In juni 2023 werd de eerste kraamkolonie mopsvleermuizen (Barbastella barbastellus) van Nederland vastgesteld in de omgeving van Winterswijk. Deze zeldzame vleermuissoort voelt zich thuis in oude bosgebieden in een kleinschalig landschap. Mopsvleermuizen verblijven bij voorkeur achter loshangend schors van bomen. Ze wisselen vaak van verblijfplaats, waardoor ze veel verblijfplaatsen nodig hebben in hun leefgebied. Om het aanbod van verblijfplaatsen te vergroten, hebben de Zoogdiervereniging en Bureau Natuurbalans in maart 2024, in de bossen rondom Winterswijk, 75 vleermuiskasten opgehangen. Dit gebeurde in opdracht van de Provincie Gelderland en met medewerking van Geldersch Landschap & Kasteelen, Natuurmonumenten en een particuliere eigenaar.
Successen bij de buren
De keuze voor het type vleermuiskast, een platte kast van het merk Strobel, is gebaseerd op successen bij de bescherming van mopsvleermuizen enkele kilometers over de grens in Duitsland. Daar zijn meerdere kraamkolonies van de mopsvleermuis bekend. In de Duitse bosgebieden werden de kasten in relatief korte tijd bezet en worden ze een groot deel van het jaar gebruikt door deze kraamkolonies. Op basis van die ervaringen – en met dank aan de Duitse vleermuisexpert Christian Giese – zijn ook bij Winterswijk 75 kasten van dit type opgehangen. Zowel de hoogte en plaatsing aan de boom als de clustering van de kasten zijn gebaseerd op de Duitse aanpak, in de hoop zo ook in Nederland snel succes te hebben. De kasten zijn verdeeld over 4 bosgebieden in de omgeving van de bekende kraamkolonie.
Eerste vleermuizen
Bij een controle in juni 2024, zo'n 3 maanden na plaatsing, werd voor het eerst een vleermuis in een van deze kasten aangetroffen: een gewone dwergvleermuis. Bij de daaropvolgende 3 controles nam het aantal getelde gewone dwergvleermuizen steeds toe: van 5 naar 12 tot 22 dieren. Vanaf oktober werden bij de controles ook gewone grootoorvleermuizen aangetroffen. In februari 2025 werd geen enkele (overwinterende) vleermuis in de kasten aangetroffen.
Mopsvleermuis ontdekt vleermuiskast
Tijdens een controle van de vleermuiskasten in mei 2025 was het zo ver: een van de onderzoekers trof voor het eerst een mopsvleermuis aan in een van de opgehangen vleermuiskasten! De mopsvleermuis werd aangetroffen in een bosgebied op een kleine 2 kilometer afstand tot de bekende kraamkolonie. Het is mogelijk dat dit een dier uit de kraamkolonie betreft, maar het is eveneens mogelijk dat dit een solitair mannetje is. Hiermee is de eerste waarneming van een mopsvleermuis in een vleermuiskast in Nederland een feit.
Het aanbieden van verblijfplaatsen in de vorm van vleermuiskasten kan de kwaliteit van het leefgebied versterken. Dat geldt zeker voor een soort als de mopsvleermuis, die een voorkeur heeft voor verblijfplaatsen achter loshangende schors van dode bomen. Zulke verblijfplaatsen zijn kwetsbaar voor bijvoorbeeld boswerkzaamheden of stormen. Vleermuiskasten moeten echter worden gezien als een aanvulling, niet als vervanging van verblijfshabitat. Het blijft belangrijk om dood hout en kwijnende bomen in bossen te laten staan, en om het aanbod van natuurlijke verblijfplaatsen te vergroten.
Kasten als achtervang
Een anekdotische waarneming die het belang van vleermuiskasten lijkt te bevestigen, werd gedaan na het zware noodweer in de vroege avond van 2 juli 2025, dat lokaal in Winterswijk veel schade veroorzaakte. Volgens een schatting van de gemeente zijn meer dan 1.000 bomen omgegaan door een of meerdere valwinden. Zo'n 2 weken later werden er maar liefst 41 vleermuizen van 4 soorten aangetroffen bij een controle van de kasten, een opvallend groot verschil met de kastencontrole in juli van het jaar ervoor. Er werd een groep van ongeveer 15 gewone grootoorvleermuizen waargenomen in een kast en daarnaast 2 niet eerder aangetroffen soorten: baard- of Brandts vleermuis en bosvleermuis. De sterke toename van het aantal vleermuizen en het aantal soorten 2 weken na het noodweer, gevolgd door een afname in de periode daarna, kan erop wijzen dat deze kasten voor verschillende soorten als achtervang kunnen dienen, wanneer natuurlijke verblijfplaatsen ongeschikt raken. Alhoewel het wat voorbarig is om op basis van een gebeurtenis conclusies te trekken. Bij de controle na het noodweer werden geen mopsvleermuizen aangetroffen. Mogelijk beschikten de mopsvleermuizen nog over voldoende natuurlijke verblijfplaatsen, of hadden ze inmiddels nieuwe plekken gevonden.
Tweede mopsvleermuis-waarneming
Begin deze maand is dan toch opnieuw een mopsvleermuis waargenomen in een van de vleermuiskasten – ditmaal zaten er zelfs 2 dieren in een kast. Deze vleermuiskast hing in een ander gebied dan de kast van de eerste waarneming, dichter bij de oorspronkelijke verblijfplaatsen van de kraamkolonie. De verwachting is dat in de nabije toekomst meer mopsvleermuizen de kasten zullen gebruiken. Met deze vleermuiskasten, en met toekomstige maatregelen en onderzoek, hopen we bij te dragen aan een beter leefgebied en duurzame instandhouding van deze zeldzame zoogdiersoort.
Tekst: Marjolein van Adrichem, Joris Verhees en Wieneke Huls, De Zoogdiervereniging
Beeld: Marjolein van Adrichem, Joris Verhees
