugkeer van Afrika naar hun broedgebied in de Noardlike Fryske Wâlden?
BoerenNatuurIn het voorjaar keren ze terug naar onder andere het coulisselandschap van de Noardlike Fryske Wâlden, onderdeel van de Friese Wouden, een streek in het oosten van Friesland. Het gebied is een oud en kleinschalig agrarisch cultuurlandschap dat de kaalslag en de schaalvergroting in de vorige eeuw heeft weerstaan.
Het gebied is in gebruik voor de moderne melkveehouderij. Vogels die er elk jaar graag terugkeren zijn onder meer de fitis, de zwartkop, de grasmus, de tuinfluiter en de gekraagde roodstaart. Hier in het coulisselandschap broeden ze in de elzensingels en houtwallen.
De temperatuur, de trek en de fietsroutes
Van 2013 tot 2018 onderzochten Ernst Oosterveld en collega’s van onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga, samen met het agrarisch collectief Noardlike Fryske Wâlden, het verband tussen de terugkeerdatum in de Noardlike Fryske Wâlden en de temperaturen langs de trekroute van bovengenoemde vijf soorten die rond de Middellandse Zee en in Afrika ten zuiden van de Sahara overwinteren.
Vanaf begin april komen deze soorten terug. Hun terugkeer geven de vogels te kennen door in hun nieuwe broedterritorium te zingen. De terugkeer gaat geleidelijk en de datum leidden de onderzoekers af uit tellingen van zingende vogels langs twee fietsroutes rond De Westereen. Ze bestudeerden de invloed van de temperatuur bij Gibraltar, in Midden-Frankrijk, in Midden-Nederland en in het broedgebied in de Noardlike Fryske Wâlden.
Voor fitis, zwartkop en tuinfluiter bepaalde de temperatuur in maart en april in het broedgebied in de Noardlike Fryske Wâlden, in Midden-Nederland, maar ook in Midden-Frankrijk hun terugkeer. Hoe hoger de temperatuur, hoe eerder ze in het broedgebied arriveerden. De grasmus vertoonde geen enkele relatie met temperaturen onderweg. De terugkeer van de gekraagde roodstaart werd niet bepaald door de temperaturen in Nederland, maar door de temperatuur in februari in Midden-Frankrijk: naarmate het in Midden-Frankrijk in februari warmer was, arriveerden ze vroeger in de Noardlike Fryske Wâlden.
Op hun terugtocht uit Afrika blijven de roodstaarten doorgaans een tijdje hangen in Midden-Frankrijk, om op krachten te komen na een riskante tocht over de Sahara. Ze gebruiken dat verblijf waarschijnlijk ook om in te schatten wanneer het tijd is om door te trekken naar het noorden. De onderzoekers vonden geen effect van de temperaturen in Gibraltar. Afrikatrekkers gaan meer af op de temperatuur naarmate ze dichter bij het broedgebied komen. De weersomstandigheden in Midden-Frankrijk lijken wat te zeggen over de weersomstandigheden in het broedgebied in de Noardlike Fryske Wâlden. Daarnaast heeft een eventuele zuidenwind mogelijk ook effect omdat deze, naast een steuntje in de rug voor de trekvogels, warmte naar het noorden brengt met hogere temperaturen in de Noardlike Fryske Wâlden als gevolg.
Korte- en langeafstandstrekkers
De temperatuur bleek vooral effect te hebben op de vogels die het eerst aankomen. Latere vogels besluiten waarschijnlijk dat het ongeacht de temperatuur tijd wordt om door te vliegen omdat anders de goede plekken voor een territorium misschien bezet zijn.
Er werd geen verschil gevonden tussen soorten die rond de Middellandse Zee overwinteren, de korte-afstandstrekkers zoals de zwartkop, en de lange-afstandstrekkers zoals de gekraagde roodstaart, die ten zuiden van de Sahara overwinteren. Dit wijst erop dat beide afgaan op de temperaturen onderweg. Misschien wel logisch, want rond de Middellandse Zee kun je in het vroege voorjaar net zomin weten hoe de broedomstandigheden in de Noardlike Fryske Wâlden zijn als ten zuiden van de Sahara.
De route in beeld
Onderstaande figuren geven de trekroutes weer van twee gekraagde roodstaarten die in 2014 in de Noardlike Fryske Wâlden broedden, de winter doorbrachten in Afrika en in het voorjaar van 2015 terugkeerden naar de Noardlike Fryske Wâlden. De vogels overwinterden op de grens van Mauritanië en Mali (links) en in Noord-Burkina Faso (rechts) en maakten een tussenstop rond de westelijke Middellandse Zee. De verticale balken en het vraagteken geven de onzekerheid weer van de verblijfplaatsen. De ruwe registratie van de trekroute laat geen kortere tussenstops zien, zoals in Midden-Frankrijk.
Meer informatie
- Het onderzoek 'Wat bepaalt de aankomst van Afrikatrekkers in hun broedgebied in Noordoost-Friesland?'
- De vereniging Noardlike Fryske Wâlden is één van de 40 agrarische collectieven die zijn aangesloten bij BoerenNatuur. Ernst Oosterveld werkt als onderzoeker voor ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga.
Tekst: BoerenNatuur
Beeld: Marcel van Kammen, Noardlike Fryske Wâlden (leadfoto: gekraagde roodstaart in de Noardlike Fryske Wâlden); Altenburg & Wymenga